Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gevangen in web van machten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gevangen in web van machten

Cultuur van verblinding [3]

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een mens, en misschien ook wel een maatschappij, kan zo verblind raken dat je niet ziet dat je afkoerst op de ondergang. We kunnen vast raken in een web van machten die – zonder dat wij het door hebben – een cultuur beheersen en ten onder laten gaan.

M ensen zijn in de profetenliteratuur niet zozeer zelfstandige wezens die op grond van argumenten keuzes maken, maar eerder wezens die onder de macht van iets of iemand staan. In de preek die vorige keer aan bod kwam, zegt de Duitse oudtestamenticus Gerhard von Rad (1901-1971) ook zoiets. Volgens hem leven we in grote onwetendheid over de invloeden die ons omgeven en ons bepalen. ‘Sommigen geloven in God uit een soort goedmoedige goedwilligheid, anderen menen op grond van een bepaalde teleurstelling zich van God te kunnen afsluiten, ’ zegt hij. En dan: ‘alsof we niet, zowel in het één als in het ander, klei in Gods handen zijn.’

Geen neutrale plek

Als de Duitse nieuwtestamenticus Ernst Käsemann (1906-1998) het heeft over wat Paulus zegt over de mens, komt hij met een vergelijkbare gedachte. Käsemann gebruikt het prachtige beeld van de mens als iemand die steeds geprovoceerd wordt, uitgedaagd, door machten die groter zijn dan de mens zelf. Als een mens niet onder de aanspraak, de provocatie van God staat, dan staat hij onder de aanspraak van iets of iemand anders. Voor Paulus, zegt Käsemann, is de wereld een ruimte waarin alles met alles samenhangt. In mijn woorden: we moeten niet steriel en onschuldig over deze wereld spreken, alsof zij een neutrale zone is waarin de mens wikkend en wegend, denkend en mediterend, tot een soort zelfstandig besluit komt. Nee, wij mensen zijn omgeven door een web van invloeden die ons bepalen. Dat is, zegt Käsemann, niet alleen een ontdekking van de moderne tijd, van sociologie, van gedragswetenschappen, van neurologie. Nee, volgens Paulus is dat een wezenlijk aspect van menszijn, altijd en overal.

De wereld is dus geen neutrale plek, maar altijd grondgebied van iemand, een arena, waarin niemand immuun is. In elk mens wordt zichtbaar onder wiens macht hij of zij staat. Die machten kunnen mensen dusdanig ‘hebben’, dat ze het zichzelf niet realiseren. Dat is de verblinding. Die machten kunnen ook winnen. Ze kunnen een mens en een cultuur naar de afgrond voeren.

Losgevochten

Het valt op in Paulus’ teksten over het ongeloof en de machten die ook de gemeente omgeven, dat hij de taal van verblinding gebruikt. In 2 Korinthe 4 zegt de apostel over hen die niet geloven dat zij door de god van deze eeuw (aeoon) met blindheid geslagen zijn (vs4), en daardoor ‘dringt het licht van Christus niet door’. Hun mindset, hun kenvermogens zijn verblind. Als dat is gebeurd dan wordt het Evangelie je vreemd, dan kun je het Evangelie niet begrijpen.

Denk aan de Galatenbrief, een brief aan christenen die ook risico lopen vervreemd te raken van het Evangelie. De enorme vraag van Paulus: Wie heeft jullie betoverd (3:1)? Weer die taal van een bovenaardse, metafysische beïnvloeding die gaande is: betovering. Who has damaged your mind, vertaalt J. Louis Martyn. U was ooit geknecht onder de elementen van deze wereld (4:3). En dat jullie christen zijn geworden, is omdat God Zelf jullie onder die macht vandaan getrokken heeft. Daar wordt een gevechtswerkwoord gebruikt, exaireo:

Volgende week het slot van dit vierluik.

je bent losgevochten van deze tegenwoordige boze wereld.

Comateuze toestand

Ook Efeze is een gemeente die niet vrij is van het aandringen door hen omringende vijandige machten. Paulus schrijft: ‘Ge waart vroeger doden (…) omdat ge wandelde volgens de aeoon van deze kosmos’ (2:1-2). Dat is niet alleen taal van blindzijn, zelfs van doodzijn. Je geest was dood, omdat je gevangen zat in de maalstroom van de god van deze eeuw. Dat uitdagen door die machten is blijkbaar nog steeds gaande en dus dreigt het gevaar dat de gemeente opnieuw onder die heerschappij komt. Daarom klinkt in de vermaning de geestelijke strijd die de schrijver voert (4:17-32): ‘Ga niet langer de weg van de heidenen.’ Paulus gebruikt opvallende begrippen om dat heidenzijn te typeren. Het gaat over de vergeefsheid van hun denken, over de duisternis van hun oordeelsvermogen. Afgestompt als ze zijn, geven ze zich over aan de losbandigheid (17-19). Het is aangrijpende taal over ongeloof als een roes, een verblinding van je wil, van je denken, van je oordeelsvermogen, een comateuze toestand bijna, een afgestompt zijn, een geestelijke staat die grenst aan onverschilligheid. Als je eenmaal oog krijgt voor de sterke taal die Paulus gebruikt, voel je de strijd die aan de gang is rondom de gelovige en de ongelovige.

Gevangen

Een dichter zei ooit over Luther: ‘Zijn geest is tweeërlei oorlogsgebied, mij verwondert het niet dat hij demonen ziet.’ Deze theologie van Paulus, en dus die van Luther, is theologie van de aanvechting, van twee bestaansniveaus. Is dat niet ook het typerende van de profeten, dat zij juist op dat andere, dat geestelijke niveau zagen wat Israël gevangen hield? Is dat niet waar wij vandaag op hopen, dat we in de prediking zicht ontvangen op wat de gemeente en deze cultuur, op vrienden en geliefden gevangen houdt, verwondt? Mijn vraag is: hoe kunnen we deze taal en dit begrip van de werkelijkheid ontsluiten voor onze tijd? Hoe kun je deze apocalyptiek inzichtelijk maken? Want de taal die Paulus gebruikt over verblinding, over afgestompt zijn, over onaanraakbaar zijn, die taal komt angstig dicht bij de voorbeelden die ik eerder noemde van mensen van allerlei slag die binnengezogen worden in een cultuur die aan God voorbij is. Des te weerlozer je in die cultuur staat, des te meer je gedachten beïnvloed worden door die omringende cultuur. Des te meer dat gebeurt des te onaanraakbaarder je wordt, een onaanraakbaarheid die geestelijk van aard is.

Welk instrumentarium hebben predikanten om in die werkelijkheid getuige van het Evangelie te zijn? Hebben we daarom geen behoefte aan een prediking en theologie die ook in deze zin verlichting van het bestaan schenkt? En hebben we dus niet ook schrijnend behoefte aan de profetie?

C.M.A. van Ekris

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 september 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Gevangen in web van machten

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 september 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's