Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nuttig voor kerk en staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nuttig voor kerk en staat

HGJB start in 1910 als Jongelingenbond

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wie kennisneemt van het werk van de HGJB komt onder de indruk van het vele werk dat gebeurt. En dat terwijl het honderd jaar geleden zo eenvoudig begint: de oprichting op 9 november 1910 van de Bond van Nederlands Hervormde Jongelingsverenigingen op Gereformeerde Grondslag.

E en twintigtal jongelingsverenigingen sluit zich bij de nieuwe bond aan. Toch ís het niet zo eenvoudig. Van begin af aan is de doelstelling breed: ‘Het vormen van nuttige leden voor kerk, staat en maatschappij.’ De bestudering op de verenigingsavonden van de Bijbel en de belijdenisgeschriften is het belangrijkste, aldus een van de hoofd­be-stuurs­leden enkele jaren later. Ook de politiek blijft niet onbesproken. De ‘jongelingen’ – jongens van rond de twintig – dienen op de hoogte te zijn van de diverse partijen, hun historie en hun beginselen. De Vaandrager, orgaan van de Jongelingsbond, geeft in 1921 als antwoord op de vraag tot welke partij de bond behoort: ‘Natuurlijk de Anti-Revolutionaire partij, zoals bij de oprichting werd aangewezen door de erevoorzitter, Ds. M. van Grieken’ – ds. Van Grieken is zelf tweede voorzitter van deze partij. Als deze uitspraak in een aantal gemeenten spanningen geeft, wordt in 1925 verklaard: ‘Een bepaalde groep of partij dienen we niet, we bepalen ons bij de behandelingen van de beginselen waaruit de christelijke partijen wensen te leven.’

Hervormde Kerk

Als het gaat om het kerkelijk standpunt, wil de Jongelingsbond uitdrukkelijk een bond zijn bin­ nen de Hervormde Kerk, om jongeren toe te rusten hoe zij naar Schrift en belijdenis in de kerk dienen te staan. Er is nauwe aansluiting bij de Gereformeerde Bond. Ds. Van Grieken, voorzitter van de Gereformeerde Bond, wordt bij de oprichting ook als voorzitter van de Jongelingsbond gekozen. Voor berichten en mededelingen heeft de nieuwe bond de eerste twee jaar de beschikking over enkele kolommen in De Waarheidsvriend.

Veelzeggend is dat de eerste jaren al gesproken wordt van de ‘abnormale toestand en diepe val’ van de Nederlandse Hervormde Kerk en, wat ons land betreft, van de ‘toenemende ontkerstening van ons volk’.

Meisjesbond

Ook de Meisjesbond – vijftien jaar later opgericht, in 1926 – begint eenvoudig. Het doel van de meisjesverenigingen is, aldus de statuten, ‘bekwaam gemaakt te worden voor de taak die onze meisjes en jonge vrouwen wacht in huisgezin, kerk, maatschappij en staat’. Ook dat wordt breed ingevuld. Er zijn (bijbel)studieverenigingen en naaiverenigingen – de laatste werken voor diaconie en zending. In een van de gemeenten houdt de meisjesvereniging een ‘jaarlijkse uitdeling aan arme gezinnen’. In 1938 wordt door breien en naaien 600 gulden bijeengebracht voor de kerk in Rante Pao en in 1939 zijn enkele Toradjameisjes te gast op de jaarlijkse bondsdag van de meisjesbond. In 1947 wordt in Noordwijk aan Zee een vakantieweek voor meisjes georganiseerd, waaraan zeventig meisjes deelnemen. Sindsdien zijn er jaarlijks vakantieweken, ook in Doorn en in Nunspeet.

Knapen en jonge meisjes

In 1921 wordt de Knapenbond opgericht – de knapenverenigingen zijn er voor jongens van twaalf tot zestien – en in 1936 de Jonge Meisjesbond. Aanvankelijk zijn de bonden – net als de verenigingen voor ‘jongelingen’ en oudere meisjes – gescheiden. Langzamerhand groeit er echter contact. Zo wordt vanaf 1947 de bondsdag van de Jongelingsvereniging en Meisjesbond gezamenlijk gehouden. Een jaar later is er op initiatief van de secretaris van de Knapenbond een gezamenlijke radio-uitzending van de vier jeugdbonden vanuit de Augustijnenkerk te Dordrecht, uitgezonden door de NCRV.

In 1964 komt het tot een fusie van de Jongelingsbond en Meisjesbond tot de Hervormd-Gereformeerde Jeugdbond. In 1971 fuseerden de Knapenbond en Jonge Meisjesbond tot Hervormd-Gereformeerde Jeugdorganisatie. In 1974 komt het tot de stichting Landelijk Centrum HGJB voor alle vier Bonden. In 1982 wordt de naam Hervormd- Gereformeerde Jeugdbond.

Vorming en toerusting

Na de oorlog komt de nadruk vooral te liggen op kadervorming van de leiders en leidsters in het jeugdwerk en op vorming en toerusting. Dat gebeurt via de bladen – zoals het blad Leiding en, voor de leiding van de jongere jeugd, Bouwstof –, via afzonderlijke publicaties, kadercursussen (in 1956 op veertien plaatsen), leidersvergaderingen en conferenties. Vanaf ongeveer 1985 gebeurt de kadervorming door provinciale jeugdwerkadviseurs of plaatselijk op aanvraag. Inmiddels is het werk zo uitgebreid dat er in 1960 in de persoon van ds. A.J. Jorissen een jeugdpredikant wordt beroepen, de eerste predikant voor het werk van de >

HGJB. Twee jaar later wordt C. van Iterson benoemd, de eerste vrijgestelde jeugdwerkleider voor de jongere jeugd. Sinds die tijd zijn er vele vrijgestelden gevolgd.

Silvosa

Vanwege het vele werk komt er meer en meer behoefte aan een eigen bondscentrum. De Knapenbond heeft sinds 1961 al een eigen centrum (De Driehoek in Ermelo), maar dat is meer conferentie- en vakantiecentrum. Voor de oudere jeugd gebeurt het werk sinds 1960 vanuit het wijkcentrum van de Utrechtse predikant ds. G. Spilt. Toch is een eigen centrum meer dan nodig. In 1961 wordt Silvosa in Bilthoven aangekocht, dat, na een grondige verbouwing door voor het merendeel vrijwilligers, het werk- en conferentiecentrum van de HGJB wordt. Vele conferenties, weekends en zomerkampen worden er gehouden. In 1977 en 2003 zijn voor het steeds uitbreidende werk opnieuw verbouwingen nodig, waardoor Silvosa voortaan alleen nog het werkcentrum van de HGJB wordt.

Er komen ook regionale en provinciale centra: in Doeveren (1963), Goeree-Overflakkee (1966), Schoonhoven (1972), Putten (1973), Overijssel (1975) en, in samenwerking met de IZB, Sebaldeburen (1982). Vanuit deze centra kan het toerustingswerk dicht bij de gemeenten plaatsvinden, door een groeiend aantal stafleden. In latere tijd wordt het aantal provinciale centra teruggebracht tot twee: Putten en Schoonhoven.

Vakantiekampen

Van veel betekenis zijn (nog steeds) de vakantiekampen, waardoor de jongeren onder goede leiding op een verantwoorde wijze vakantie kunnen houden. Vakantiekampen zijn er voor verschillende leeftijden, voor de jongere jeugd (9-12) in het eigen land, voor de oudere leeftijdsgroepen ook in het buitenland. Ook daar wordt aan toerusting gedaan. Jongeren kunnen zich verdiepen in andere culturen, er zijn reizen waarin deelnemers kunnen optrekken met buitenlandse leeftijdgenoten en zogenaamde werkvakanties, waarbij jongeren kunnen helpen in een of ander project, bijvoorbeeld het opknappen van een school in Hongarije, en leren zich in te zetten voor anderen.

Diaconaal en missionair

Dit alles betekent een verbreding van het werk. Jongeren worden

ook toegerust om diaconaal en missionair bezig te zijn. Bij missionair valt te denken aan het VakantieBijbelWerk, dat in vele gemeenten plaatsvindt, en aan het Dabarwerk op vele campings in ons land. De HGJB ondersteunt dit werk met missionaire cursussen en door materiaal aan te leveren, zodat het op een goede

wijze kan gebeuren. Bij diaconaal bezig zijn denk ik aan de tweejaarlijkse diaconale projecten voor alle aangesloten verenigingen en jeugdclubs. Dit jaar was dat, in samenwerking met de GZB, de actie ‘Gewoon gastvrij’ voor een project op Noord- en Midden-Java. Eerder waren er soortgelijke acties voor Rwanda, de Filippijnen, Peru, Soedanese vluchtelingen, de Waldenzen en anderen. Door dergelijke acties ontdekken jongeren wat God bedoelt met barmhartigheid en gerechtigheid en leren zelf ook voor anderen bezig te zijn in de Naam van Jezus Christus.

Nu

Inderdaad, we kunnen onder de indruk komen van het vele werk dat voor onze jongeren bij de HGJB gebeurt. Er is nog veel meer te noemen. Er is een HGJB-centrum voor catechese. Verschillende catechisatieboekjes zijn uitgegeven voor de diverse leeftijdsgroepen, ook voor volwassenen die openbare belijdenis van het geloof deden maar nog verder toegerust willen worden. Er zijn bladen voor tieners, jongeren en leidinggevenden. Er is in samenwerking met uitgeversmaatschappij Boekencentrum een multimediale uitgeverij, die onder andere een bijbelstudiereeks en andere boekjes uitgeeft, gericht op jongeren. Ook verscheen de liederenbundel Op Toonhoogte, voor gebruik op de verenigingen. Er zijn cursussen voor leidinggevenden en er is een missionaire jongerencursus voor jongeren van 17 tot en met 23 jaar. Er is een nieuwe godsdienstonderwijsmethode, Bijbelwijs, waarin jongeren in twee leerjaren van elk 38 lessen kennismaken met aspecten van de Bijbel en het christelijk geloof. En er kwam, het kan bijna niet anders, een website die door ouderen en jongeren geraadpleegd kan worden.

Handreiking bij belijdenis

Sinds de oprichting van de Jongelingsbond in 1910 is er zowel in de samenleving als in de kerk veel veranderd. We leven in een totaal andere wereld dan honderd jaar geleden. Met name geldt dat voor de jongeren. In veel opzichten veranderde ook de HGJB. De grondslag blijft echter dezelfde. De HGJB wil zijn werk uitdrukkelijk verrichten in gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift en gebondenheid aan de drie reformatorisch belijdenisgeschriften.

Een van de beleidsthema’s is om de komende jaren de kennis van het gereformeerde belijden aan de jongeren over te brengen, wat uiterst belangrijk is gezien de vervreemding van veel jongeren van de belijdenisgeschriften en de evangelische invloeden op onze jongeren. Heel onlangs is daarom de handreiking Leerdienst. nu ontwikkeld, om de inhoud van de belijdenisgeschriften dicht bij de jongere te brengen. Deze handreiking is bedoeld voor predikanten als voorbereiding voor de leerdienst, maar ook voor jongeren (en ouderen!) om de leerdiensten meer tot hun recht te laten komen.

Begonnen is met een handreiking bij de Nederlandse Geloofsbelijdenis. De komende jaren zullen ook thema’s uit de Heidelbergse Catechismus, de Dordtse Leerregels en de belijdenisgeschriften uit de Vroege Kerk aan de orde komen.

JOP

De HGJB heeft vanaf het begin, evenals de Gereformeerde Bond, zijn plaats willen innemen in het geheel van onze kerk. Daarom is het goed dat er begin vorig jaar een samenwerkingsverband ontstond tussen het jeugdwerk van de Protestantse Kerk (JOP) en de HGJB, waardoor de HGJB mede dienstbaar kan zijn voor het jeugdwerk binnen het geheel van de kerk. Dat betekent dat de directeur van de HGJB, ds. H.J. van Wijnen, voor een deel van zijn werk betrokken is geraakt bij de Dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk. Daarbij blijft de HGJB volledig zelfstandig en met een eigen hervormd-gereformeerde identiteit. De overeenkomst is aangegaan voor zes jaar, waarna een evaluatie zal plaatsvinden. In de loop der jaren veranderde er in het jeugdwerk qua vormgeving, werkwijzen en uitvoering veel. Dat geldt niet alleen de HGJB, maar vele facetten van het leven. Het is daarom begrijpelijk dat in verschillende gemeenten kritische kanttekeningen werden gemaakt bij het werk van de HGJB. Een aantal gemeenten maakt al sinds de jaren tachtig geen gebruik meer van het materiaal en de diensten van de HGJB.

Van 450 naar 25.000

Het jeugdwerk in een tijd van enorme secularisatie en kerkverlating is geen eenvoudige zaak. Er is geen gemeente in ons land die daar geen weet van heeft. Het is vele malen gemakkelijker om kritiek te hebben dan om positief bijbels proberen mee te doen en inbreng te hebben. Wie zal precies weten hoe we jongeren in een tijd van beeldcultuur en digitalisering, in een samenleving van ontkerstening en afval van God, die bovendien multireligieus en multicultureel is, met de boodschap van het Evangelie en van Gods geboden en beloften moeten benaderen? De HGJB wil daarin behulpzaam zijn. Het is daarom verheugend dat zij groeide van een Jongelingenbond met, kort na 1910, 450 leden, tot een jongerenorganisatie van meer dan 25.000 leden. Het is meer dan duidelijk dat ze, ook al kunnen er soms kritische vragen zijn, volop ons meeleven, onze voorbede en steun mag hebben.

H. Veldhuizen

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Nuttig voor kerk en staat

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's