Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GLOBAAL BEKEKEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GLOBAAL BEKEKEN

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vrienden die elkaar de waarheid zeggen. In Met andere woorden (Bijbelvertalen) schrijft Arie Kooijman over een langdurige correspondentie tussen Hiëronymus en Augustinus over een nieuwe Bijbelvertaling, namelijk de Latijnse vertaling van Hiëronymus. Een fragment over ‘vriendschap’:

‘De emoties konden dus gedurende de correspondentie door allerlei misverstanden hoog oplopen. Maar dat niet alleen, de beide kerkvaders verschilden fundamenteel van mening over het fenomeen vriendschap. Hiëronymus vond de kritiek op zijn werk, de bijbelvertaling in het bijzonder, ongepast, en een aantasting van zijn integriteit. Hij reageerde allergisch, als door een wesp gestoken op de kritische vragen die Augustinus op hem afvuurde. Augustinus van zijn kant daarentegen zag kritiek juist als een uitvloeisel van wederzijdse vriendschap. Zijn kritiek was zeker niet mals, hoe omzichtig en hoffelijk deze ook was geformuleerd. Vrienden moesten die dingen tegen elkaar kunnen zeggen, vond hij. Een vorm van miscommunicatie dus tussen deze twee giganten, wat de academische en niet-academische wereld van vandaag niet geheel onbekend moet voorkomen. Simpel gezegd, Hiëronymus kon slecht tegen kritiek en voelde zich door Augustinus persoonlijk aangevallen. Hiëronymus schreef zelfs: ‘Een jongeling [Augustinus] moet een grijsaard [Hiëronymus] op het terrein van de Bijbel niet provoceren’! Voor alle duidelijkheid, in het jaar 404, wanneer hij dit schrijft, is Hiëronymus vermoedelijk rond de 57 en Augustinus in elk geval 50 jaar oud. Dat Hiëronymus zich getergd voelde, is niet zo verwonderlijk, omdat de kritiek op Hiëronymus’ bijbelvertaling ook door anderen naar voren was gebracht en dat niet zonder grote verdachtmakingen aan zijn adres. Daar kwam nu dus bij dat ook Augustinus zich in het debat had gemengd en dat diens kritiek nota bene in Rome op straat lag!’

Eerder gaven we in deze rubriek aandacht aan een fragment uit het boek van Ad van Liempt, Selma, de vrouw die Sobibor overleefde, over een bezoek van Heinrich Himmler aan het vernietigingskamp Sobibor. Nu een fragment uit een recent verschenen boek van onderzoekjournalist Emerson Vermaat, Heinrich Himmler en de cultus van de dood (Uitg. Aspekt, Soesterberg) over een bezoek van Himmler aan Auschwitz:

‘Op 17 en 18 juli 1942 bracht Himmler een tweede inspectiebezoek aan Auschwitz-Birkenau, nu een enorm complex waar het doden van mensenlevens – de core business van de SS – een echte industrie was geworden. De Reichsführer-SS werd door kampcommandant Höss opgehaald. Himmler toonde zich zo tevreden over Höss dat hij deze tot SS-Obersturmbannführer bevorderde. Hij drong er bij Höss op aan vaart te zetten achter de uitbreiding van het kamp. Op de vrijdagmiddag waarop Himmler in Auschwitz arriveerde, kwamen er 2000 Joden uit Westerbork in Amersfoort aan. Van hen werden er 449 direct ‘geselecteerd’ voor de gaskamers. Dit was het eerste transport van Joden uit Nederland. Tijdens zijn bezoek aan Birkenau op diezelfde vrijdagmiddag was Himmler aanwezig bij het ‘uitladen’ en ‘selecteren’ van de slachtoffers en kon hij door een glazen kijkgaatje in de deur van ‘Bunker 2’ zien hoe de slachtoffers in hun wanhopige en hopeloze doodstrijd naar lucht hapten en stierven.

Daarna was hij getuige van het opruimen van de lijken die nog alle tekenen van doodskrampen vertoonden en waarvan de hoofden door het gifgas waren opgezwollen en een griezelige blauwe kleur hadden gekregen. Toen werden de lijken nog niet verbrand, maar opgestapeld en vervolgens begraven. Himmler, die over dit uiterst macabere, necrofiele gebeuren zeer te spreken was, zei tegen kampcommandant Höss dat dit ‘veldslagen zijn die komende generaties niet meer hoeven te leveren’. De Joden die Himmler had zien vergassen, behoorden tot de eerste groep Nederlandse Joden die op 14 juli vanuit Nederland naar Auschwitz waren gestuurd. Om aan het gewenste quotum te voldoen, werd er in Amsterdam een politierazzia onder Joden georganiseerd waarbij 700 Joden werden opgepakt.’

v.d.G.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 juli 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

GLOBAAL BEKEKEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 juli 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's