Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

150 geniale zettingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

150 geniale zettingen

Psalmen Sweelinck in Nederland nooit populair

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De grootste componist die Nederland ooit voortbracht heet Jan Pieterszoon Sweelinck (1562-1621). Daar is weinig twijfel over. Sinds oktober is er een cd-boekuitgave met al zijn vocale werken: zes boeken en zeventien cd’s. De toonzetting van de 150 psalmen is Sweelincks grootste klankdocument.

Eigenlijk weten we niet zoveel van Sweelinck, hoewel bij bestudering van diverse uitgaven en bronnen toch wel een beeld van hem te krijgen is. We kunnen hem in zijn dagelijkse gang als organist van de Oude Kerk van Amsterdam aardig volgen. Dankzij een gedicht van domineedichter Jacobus Revius weten we dat Jan in Deventer is geboren in het jaar 1562, dus nog voor het uitbreken van de Nederlandse Opstand en voor de Beeldenstorm: ‘En weett’ hoewel hij leefde en stierf tot Amsterdam / Van Deventer nogtans die grote zanger kwam.’ Zijn naam wordt overigens verschillend geschreven: Swelink, Swelinck, Sweling, Zweling of Sweling.

Kort na de geboorte van Jan verhuist het gezin Sweelinck van Deventer naar Amsterdam, waar vader Sweelinck organist van de Oude Kerk wordt. Van hem krijgt Jan ook zijn eerste muzieklessen, die hij na het overlijden van zijn vader voortzet bij de stadsorganist van de Grote of St. Bavokerk te Haarlem, Jan Willemszn Lossy. Bij het overlijden van zijn vader in 1573 is Sweelinck nog te jong om hem als organist van de Amsterdamse Oude Kerk op te volgen. Dat gebeurt pas in 1580, als hij achttien is.

Hogere kring
Sweelinck blijft Amsterdam altijd trouw. Hij staat als mens en als kunstenaar in hoog aanzien en gaat vriendschappelijk om met mensen uit de hogere kringen en de kunstenaarswereld, zoals Hooft en Vondel. Hij is een toegewijd bezoeker van de bijeenkomsten op het Muiderslot. Hij leidt het Collegium Musicum, een gezelschap van muziekliefhebbers uit de ontwikkelde kringen van de hoofdstad. Het gezelschap musiceert intensief met elkaar en Sweelinck schrijft er zijn beroemdste composities waarschijnlijk voor: de vocale zettingen van alle 150 psalmen, vier- tot achtstemmig. Het collegium moet haast wel professionele zangers gehad hebben, want deze psalmen zijn bepaald niet eenvoudig.

Psalmen
We leren Sweelinck in deze composities kennen als een buitengewoon geniale componist. Er wordt wel verondersteld dat hij deze fraaie psalmcomposities voor de kerk zou hebben gecomponeerd, maar dat valt eenvoudig van de hand te wijzen. In Sweelincks tijd wordt in de erediensten geen koorzang geduld en bovendien zijn de psalmteksten in het Frans gesteld, wat vanzelf al een beletsel zou zijn geweest voor praktisch gebruik in de kerk. In deze psalmbewerkingen doet de componist zich kennen van zijn meest geniale kant. Een paar psalmen wil ik noemen: Psalm 67, ‘Dieu nous soit doux et favorable’, een lyrische compositie, Psalm 118, ‘Rendez a Dieu’, fors en krachtig, en Psalm 134, ‘Or sus, serviteurs du Seigneur’, klaar en helder van bouw en prachtig van stemvoering. De toonzetting van Psalm 150, achtstemmig, is een zeldzaam stuk koormuziek. In het tweede deel vinden we een aardig staaltje van nabootsing van verschillende instrumenten: hobo, harp, trommel, fluiten, orgels, doedelzak en schalmei. De componist weet hier jubelende juichtonen te vinden. Koormuziek van de bovenste plank. Niet gemakkelijk, wel kerkmuziek in de ware betekenis van het woord. Sweelinck heeft met het componeren van deze werken internationale roem verworven.

Inhaalslag
Met het componeren van deze vocale werken sluit hij geheel aan bij de Nederlandse vocale scholen uit de zestiende eeuw, waarbij hij een voorkeur voor Franse teksten heeft. Dit verklaart wellicht het feit dat zijn vocale werken voornamelijk bekend worden bij Franssprekende protestanten. Van de dichters, van wie hij psalmberijmingen toonzet, zijn Clément Marot en Theodorus Beza het meest bekend. Van de eerste gebruikte hij 49 berijmingen, van de tweede 101. Het is merkwaardig dat deze buitengewoon boeiende en inspirerende psalmzettingen in de Nederlanden nooit populair geweest zijn, terwijl ze in het buitenland, bijvoorbeeld in Zwitserland, tot in de negentiende eeuw zijn gebruikt. Nu de internationaal bekende bas Harry van der Kamp met zijn Gesualdo Consort Amsterdam de psalmen op cd heeft gezet kan de grote inhaalslag in Nederland beginnen. Sweelinck komt in 1604 met zijn eerste vijftig polyfone bewerkingen van de psalmen. In 1613 en 1614 volgen nog twee publicaties, terwijl kort voor zijn overlijden in 1621 een vierde psalmboek verschijnt.

Bach
Zijn Sweelincks psalmbewerkingen voor koor van niet te onderschatten betekenis, ook zijn orgel- en klavecimbelwerken mogen niet vergeten worden. Met deze composities legt hij de grondslag voor een ontwikkeling die via zijn leerlingen haar bekroning zou vinden bij Johann Sebastian Bach. Sweelinck schrijft de instrumentale muziek voor orgel, klavecimbel of clavichord allereerst voor zijn eigen dagelijkse orgelbespelingen van het orgel van de Oude Kerk, maar gebruikt ze ook ten behoeve van zijn vele leerlingen. Hij sluit aan bij de muzikale praktijk van zijn tijd, waarin er nog een duidelijk onderscheid tussen deze instrumenten is. Merkwaardig is het dat van zijn orgel- en klavecimbelwerken geen enkel origineel stuk is teruggevonden. De vroegste opschriften dateren zelfs merendeels van na zijn overlijden. Dat betreft tot 1675 maar liefst 33 handschriften die her en der in Europa zijn ontdekt, muziek die zijn leerlingen hebben genoteerd en zo over heel ons continent verspreid raakte. In zijn dissertatie The Keyboard Music of Jan Pieterszoon Sweelinck (1997) doet Sweelinckkenner dr. Pieter Dirksen daarvan uitvoerig verslag.

Meiavond
Tijdgenoten van Sweelinck spreken en schrijven steeds opgetogen over hem. De in zijn tijd bekende Willem Baudartius – onder andere predikant in Kampen en Zutphen – noemt hem een ‘seer constich ende vermaert Organist, ja beroemt voor der alder cloecksten ende constichsten Organist dezer eeuwe’. Deze ds. Baudartius is op een mooie avond in de maand mei met enkele vrienden bij Sweelinck in zijn deftige woning aan de Koestraat in Amsterdam, als Sweelinck zich aan het eind van de avond aan de klavecimbel zet om wat te spelen voor zijn gasten. Het is inmiddels laat geworden, zo vermeldt ds. Baudartius, want ‘Als wy op-stonden ende onsen afscheyt wilden neemen, so badt hy ons, wy souden doch dit stuck nog hooren, dan dat stuck, niet kunnende ophouden, also hy in een seer soet humeur was, vermaeckende ons syne vrienden, vermaeckende oock hem selven.’

Orgelreizen
Een speciaal onderdeel van Sweelincks werk is dat van orgelinspecteur. Van orgeltochten zoals wij die nu kennen, is in De Gouden Eeuw niet zo gemakkelijk sprake. De meeste stadsorganisten komen veelal niet uit hun stad. Ze moeten daarvoor ook speciale toestemming van de magistraat hebben. Onze Jan Pieterszoon Sweelinck onderneemt echter heel wat reizen om nieuwgebouwde of gerestaureerde orgels te keuren. Ook op dit punt is Sweelinck een bekende in het land en als magistraten van een bepaalde stad een orgel hebben laten restaureren en vergroten, willen ze wel graag weten of hun gespendeerde gelden goed zijn besteed. Voor de heren organisten zijn dat leuke bijbaantjes. Er wordt goed gegeten en gedronken en bovendien wacht er een vorstelijke beloning voor de gedane werkzaamheden. Het aardige is dat ons van een paar orgels waarop Sweelinck heeft gespeeld nog afbeeldingen zijn overgeleverd. Daardoor hebben we ook een indruk van wat Sweelinck ziet. In Enkhuizen is het betreffende orgel overigens nog aanwezig. Zijn vermaardheid als orgeldeskundige brengt hem ook in andere steden. Zo komen we Sweelinck in 1603 tegen in de Grote of St. Stevenskerk van Nijmegen, als ‘Johan Peters uit Amsterdam’ samen met Filips Cornelis uit Haarlem daar ontboden worden om het door de orgelmaker Albert Kiespenning gebouwde orgel te keuren. In datzelfde jaar 1603 vertoeft Sweelinck in Middelburg, waar men zijn oordeel wil horen over het door orgelmaker Johan Morlet uit Arnhem voltooide orgel in de Nieuwe Kerk, waar Johann Roossen al in 1597 was begonnen met de bouw van een nieuw orgel. Roossen is echter blind geworden en moet het werk overdragen. Sweelinck wordt van stadswege hartelijk bedankt voor zijn moeite en ‘van ’tgene hy tot verbeteringhe van het werck gedaen ende geordineert heeft’. Hij krijgt voor zijn werk honderd carolusguldens, een niet onaardig bedrag in die tijd. In 1609 steekt Sweelinck de Zuiderzee over om in Harderwijk het daar in de Grote Kerk het door de reeds eerder genoemde orgelmaker Albert Kiespenning gebouwde orgel te keuren. Daarnaast heeft hij nog orgelreizen gemaakt naar Rotterdam (1610), Dordecht (1614) en Rhenen (1616) We kunnen sinds kort daaraan nog een orgelbezoek van Sweelinck toevoegen Op 5 september 1621, nog geen zes weken voor zijn overlijden, is hij in Enkhuizen om daar in de Zuiderkerk het uitgebreide orgel te keuren. Zo’n reis maak je in de zeventiende eeuw niet als je ernstig ziek bent. Hieruit kunnen we concluderen worden dat Sweelinck vrij plotseling moet zijn overleden. Een groot man gaat heen op 16 oktober 1621, maar nog steeds kunnen we van zijn meesterlijke scheppingen genieten.

---
Sweelinckmonument
Het Gesualdo Consort Amsterdam o.l.v. Harry van der Kamp heeft het complete vocale oeuvre van Sweelinck op cd opgenomen. Voor het eerst in de geschiedenis zijn nu alle door Sweelinck voor vier- tot achtstemmig koor getoonzette psalmen op schijf verkrijgbaar. De opnamen gaan vergezeld van een boekwerk met uitvoerige aandacht voor Sweelincks psalmen en de tijd waarin ze ontstaan. De complete uitgave is een monument van de eerste orde, waarvoor Van der Kamp van Hare Majesteit een onderscheiding ontving.
Via www.jpsweelinck.nl kost de ‘psalmenset’ (vier boeken en twaalf cd’s) € 166,50 (i.p.v. € 180,-); een set ‘geestelijk werk’ (vijf boeken en veertien cd’s) € 202,50 (i.p.v. € 225,-); de complete set (zes boeken en zeventien cd’s) € 243,-
(i.p.v. € 270,-).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 januari 2011

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

150 geniale zettingen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 januari 2011

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's