Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Koning én Hogepriester

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Koning én Hogepriester

Christus regeert [2]

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jezus heerst over de zee, is machtiger dan de dood. Maar, Hij geneest niet altijd. Hoe kan dat? We belijden dat bij Hem regering en verzoening bij elkaar komen.

D e bijbelse verhalen over de wonderen die de Heere Jezus verrichtte, spreken ons altijd weer aan: Zieken werden genezen, blinden, doven en verlamden maakten een nieuw begin. Zelfs de dood was niet tegen de Heiland opgewassen. Mooie geschiedenissen, ook om aan de kinderen te vertellen.

Mooie geschiedenissen. Hoewel… en dan ga je toch zitten denken. Hoevelen waren er die niet werden geholpen? Zeker, die ene zieke verliet Bethesda, maar hoeveel anderen zullen hem nagestaard hebben, terwijl zij zelf op die plaats van ellende moesten blijven?

Vrede of juist onrust?

Een geloofsbelijdenis roept weerstand op bij hen die van God niet willen weten. Zo’n belijdenis houdt van tijd tot tijd zelfs ‘kruis dragen’ in, omdat de duivel de gelovigen te vuur en te zwaard bestrijdt.

Dat komt van buiten af. Maar hoe is het in het hart van de christen? Leven daarin geen vragen? ‘Kan ik wel onderbouwen wat ik zeg? Weet ik het allemaal wel zo zeker? Ben ik niet wat naïef, als ik zeg dat Hij alles kan? ’ Zo kunnen de vragen – en misschien de twijfels? – zomaar in je hart opborrelen.

Dat gebeurt niet alleen als je die geschiedenissen in de evangeliën leest, maar ook als je ziet op de wereld om je heen. Wat een stroom van leed. Tienduizenden mensen die omkomen bij een aardbeving – en als deze zich op wat kleinere schaal voordoet, zeggen we: er zijn ‘maar’ tweehonderd doden. Ziekten, oorlogen, aanslagen slepen tallozen de dood in.

In ons persoonlijk is het al niet anders. Oude mensen en kinderen sterven aan een ernstige ziekte. Een handicap wordt het hele leven meegedragen.

Koningschap of voorzienigheid? Bij welk onderdeel van de geloofsleer hoort het bovenstaande thuis? Bij de belijdenis van de voorzienigheid van God de Vader? Of bij het spreken over Christus’ heerschappij?

Als we – misschien met moeite – proberen deze vraag te beantwoorden, worden we geholpen door de woorden van artikel 13 van onze Nederlandse Geloofsbelijdenis. Het is het artikel over de voorzienigheid. Juist hierin staat echter de persoon van Christus centraal: ‘Aangaande hetgeen God doet boven het begrip van het menselijk verstand, dat willen wij niet nieuwsgierig doorzoeken, meer dan ons begrip kan verdragen... Wij zijn er tevreden mee dat wij leerjongeren van Christus zijn, om alleen te leren wat Hij ons in Zijn Woord aanwijst.’

Met ontferming bewogen

Van Christus lezen we: ‘Hij was met ontferming bewogen.’ Bijvoorbeeld over schapen zonder herder. Hij combineerde Zijn koninklijke macht met Zijn barmhartigheid. Hij bleek machtiger te zijn dan de koning van de dood en Hij heerste over de storm op de zee. Maar dat deed Hij niet altijd. Daar deelde niet iedereen in.

Dit te bedenken, brengt ons soms in verwarring. Een Koning, die regeert ‘wijs en zacht’ en dan toch? Daarover kunnen we niet spreken buiten het geloof om: we belijden dat we een Koning hebben die regeert. Tegelijk lopen we tegen onze grenzen aan. We weten niet alles. We kunnen niet alle dingen overzien. Dan moeten we tevreden zijn met dat discipelschap van Christus.

Dat is geen dooddoener, waarmee alle vragen worden toegedekt. We mogen met onze vragen, onze strijd de weg gaan naar Christus toe. We ontmoeten Hem toch ook in Zijn strijd en Zijn tranen en Zijn angsten?

Ook Hogepriester

We belijden dat Christus zowel Koning is als Hogepriester. In Hem komen regering en verzoening bij elkaar. Een tiran heerst slechts. Hij is gericht op zichzelf, vergiet desnoods het bloed van zijn volgelingen, maar kent geen enkel medelijden. Hij heeft geen priesterlijke trekken en is nooit te herkennen als een herder.

Dat Christus zowel Koning als Priester is, blijkt duidelijk op Zijn lijdensweg. Hij wordt tot een spotkoning gemaakt door Herodes en zijn soldaten.

Maar wat Zijn vijanden niet beseften: Hij was ook Hogepriester. Daarom gebruikte Hij Zijn macht niet om hen te vernietigen en Zijn eigen positie te redden. Dat zou Zijn roeping als Middelaar teniet gemaakt hebben. Dat zou ons voor eeuwig onder de heerschappij van de duivel hebben gebracht.

Oorlog

Na Golgotha zijn de verhoudingen fundamenteel veranderd. Als Paulus belijdt dat Christus als Koning

moet heersen (1 Kor. 15), wijst dit op een eeuwenlange oorlog. Christus moet over Zijn vijanden heersen, waarbij de een na de ander overweldigd wordt. Eén vijand is ongelooflijk taai. Die lijkt het wel nooit op te geven. Die vijand is ‘de dood’. Hij wordt als laatste overwonnen.

Die overwinning zal Jezus behalen, omdat Hij behalve Koning ook Hogepriester is. Zijn machtige wapen is de verzoening door Zijn bloed. Het kruis overwint.

Troost

Zo kunnen we verder. We willen het Koningschap van Christus immers overdenken vanuit pastoraal oogpunt. Zo kijken we tegen alle leed aan: ver weg en dichtbij, in de grote verbanden of in dat ene broze, kwetsbare leven. Christus regeert en Hij lijdt méé. Hij is de medelijdende Hogepriester. Daarom

mogen we zeggen: ‘Al is Jezus in de hemel, vanwaar Hij kerk en wereld regeert, Hij is toch dicht bij ons.’ Hij weet van de tranen en de strijd, het diepe leed en de hevige smart. De tranen van Zijn discipelen zijn de tranen van Hemzelf.

Zo ervaren we al dat leed. Soms groeit het ons boven het hoofd. Het is te veel om te verwerken. Het wordt door de media over ons uitgestrooid, vanuit alle windstreken van de aarde. Maar we zien het niet minder in onze directe omgeving.

We leven immers buiten een verloren paradijs. En hoewel we vast en zeker geloven dat Koning Jezus ook in die chaos van de wereld regeert, dat neemt het besef niet weg dat Hij telkens gedwarsboomd wordt door die andere koning. De duivel beweegt zich op sinistere wijze als een giftige slang door deze geschiedenis.

Als gevolg daarvan zien we de verwoestende kracht van de zonde. Er zijn gebroken verhoudingen. We horen van verscheurde huwelijken en gezinnen. Wat een leed brengt dat met zich mee. Wat een eenzaamheid is er in het leven van verslaafden. Christus kent een machtige tegenstander!

Uitzicht

In deze onvolmaakte samenleving houden we onze vragen. Ze zullen nooit uitputtend beantwoord kunnen worden. Dat constateren we echter niet met een zekere gelatenheid, waarmee je de dingen over je heen laat komen. We denken aan Koning Jezus, die ook Priester en Herder is. Bij Hem kunnen we schuilen, als het leed ons persoonlijk treft en als we het verdriet om ons heen zien. Hij weende méé, toen Hij aan het graf van Lazarus stond. Er is nameloos veel verdriet in het tranendal dat ‘aarde’ heet.

Wat doet een discipel van Christus dan? Hij brengt zijn vragen en zijn tranen bij zijn Heiland. Hij stort zijn hart voor Hem uit. En in de persoonlijke omgang met zijn Meester spreekt hij niet alleen, maar luistert hij ook naar de stem van de goede Herder. Hij hoort dan déze woorden van Christus: ‘Je gaat je weg door het strijdperk van het leven. Denk echter niet dat deze Mij onbekend is. Ik weet er alles van!’

Laatst hoorde ik in een preek het volgende: ‘Wij kunnen maar aan één mens tegelijk denken. Dat is één op één. Maar Christus denkt aan allen tegelijk.’ Is dat niet tot rijke vertroosting?

Wat wacht ons?

We lezen in Psalm 72 het getuigenis over Christus’ heerschappij in ‘zachtmoedigheid’. Dat heeft zijn betekenis voor het ‘hier en nu’, maar evenzeer voor de toekomst. De regering van Koning Jezus zal ten volle openbaar komen in het eeuwige vrederijk, dat op Zijn tijd zal aanbreken. Daar zien we soms met verlangen naar uit.

Wat een heerlijke ervaring zal het zijn, in dat rijk te leven. Zonder enige angst voor een dictatoriaal handelen, wel met vreugde over de dienst aan de Vredevorst.

Zulk een Koning kun je alleen maar liefhebben. Hem wil je dienen met heel je hart. Of niet soms?

W. Arkeraats

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juli 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Koning én Hogepriester

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juli 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's