Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BOEKBESPREKINGEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BOEKBESPREKINGEN

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. H.R. van de Kamp Hebreeën. Geloven is volhouden. Uitg. Kok, Kampen; 336 blz.; € 34, 90.Johanneke Liemburg Fedde Schurer 1898-1968. Biografie van een Friese koerier. Uitg. Friese Pers Boekerij, Leeuwarden; 567 blz.; € 39, 50.

Dr. H.R. van de Kamp Hebreeën. Geloven is volhouden. Uitg. Kok, Kampen; 336 blz.; € 34, 90.

Met het commentaardeel op de Hebreeënbrief is het Commentaar op het Nieuwe Testament (derde serie) voltooid, ruim dertig jaar nadat het eerste deel verscheen. De serie is geredigeerd door prof.dr. J. van Bruggen. Een groot compliment is hier op zijn plaats, omdat op deze wijze in het Nederlands taalgebied een bijbelgetrouwe commentaarserie beschikbaar is, die veel recent exegetisch onderzoek heeft verwerkt.

Het deel dat de Hebreeënbrief behandelt heeft een nieuwe kleur gekregen, die veelzeggend is: paars. De delen die de brieven van Paulus behandelen zijn donkerblauw, de delen die de andere apostelen behandelen zijn rood. En de Hebreeënbrief zit daartussen als paars deel. Met deze kleur wordt de visie van dr. Van de Kamp aangeduid, dat de schrijver van de Hebreeënbrief waarschijnlijk niet Paulus was, maar wel een van zijn leerlingen. Hierover is overigens verschillend gevoelen. De grondtekst bevat geen naam van een auteur. Toch hebben velen de eeuwen door toch wel aangegeven dat zij Paulus als auteur zagen. Iemand als Calvijn gaat er tamelijk beslist van uit dat het Paulus niet is, terwijl onze kanttekeningen aangeven te menen dat hij het wel was. Dit geeft aan dat we op dit punt niet verder komen dan gissingen. We zullen ermee moeten leven dat we het niet weten.

Ondertussen is de Hebreeënbrief een brief

die de grootheid en heerlijkheid van Christus op een eigen en tegelijk indrukwekkende wijze naar voren brengt. Dr. Van de Kamp biedt goed materiaal, en dat helder verwoord, om de betoogtrant en thema’s van de brief binnen te dringen. Dat is ook nodig, want

de Hebreeënbrief is zeker niet eenvoudig. Ik noem hoofdstuk 1 over de verhouding van Christus tot de engelen, maar vervolgens ook de vergelijking met Melchizedek in hoofdstuk 5 tot en met 9. Dr. Van de Kamp geeft goed de verschillende mogelijkheden van uitleg aan, met bijbehorende argumentatie. Dit geeft de mogelijkheid om zelfstandig een keuze te maken.

Ik licht er enkele zaken uit. Om te beginnen de reden van het schrijven van deze brief en de geadresseerden. Dr. Van de Kamp komt tot de conclusie dat de brief gericht is aan Joodse christenen die Jezus dreigen los te laten. Ze zijn in een geloofscrisis terechtgekomen. Hoe komt dat? Wat is de oorzaak? In de brief wordt niet een bepaalde dwaling genoemd. Wel blijken de geadresseerden vervolging en lijden om het geloof te hebben meegemaakt. Zouden deze christenen daardoor misschien vatbaar zijn geworden voor de Joodse eredienst, om dat daarmee geen lijden verbonden was? Het blijft gissen. Wel is mijns inziens jammer dat dr. Van de Kamp hierbij niet meer ingaat op toch een belangrijke zaak die juist de Hebreeënbrief binnen het Nieuwe Testament naar voren brengt. En die meer wil dan alleen de christenen ervoor te bewaren dat zij ‘Christus Jezus kwijt raken’ (29). Ik doel dan op het feit dat in deze brief wel de wederkomst duidelijk wordt beleden, maar tegelijk alle aandacht nadrukkelijk wordt gewend naar de Heere Jezus, die heden aan de rechterhand van God is. Terwijl de eerste christenen sterk bij de nabije wederkomst leefden, leert de Hebreeënbrief om dicht bij de verhoogde Christus heden te leven. Dat is geen verandering van de geloofsleer, want naar de wederkomst wordt ook uitgezien. Maar gezien het feit dat de Heiland nog wacht om te komen, is het de christenen nodig om veel rijker en intenser te leren leven bij Christus zoals Hij heden in de hemel is. Juist daarin komt de uitzonderlijke kracht van deze brief naar voren. Dit is een zaak die theologisch van groot belang is.

Hiermee hangt samen het feit dat dr. Van de Kamp heel weinig aandacht geeft aan mogelijk gebruik van platoonse woorden en begrippen, waarbij ook de Jood Philo genoemd kan worden. Hij wijdt er slechts drie regels aan en concludeert dat er geen bewijs is voor directe afhankelijkheid. Daar zou toch anders over gedacht kunnen worden. (Zie daarover het beroemde commentaar van C. Spicq uit 1952 en het grondige commentaar van L.T. Johnson uit 2006. Beide studies worden helaas niet door Dr. Van de Kamp in zijn lijst genoemd, terwijl Johnson uitvoerig het punt van platoonse invloeden, dan wel invloeden van Philo behandelt.) Juist omdat dit platoonse woordgebruik door de schrijver in dienst lijkt te zijn genomen om te onderstrepen dat een christen wel leeft in deze wereld, maar tegelijk in nauw contact is met de hemel, omdat die door de verhoogde Christus is geopend. Dat maakt ook hoofdstuk 12:18-24 zo uitzonderlijk belangrijk. Hierdoor kijkt een christen minder gespannen vooruit naar de wederkomst (al blijft hij die volop verwachten), maar kijkt vooral intensief naar boven, naar de hemel, waar heden Christus is in Zijn rijkdom als Koning en Hogepriester. Hiermee wordt het christenleven een pendelbeweging tussen hier en boven. Dat lijkt toch het eigen accent van deze brief te zijn.

Het slot van het commentaar (betreft hoofdstuk 10:19-13:25) is overigens geschreven door dr. J. van Bruggen om de serie tijdig klaar te kunnen hebben. Dr. Van de Kamp heeft ons voorzien van een goed bruikbare hulp voor de uitleg, niet het minst bij de preekvoorbereiding. We zijn hem er dankbaar voor. Het Hebreeëndeel is zonder meer een waardige afsluiting van de reeks.

P.F. Bouter, Bodegraven

Johanneke Liemburg Fedde Schurer 1898-1968. Biografie van een Friese koerier. Uitg. Friese Pers Boekerij, Leeuwarden; 567 blz.; € 39, 50.

Een boek over een bewogen leven. Het leven van Fedde Schurer (1898-1968) is getypeerd door de vele terreinen waarop hij zich bewoog. Hij was allereerst onderwijzer. In Lemmer kwam hij in conflict met het bestuur van de christelijke school vanwege zijn pacifistische ideeën. Hij kreeg ontslag en ging

naar Amsterdam, waar hij bij het openbaar onderwijs terechtkwam. Hij kwam vanwege zijn ideeën ook in conflict met de Gereformeerde Kerken. (zie de rubriek ‘Globaal bekeken’ d.d. 7 oktober). Hij was ook een populaire Friese dichter. Hij was vooral de leider van de zogehe-

ten Friese Beweging. Door middel van een rechtszaak (‘Kneppelfreed’) kwam het tot erkenning van de Friese taal. Schurer richtte ook een Friestalig literair tijdschrift op, De Tsjerne, dat na de oorlog een belangrijke rol speelde in literaire kringen. In Amsterdam raakte hij betrokken bij het ‘literaire verzet’. Na de oorlog keerde hij naar Friesland terug en werd daar hoofdredacteur van de Heerenveense Koerier, later Friese Koerier, dat uit de illegaliteit voortkwam. In 1935 was hij overigens al voor de CDU als Statenlid gekozen, met de leuze ‘geen Führer maar Schurer’. In 1956 werd Schurer als christensocialist lid van de Tweede Kamer voor de PvdA, waar hij de strijd aanbond tegen de atoombewapening. Hij was een van de leidende figuren van de Doorbraak. Zijn vriend ds. J.J. Buskes komt dan ook vele malen in het boek voor. In een logische opbouw komen alle genoemde terreinen waarop Schurer zich bewoog voor het voetlicht. Aan het eind van zijn leven ging zijn ster op de diverse terreinen echter verbleken. ‘Verdampend charisma’ luidt een tussenkopje in het hoofdstuk ‘Uitgespeeld? 1964-1968’. Ook dat wordt eerlijk beschreven.

In de uitvaartdienst na zijn overlijden op 13 mei 1966 spraken twee predikanten, met Jesaja 61 als uitgangspunt, te weten ds. Romke Bijl uit Buitenpost en ds. J.J. Buskes. ‘Nooit heb ik begrepen waarom Schurer zich heeft laten cremeren’, schreef Buskes later. Ook dat behoorde kennelijk tot zijn socialistisch gedachtegoed. Van dat gedachtegoed biedt deze biografie een helder beeld, inclusief de tegenstellingen en conflicten die het opriep, vooral in de gereformeerde wereld, waar de antithese nog volop werd aangehangen en gepraktiseerd.

De schrijfster promoveerde op deze studie in Groningen. Liefst honderd pagina’s noten en literatuur ondersteunen de inhoud.

J. van der Graaf, Huizen

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 november 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

BOEKBESPREKINGEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 november 2010

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's