Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Te weinig mentoren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Te weinig mentoren

Blijven beseffen lerende gemeente te zijn

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hervormd Hogendam is een paar jaar terug met mentorcatechese begonnen. De eerste tijd ging het prima, maar nu niet meer. Het aantal mentoren dat deze taak aankan, is gedaald, zozeer zelfs dat er te weinig zijn.

D e mentor vormt een belangrijke factor in de mentorcatechese – de naam maakt dat al duidelijk. Het catechetisch werk dat hij of zij in de groepsbespreking doet, is van even groot belang als het onderricht dat de predikant of catecheet in het eerste deel van de catecheseavond geeft. Dat betekent dat de mentor mooi, maar ook moeilijk werk verricht. Hij moet aan bepaalde randvoorwaarden voldoen. Zo moet hij voldoende kennis en vaardigheden hebben om leiding te geven aan een onderwijsleerproces in een groep. Dat betekent dat een mentor de stof beheerst en ook communicatief begaafd is.

Zijn zulke mentoren te vinden en willen ze meedoen? Ja, dat is in de meeste gevallen zeker het geval. Verrassend vaak, ik ben daarvan onder de indruk. Een beroep op hen wordt positief beantwoord. Het mooie is dat hiermee een wezenlijke trek van het gemeente gestalte krijgt. Namelijk dat het geloofsonderricht niet een taak van de predikant alleen is, maar van de gemeente. Er straalt bewogenheid uit van de gemeente naar de jongeren toe.

Sterk

De mentorcatechese functioneert in veel gemeenten prima. Ze heeft dan ook sterkte kanten. Ik noem er een aantal. Jongeren uit een en hetzelfde gezin maken samen het eerste deel van de catechesebijeenkomst mee. Ze zitten dan bij elkaar. Dat legt een link naar het gezin. Ook de mentoren van de groepjes zitten tijdens het eerste deel in de grote groep. Het gevolg is dat er rust is. Rust is nodig om te leren. Zonder rust geen catechese. De predikant of catecheet kan zich richten op een of twee catechesebijeenkomsten per week. Dat bespaart tijd en biedt concentratiemogelijkheden. Het ‘eenzame avontuur’ is voorbij. De kleine groepen bieden de mogelijkheid om tot goede leergesprekken te komen.

Kwetsbaar

Deze en andere sterke kanten maken de mentorcatechese aantrekkelijk. Maar er zitten ook kwetsbare kanten aan. De predikant of catecheet moet catechese geven aan jongeren van twaalf tot achttien jaar. Het vraagt heel wat didactische vaardigheden om dan toch rekening met de leeftijdsverschillen te houden.

Verder moeten de mentor – zoals gezegd – aan bepaalde eisen voldoen, die zeker niet minder zijn dan die van de catecheet. De mentor is immers niet maar gespreksleider, maar een catecheet en pastor. Vandaar de naam mentor. Zijn er in een bepaalde gemeente vijftig catechisanten, dan zijn er voor minstens zes groepen een mentor nodig.

Verlegenheid

Precies op dit punt raakte hervormd Hogendam in verlegenheid. Aan het nodige aantal mentoren is niet te komen. Wat nu? Heeft de gemeente gefaald? Blijkt hier dat mentorcatechese geen goede vorm is? Dat kunnen we beslist niet zeggen. Wel is het zo dat we onder ogen moeten zien dat mentorcatechese een bepaald kader en aanwezige vaardigheden veronderstelt. Bovendien kan een kerkenraad maar niet iemand als mentor vragen en moet hij of zij er zelf vervolgens maar uit zien te komen. Mentoren hebben goede begeleiding en instructie nodig. Ook pastorale begeleiding om bemoedigd te worden. Anders houden de mees-

ten het niet vol. Ze moeten ontvangen om zelf te geven. Ze moeten zelf leren om anderen te leren. Om uiteenlopende redenen kan het dan gebeuren dat het aantal mentoren te gering is geworden. Betekent dit het einde van de catechese? Natuurlijk niet.

Duocatechese

Wie de geschiedenis van de catechese kent, weet dat er heel wat verschillende vormen van catechese zijn geweest. De vormen wisselen elkaar af en vullen elkaar aan. Het is daarom nodig dat er in een gemeente een catechesecommissie is waar voortdurend bezinning kan plaatsvinden op de inhoud en vorm van het onderricht in de gemeente. Precies het probleem dat zich in Hogendam voordoet kan dan alle aandacht krijgen.

Het is daarom nodig op de hoogte te zijn van andere vormen van catechese. Ik noem een vorm die vandaag ook plaatsvindt en goed voldoet. Het krijgt vaak de naam duocatechese. Wat wil dat zeggen? De jongeren verdelen zich in leeftijdsgroepen en krijgen niet van één maar van twee personen catechese. Meestal zijn dat de predikant en een catecheet of gemeentelid. Zij vullen elkaar aan, geven wisselend leiding. Ik hoor nog wel eens dat de predikant geassisteerd wordt door iemand die verstand van techniek heeft; beiden vullen elkaar prachtig aan.

Deze vorm van catechese heeft ook weer bepaalde voordelen. De predikant of catecheet kan bijvoorbeeld meer persoonlijk met de jongeren omgaan en verbanden met pastoraat en eredienst leggen. Ook kan soms beter getoetst worden of er voldoende aandacht aan kennisoverdracht gegeven wordt.

Lerende gemeente

Toch is hiermee niet alles gezegd. Want hoe komt het dat er geen mentoren meer te vinden zijn? Dat hoeft niet maar kan wel te maken hebben met het feit dat de gemeente zich te weinig bewust is van haar taak voor de jongeren. Het ontbreken van mentoren kan een signaal zijn dat, op een dieper niveau, iets schort aan het besef dat men als gemeente een lerende gemeente dient te zijn. Dat hangt bijvoorbeeld nogal eens samen met het achteruitgaan van de tweede dienst als leerdienst. En hoe zit het in zo’n geval met de geloofsopvoeding in de gezinnen?

De gemeente dient soms wakker geroepen, soms zelfs wakker geschud te worden. Het is tijd. Tijd om te leren. Ook om te leren anderen te leren, zodat de catechese door middel van blijvende kadervorming door de gemeente gedragen wordt. Heeft ieder gemeentelid de gave gekregen om te leren? Nee. Laat de catechesecommissie daarom op evenwichtige wijze naar wegen zoeken die voor de concrete jongeren in de eigen gemeente het beste is. De Heere heeft een blijmoedige gever lief, zeker ook de gever van catechisatie.

W. Verboom

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 oktober 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Te weinig mentoren

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 oktober 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's