Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gebinte van het geloof

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gebinte van het geloof

Leerdienst in de praktijk [3, in Alblasserdam]

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De leerdienst lijkt vandaag een probleem te hebben. Te droog, te dogmatisch, uit de tijd. Is dat terecht? Een gesprek met ds. F. Hoek. Komt hij nog met de catechismus? En hoe geeft hij er dan vorm aan?

D s. Hoek vierde deze zomer zijn 25-jarig predikantschap. In 1985 werd hij in Aalst bevestigd als hervormd predikant. Daarna diende hij de gemeenten van Goedereede, Hendrik Ido Ambacht en IJsselmuiden. Sinds ruim een jaar is hij predikant in Alblasserdam. Al vrij snel begon hij in zijn eerste gemeente met het houden van leerdiensten. ‘Omdat ik vaak twee keer per zondag voorging, heb ik toen in een periode van vier en een half jaar bijna twee keer de Heidelbergse Catechismus behandeld.’

Vandaag gaat ds. Hoek in de regel één keer per zondag in de eigen gemeente voor en preekt hij veel minder vaak aan de hand van de catechismus. ‘De tijdsruimte tussen de verschillende zondagen vind ik daardoor dikwijls te groot. Daarom kies ik er soms voor om ook op andere momenten dan in de zondagavonddienst uit het leerboek te preken. Op de bid- of dankdag voor gewas en arbeid bijvoorbeeld over Zondag 10 of de bede ‘Geef ons heden ons dagelijks brood’ of tijdens een doopdienst over één van de zondagen over de doop en rond de viering van het heilig avondmaal over de zondagen die dit sacrament behandelen. Desondanks komt de leerdienst voor mijn gevoel te veel in de knel.’

Staat tijdens de leerdiensten altijd de Heidelbergse Catechismus centraal?

‘Ik heb me tot nu toe altijd gehouden aan de behandeling van de Heidelbergse Catechismus. Hoe leerzaam en waardevol de inhoud van de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Dordtse Leerregels ook is, deze belijdenisgeschriften zijn mijns inziens minder geschikt als uitgangspunt voor de prediking dan de catechismus. Ook vanuit pedagogisch oogpunt geef ik aan de prediking van de catechismus, met haar vraag- en antwoordmethode, de voorkeur. Daar komt bij dat de persoonlijk getoonzette vragen en antwoorden uitermate geschikt zijn om bij het hart van de geloofsleer en het hart van de gemeente te komen.’

Is de indeling in zondagen leidend of neemt u kernnoties uit de catechismus? ‘Doorgaans het eerste. Wel kies ik er regelmatig voor om een bepaalde gedachte of kernnotie uit een zondag uit te vergroten, ook met het oog op wat er op dat moment in de wereld of de kerk speelt.

Preken in het Darwinjaar over het geloof in God, de Schepper van de hemel en de aarde, en daarbij volkomen voorbijgaan aan de discussie rond schepping en evolutie kan in mijn ogen niet. Daarmee zou je de gedachte kunnen voeden dat dit belijdenisgeschrift niet (meer) van deze tijd is.’

Hoe belangrijk vindt u de leerdienst voor de opbouw van de gemeente?

‘Uitermate belangrijk. Ik vind het zorgelijk dat er zowel onder ouderen als jongeren vaak weinig zicht is op het feit dat we als gemeente in een traditie staan waarin de hoofdzaken van het christelijk geloof op een bijzonder rijke wijze zijn verwoord. In de catechismus komen deze hoofdzaken – geloof, gebod, gebed, de sacramenten – stuk voor stuk aan de orde. De waarde van de leerdienst is mijns inziens om samen met de gemeente keer op keer te ontdekken van welk groot belang deze hoofdzaken zijn.’

Hoe bereikt u dat de leerdienst onder ouderen en jongeren een positief imago heeft?

‘Allereerst door te onderstrepen dat ook in een leerdienst, waarin een bepaalde zondag uit de catechismus als uitgangspunt voor de prediking dient, het Woord aan het woord komt. Je hoort nogal eens: ‘We hebben aan de Bijbel toch genoeg!? ’ Juist de catechismus wil ons het sola Scriptura, het sola fide, het sola gratia en het solo Christo op het hart binden.

Het is mijn ervaring ook dat het positief werkt als je durft te zeggen dat een belijdenisgeschrift niet onfeilbaar is en soms correctie of enige aanvulling behoeft. Wie bijvoorbeeld bij de uitleg van het ‘onbekwaam tot enig goed’ (Zondag 3) ook Calvijn en de Dordtse

Leerregels aan het woord laat en aangeeft dat hier bedoeld wordt ‘enig zaligmakend goed’, zal merken dat mensen daardoor meer echt in gesprek gaan met de Heidelberger.

Ds. C. Blenk noemde de catechismus Een open monument, en spreekt mij zeer aan. Als monument waarin het gebinte van de kerk, van het christelijke geloof onovertroffen is verwoord mogen we dit belijdenisgeschrift niet kwijtraken. Laten we wel dit monument openstellen voor de vragen van nu. Ik ben ervan overtuigd dat dit het aan kan.’

Hoe zoekt u de inhoud van dit belijdenisgeschrift in het leven van gemeenteleden te brengen?

‘Ik probeer in te zetten bij vragen als ‘Wat zeggen we nu feitelijk wanneer we met de Twaalf Artikelen ons geloof belijden? ’, ‘Wat is het belang van de heilige doop en het heilig avondmaal? ’ of ‘Hoe actueel zijn de tien geboden anno 2010? ’ enzovoort. In IJsselmuiden probeerde ik de jongeren van de gemeente bij de catechismus te betrekken door regelmatig tijdens de catechisatie alvast de vragen en antwoorden ter sprake te brengen die de komende zondag in de kerkdienst behandeld zouden worden. Ik vroeg hen dan welke vragen en opmerkingen ze bij die zondag

hadden, of ze het actueel of juist achterhaald vonden wat in de catechismus staat. Ik beloofde hun vragen en opmerkingen mee te nemen bij de voorbereiding van de preek en daar in de preek op terug te ko-

men.’

Hebt u uw werkwijze sinds u predikant werd ooit gewijzigd?

‘In mijn eerste gemeente begon ik altijd meteen bij de eerste vraag van de desbetreffende zondag en ging vervolgens systematisch de vragen en antwoorden die aan de orde waren langs. Ik had weinig tot geen oog voor de Sitz im Leben

van de vragen en antwoorden in de zestiende eeuw en preekte vrij tijdloos over de zondagen. Momenteel probeer ik veel meer aan te sluiten bij de vragen waarvoor de 21e eeuw ons stelt en waarmee

ouderen en jongeren in het leven van alle dag geconfronteerd worden. Bijvoorbeeld door bij de behandeling van Zondag 10 vragen over het lijden – wereldwijd en in het persoonlijke leven – en de hand van God daarin aan de orde te stellen. En wanneer de zondagen over de heilige doop aan de beurt zijn, ga ik bewust in op de argumenten die vanuit evangelische kring tegen de kinderdoop worden ingebracht. Of bij de prediking over de zondagen in het gedeelte over de dankbaarheid benadruk ik, tegen bepaalde evangelische tendensen in, dat in de ogen van de Heidelberger levensheiliging niet een prestatie van ons is, hoe reformatorisch verwoord vaak ook, maar een gave van de Heilige Geest, die ons geschonken is in Christus.

Het is mijn intentie om te laten zien dat de antwoorden van toen veelal ook antwoord geven op de vragen waarvoor wij ons nu gesteld zien en dat de hoofdzaken van het christelijk geloof nog niets aan belang en betekenis hebben ingeboet.’

Tineke van der Waal

Volgende week het slot van deze reeks: de leerdienst in Waardenburg-Neerijnen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 september 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Gebinte van het geloof

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 september 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's