Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BOEKBESPREKING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BOEKBESPREKING

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Rinse Reeling Brouwer, Bert de Leede en Klaas Spronk (red.) Het calvinistisch ongemak. Calvijn als erflater en provocator van het Nederlandse protestantisme. Uitg. Kok, Kampen; 250 blz.; € 24, 90.

Soms bezorgt de theologie van Calvijn zijn erfgenamen een gevoel van onbehagen. De bundel Het calvinistisch ongemak, met refera-

ten van een studiedag van de PThU, besteedt bewust aandacht aan ‘dat wat schuurt.’ Prof.dr.

Gerrit de Kruijf erkent bijvoorbeeld dat hij geneigd is om de problemen in Calvijn op te zoeken, uit te meten en er positie tegenover te

bepalen. Calvijn stuit niet alleen op weerstand bij buitenstaanders maar ook bij erfgenamen: het calvinistisch ongemak.

De titel suggereert aandacht voor de invloed van Calvijn op het Nederlandse protestantisme, maar de dertien Nederlandse en twee buitenlandse theologen reflecteren op Calvijn zonder in te gaan op de Nederlandse theologie. Sommige artikelen dragen echt nog het stempel van een lezing; wat meer redactionele aandacht zou de uitgave ten goede zijn gekomen.

Dat neemt niet weg dat er erg boeiende bijdragen in staan. Prof.dr. Erik de Boer gaat in op Calvijns ongemakkelijke verkiezingsleer. Je kunt volgens hem niet stellen dat Calvijn kiest voor ‘de mens’, zoals dr. Rinse Reeling Brouwer in zijn bijdrage suggereert. In ieder geval niet voor alle mensen. De Boer laat de ongemakkelijkheid van Calvijns verkiezingsleer staan en doet tegelijk wat suggesties om die verstaanbaar te maken door onder andere te wijzen op centrale plaats van Christus.

De Boer reageert ook kritisch op prof.dr. Wilhelm Neuser die in Calvijn Handboek stelt dat Calvijn twee predestinatieleren heeft, een praktische en een logische. De Boer toont aan dat Neuser de kloof tussen dogmatische theorie en pastorale praktijk te groot maakt.

Boeiend is de analyse die prof.dr. Jaap van der Laan geeft van Calvijns tekstkeuze. Ooit preekte de reformator op eerste kerstdag over vrouwelijke krijgsgevangenen. Het voorbeeld staat symbool voor zijn rigoureuze aanpak. Volgens Van der Laan spreekt er echter juist hoogachting voor het kerstfeest uit. De geboorte van Christus moet niet op een gewone doordeweekse werkdag maar op zondag verkondigd worden. Op andere dagen ging Calvijn gewoon door met zijn prekenseries. De emeritus hoogleraar laat overigens ook zien dat de lectio continua vooral een vorm van zelfdiscipline was voor de predikant. De samenstelling van de gemeente wisselde voortdurend.

Prof.dr. Gerrit Neven biedt theologische bespiegelingen op de metafoor van de spiegel. Hij stelt dat de Institutie een antwoord zoekt op de vraag waar de ontslapen zielen zijn en waar Christus is; het lijkt meer een vraag van Neven dan van Calvijn.

Dr. Bert de Leede gaat in op de overdenking van het toekomende leven. Het schuurt. Hij haakt af bij sommige krasse uitspraken, die teruggaan op de heidense filosofie en haaks staan op het getuigenis van de Schriften. Toch wil hij van Calvijn leren weerstand te bieden tegen een cultuur die slechts draait om de tegenwoordige tijd door de overdenking van het toekomende leven de kleur te geven van de verwachting van Gods koninkrijk.

Dr. Ciska Stark laat zien welke plaats de hoorder inneemt in Calvijns preken. Zij concludeert dat de preken van Calvijn nog altijd aanspreken doordat ze een tijdloos en existentieel karakter hebben; verwijzingen naar een concrete context of naar de praktische ethiek ontbreken.

Prof.dr. Jan Hoek reflecteert op de hartenwens van Calvijn om elke zondag avondmaal te vieren en spreekt de hoop uit dat die wens toch nog eens in vervulling zal gaan, vanuit het besef dat het in het sacrament gaat om de oefening van de eenheid met Christus, de kern van het geloofsleven. Hij vindt het niet verkeerd om naast avondmaalsviering de term eucharistie, dankbaarheid, te hanteren.

In dit herdenkingsjaar 2009 is Calvijn doorgaans positief gepresenteerd. Het is mooi om ook stil te staan bij lastige kwesties in de theologie van de reformator. Calvijn moet niet te lief en aardig worden. Niemand is gediend met een verhoging van zijn aaibaarheidsfactor. Het moet blijven schuren… Vooral omdat het Evangelie van vrije genade blijft schuren.

H. van den Belt, Woudenberg

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 augustus 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

BOEKBESPREKING

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 augustus 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's