Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Oud zijn met uitzicht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Oud zijn met uitzicht

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

D e Reformatie besteedt ruimschoots aandacht aan de positie van ouderen in de kerk. Veel oudere gemeenteleden zijn actief en betrokken, zo vermeldt de voorzijde van het blad. Als dat van iemand geldt, dan wel van emeritus hoogleraar dr. J. Kamphuis, inmiddels 88 jaar en nog altijd een gezaghebbende stem binnen de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt). Henk Ruiter had een gesprek met hem over ouderdom, afbraak en perspectief.

Wat betekent ouder worden voor u? ‘Ouder worden is voor mij geen los gegeven. Ik plaats het graag in een kader. Vanmorgen hoorde ik een politicus voor de radio zeggen dat je het individu alle ruimte moet geven. Dat ben ik niet met hem eens. Je leeft altijd in verbanden. Dat begint al bij de doop, dan ontstaat er een band met de gemeente. Voor een christen is het wezenlijk dat hij samen leeft, in de kerk, in het huwelijk, enzovoort. Paulus wijst er in Romeinen 15 op dat we moeten letten op het belang van de ander, dat deed Christus ook. Christus ging daarin zover dat onze smaad op hem is neergekomen. Oud worden in een gemeenschap waarin dit beleden wordt, geeft perspectief. Daar zit voor mij iets vrolijks in. Daardoor is het mogelijk om in beperkingen te leven.’

Hebt u angst voor het sterven? ‘Ik denk veel na over het leven na het sterven. In het Nieuwe Testament staan daarover aanduidingen die mijns inziens beter zouden kunnen functioneren, zoals bijvoorbeeld Lucas 15:9: ‘Ook Ik zeg jullie: maak vrienden met behulp van de valse mammon, opdat jullie in de eeuwige tenten worden opgenomen wanneer de mammon er niet meer is.’

Ik kan mij vinden in de uitleg die prof. Greijdanus in de Korte Verklaring geeft van dit vers. Hij schrijft dat wij in de hemel ontvangen worden door de mensen aan wie wij goed deden. Dat betekent dan dat ook daar een gemeenschap is, net als hier. We zullen er allen samen Christus kennen als de eens gekruisigde en met Hem leven in de verwachting van de voleinding van de wereld. Sterven blijft moeilijk, maar dit is een heerlijk perspectief. In het verleden heb ik meer tegen dat sterven opgezien dan nu. Dat komt ook omdat ik steeds een stukje afbraak ervaar. Of ik er angst voor heb? Op de momenten dat de band met Christus slapper is. De staf van Mozes moet omhoog geheven blijven, Exodus 17.’

In deze tijd wordt veel gesproken en geschreven over ‘voltooid leven’. Een mens moet het recht hebben om een punt achter zijn of haar leven te zetten. Hoe kijkt u als oudere aan tegen deze discussie?

‘Het is volstrekt onjuist om zo te spreken.

Wij hebben niet de beschikking gekregen over ons leven. Het leven op aarde is voltooid als God je roept. Mijn achterkleinkind Koen is mij voorgegaan. God haalde hem thuis toen hij drie weken oud was. Zijn leven was dus voltooid. Die

wetenschap gaf troost toen wij bij het grafje stonden. En wij mogen wachten, ook in moeilijke situaties, totdat God zegt dat ons leven klaar is.’ (…)

In het gesprek komt ook de nieuwe generatie aan de orde. Kamphuis heeft altijd graag catechisatie en college gegeven, maar nu zijn de contacten met jongeren beperkt tot de eigen familiekring.

‘(…) ik besef heel goed dat deze ontwikkelingen horen bij mijn levensfase. Als oudere krijg je te maken met vereenzaming. Niet alleen de contacten met jongeren, maar ook die met leeftijdgenoten worden minder. Veel oud-collega’s en vrienden met wie ik belangrijke zaken kon delen, zijn overleden of niet meer in staat om te communiceren.’

Wat wilt u als geestelijke bagage meegeven aan de volgende generatie? ‘Laat ik eerst iets vertellen over mijn eigen jeugd. Als gymnasiast hielp ik op zaterdag altijd mijn opa. Hij was conciërge van een school en kon mijn hulp goed gebruiken bij het sjouwwerk. Als mijn taak klaar was, ging ik naar mijn grootmoeder. Zij las veel in de Bijbelverklaring van Matthew Henry. De godzaligheid die zij praktiseerde heeft diepe indruk op mij gemaakt. Zij leefde in vroomheid. Op onze beurt moeten wij een voorbeeld van vroomheid voor de nieuwe generatie zijn.’

Kunnen jongeren in deze tijd hier wel wat mee? Vroomheid is niet echt een populair woord bij hen.

‘Dat weet ik. Maar het gaat mij om de zaak. Voor mij heeft vroomheid te maken met de omgang met God. En die omgang is voor jong en oud immens belangrijk. Mijn vrouw is erg doof. Maar we lezen regelmatig samen uit de Bijbel

en kunnen daar met elkaar nog over praten. Dat zijn prachtige momenten waarin we samen de omgang met God ervaren. Natuurlijk leven jongeren in een andere wereld en hebben ze vaak andere vragen. Daar moeten we in wijsheid en goed luisterend mee omgaan, maar dat neemt niet weg dat zij aan ons moeten kunnen zien wat de omgang met God inhoudt.’

Welk advies zou u jongeren willen geven? ‘Zorg dat je de Bijbel kent en houd daaraan vast. Zo deed Jezus het ook. Als twaalfjarige jongen ging Hij naar de tempel. Daar luisterde Hij naar de leraren en stelde hun vragen. Zo heeft Hij als kind de Bijbel uit die tijd, het Oude Testament, leren kennen. Later zou Hij zich daar regelmatig op beroepen. Toen Hij door de duivel op de proef werd

gesteld, kon Hij antwoorden met: ‘Er staat geschreven.’ En hoe vaak beriep Paulus zich niet op het Oude Testament? In al die gevallen functioneerde de Bijbel niet als een betonnen zuil, maar als het Woord van de levende God, dat zo krachtig is dat je er zelfs de duivel mee kunt weerleggen.’

Uit welk gedeelte van de Bijbel put u zelf vertrouwen? ‘Heel de Bijbel is heilsgeschiedenis, daar moeten we niet uitkiezen wat ons zelf uitkomt. Denk weer aan Romeinen 15: ‘Àlles wat vroeger is geschreven, is geschreven om ons te onderwijzen, opdat wij door te volharden en door troost te putten uit de Schriften zouden blijven hopen.’ Neem nu eens het veelbesproken (n.a.v. het proefschrift van dr. Koert van Bekkum, GvM) hoofdstuk Jozua 10 over het stilstaan van de zon en de maan op bevel van Jozua. Ik heb mij vaak afgevraagd bij alle discussies: luisteren we nog wel naar wat God ons hier wil zeggen? Hij, de almachtige Schepper van zon en maan, gebruikt zijn allesomvattende macht om het land van de belofte aan zijn volk te schenken. Voor mij is het zeker dat als wij leven met deze machtige God, Die heel de schepping regeert, wij ook met hem durven sterven. Hij kan en zal ons door het sterven heen vasthouden.’

Aansprekend is Kamphuis’ pleidooi dat jongeren aan ouderen moeten kunnen zien wat de omgang met God inhoudt. Dat sluit mooi aan bij de bijbelstudie verderop in De Reformatie over de bekende tekst van Maleachi 3:24 (NBV; in de Statenvertaling is het 4:6) waarin het hart van de vaderen tot de kinderen zal worden teruggebracht. Ds. H. Siegers (Ommen-West) schrijft daarover:

Maleachi bindt de generaties op het hart: laat je in je hart kijken – leg je hart op tafel, dan kom je samen verder. En als eerste wordt dan wel de oudste generatie aangesproken: laat de volgende generatie in je hart kijken, want jullie hebben meer ervaring met God dan diegenen die na je komen. Dus ouders, opvoeders, catecheten, ouderlingen en dominees: het is belangrijk hart voor de jongere generatie te hebben. Wat is je drijfveer, waar gaat het om in je geloof, en ook welke twijfels en onzekerheden heb je en hoe ga je daarmee om?

En jongeren, de volgende generatie: heb hart voor de generaties boven je en zie naar hun leven met de HEER. En laat die ouderen boven je merken hoe enthousiast jullie zijn over Gods relatie met jou en zijn liefde voor je. Bij een doop wordt de gemeente aangesproken: wees een voorbeeld van geloof – de nieuwe generatie mag God mede leren kennen door leven van de eerdere generaties met God. Dat is geweldig! Laat het niet zo zijn dat jongeren door het toedoen van de oudere generatie God en de kerk de rug toekeren. God wil generaties samen op weg zien.

G. van Meijeren

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 september 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Oud zijn met uitzicht

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 september 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's