Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Spanning rond het bidden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Spanning rond het bidden

Gebed in het pastoraat [1]

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat is de rol van het gebed in het pastoraat en wat heeft Calvijn over het gebed geschreven in zijn Institutie? Toch wordt juist op dit punt, de plaats van het gebed in het pastoraat, veel spanning ervaren.

In een pastorale setting bidden mensen met en voor elkaar. Het is de ‘specialiteit’ van de kerk dat ze met mensen uit de Bijbel leest en voor hen bidt. Dat er in situaties van gebrokenheid, schuld en dood, woorden van eeuwig leven klinken en dat er wordt gebeden. Daarin verschilt de kerk van andere disciplines zoals hulpverlening en therapie. Toch wordt juist op dit punt, de plaats van het gebed in het pastoraat, veel spanning ervaren. Blijkbaar is bidden in het pastoraat niet zo vanzelfsprekend als het lijkt. Wanneer moeten wij bijvoorbeeld bidden? Wat moeten wij bidden? En ook: Moeten wij altijd bidden? Wanneer dreigt het gevaar dat er met bidden zaken worden toegedekt of van een vroom sausje worden voorzien? Is er niet een risico dat het gebed mensen ontslaat van hun eigen verantwoordelijkheid? Dr. E.S. Klein Kranenburg schrijft: ‘Duidelijk is: wie als pastor met een ander bidt, is zelf in het geding en kan met zijn eigen geloof en twijfel niet buiten schot blijven. Daarbij komt dat de pastor bidt voor de ander, in de betekenis van: ten behoeve van de ander en ook in zijn of haar plaats.’ Dat betekent dat de pastor alleen kan bidden als hij goed heeft geluisterd naar de ander en dat hij daardoor diens gedachten en emoties kan vertolken in het gebed. Het is van belang eerst te kijken naar het eigene van zowel pastoraat als gebed.

Wat is pastoraat?
Over de vraag ‘wat is pastoraat’ zijn uitvoerige studies verschenen, waarin het pastoraat vanuit verschillende gezichtspunten wordt beschreven. Op de bovenstaande vraag zou daarom een uitgebreid antwoord gegeven kunnen worden. Ik wil me in dit verband beperken tot een enkele opmerking. Pastoraat komt van het Latijnse woord ‘pastor’, dat ‘herder’ betekent. Pastoraat wordt dan ook aangeduid als ‘herderlijke zorg’ in de zin van: omzien naar elkaar, onderlinge zorg voor elkaar. Zoals een herder met zorg met zijn kudde omgaat, zo is de gemeente geroepen om herder te zijn voor elkaar. De eigenlijke Pastor is God zelf, die in Jezus Christus als de Goede Herder ons mensen heel nabij komt, door Zijn Woord en Geest. Hij kijkt niet langs mensen heen, maar Hij ziet naar mensen om. In die aandachtige wending tot mensen wil de Grote Pastor werkers in het pastoraat, binnen of buiten het ambt, meenemen. Pastoraat valt daarom te omschrijven als ‘de ander helpen om in zijn/haar unieke levenssituatie, Jezus Christus, de Goede Herder, na te volgen’. Daarbij is de relatie tussen de pastor en de ‘pastorant’ gekenmerkt door een zekere dubbelheid. Aan de ene kant is er een principiële gelijkwaardigheid. Aan de andere kant is de relatie asymmetrisch, omdat de pastor – of dat nu een ambtsdrager, pastoraal werker of bezoekbroeder/-zuster is – namens God en namens de gemeente komt.

Psychopastoraat
Nu heeft het pastorale gesprek vanouds, in de traditie van de Reformatie, zijn oorsprong in opzicht en tucht. Het was erop gericht belemmeringen voor de viering van het Avondmaal weg te nemen. Later kwam het huisbezoek dat gericht was op de vragen van het geloof. In dat kader werd en wordt gevraagd naar vrucht op de prediking, naar geloof, bekering en vernieuwing. Behalve dat was en is er meeleven in blijde en verdrietige gebeurtenissen zoals geboorte en rouw. Maar steeds meer is pastoraat nodig in probleemsituaties. Dit wordt wel het psychopastoraat genoemd. Het gaat dan met name om die pastorale situaties waar langdurige aandacht nodig is vanwege psychische problemen of stoornissen. Het psychopastoraat is geen vervanging van het ‘traditionele’ pastoraat, maar veeleer een aanvulling daarop en een intensivering daarvan. De bekende christen-psychiater en theoloog S. Pfeifer verstaat onder pastoraat/zielszorg het volgende. ‘Pastoraat geeft hulp bij het aan kunnen van het leven, op grond van wat de Bijbel zegt.’

Ongeregelden
Hij verwijst daarvoor naar 1 Thessalonicenzen 5:14 waar Paulus de eerste christenen oproept een veelzijdige aanpak voor het pastoraat te ontwikkelen. ‘Vermaan de ongeregelden, vertroost de kleinmoedigen, ondersteun de zwakken, heb geduld met iedereen.’ Ongeregelden zijn mensen die bewust zondigen, het negatieve uitleven en terechtwijzing nodig hebben. Kleinmoedigen zijn mensen die door moeilijke levensomstandigheden een crisis doormaken. Vaak lijden ze aan somberheid, minderwaardigheid, remmingen en angsten die ook hun geloofsleven kunnen beïnvloeden. Zij hebben troost en bemoediging nodig. Zwakken zijn mensen die lijden aan lichamelijke, psychische of geestelijke beperkingen. Zij hebben barmhartigheid nodig en moeten telkens weer de boodschap horen van Gods trouw en verdraagzaamheid, ook in zwakheid.

Empathie
Voor al deze situaties geldt: goed pastoraat staat of valt met luisteren naar de ander, echt horen wat de ander zegt, ook horen wat er tussen de woorden verstopt zit, vooral ook letten op de gevoelens die er onder zitten. Het gaat om empathie, je inleven, je verplaatsen in de leefwereld van de ander. Ds. H.G. de Graaff noemt dat als kenmerk van het pastorale gesprek. Dat betekent dat de pastor de ander liefdevol aanvaardt zoals hij of zij is. Vanuit deze empathie mag de pastor zich vervolgens ook opstellen als zogenaamde tegenstem, dit om de situatie van de pastorant in een ander perspectief te plaatsen: te weten in het licht van de navolging van Christus. Soms kan deze tegenstem de vorm aannemen van tegenspraak, van vermaan en terechtwijzing. Ook kan de oproep klinken te breken met zondige machten die iemand ervan weerhouden de goede Herder na te volgen.

Wat is bidden?
Bidden is spreken met God, zeggen we vaak. Tegelijk is bidden ook zoeken naar God, worstelen met God, schuld belijden voor God, het hart uitstorten voor God, Hem deelgenoot maken van vreugde en verdriet. Prof. Hallesby zegt in zijn bekende boekje over het gebed dat ‘bidden niet anders is dan Jezus toegang geven tot onze noden’. ‘Bidden is evenals geloven niet anders dan het oog opheffen tot de Heiland’, aldus Hallesby. Ofwel: bidden is luisteren naar God, stil zijn voor God, in de verborgen omgang verkeren met God. Wij kunnen alleen spreken met Hem nadat Hij eerst tot ons gesproken heeft. Het initiatief gaat van Hem uit en de relatie wordt door Hem gelegd. In zijn commentaar op Jesaja 63:16 geeft Calvijn het volgende antwoord op de vraag: wat is bidden?

‘Het gebed is niets anders dan het uitbreiden van onze ziel tot God.’ In zijn commentaar op 1 Korinthe 14:14 zegt de Geneefse kerkhervormer: ‘Als we bidden doen we niets anders dan onze gedachten en wensen voor God uitstorten’. Het gebed is dus geen leeg ritueel, maar een heel persoonlijk gesprek tussen God en mens. Het gebed is daarom voor ieder christen onmisbaar. Zonder bidden is er geen sprake van geloof in de bijbelse zin van het woord. Calvijn noemt het gebed ‘de voornaamste oefening van het geloof ’(Inst.3.20). Het gebed is de krachtbron waaruit de gelovigen dagelijks mogen en moeten putten. Alleen daardoor kunnen zij volharden in het geloof en het als christen uithouden in deze wereld.

Beloften
Waarin ligt de vrijmoedigheid om als zondig mens tot de heilige God te naderen? De vrijmoedigheid om te bidden ligt in Gods beloften. Er zou helemaal geen toegang tot God voor ons zijn als Hij niet Zelf de weg had ontsloten en ons uitnodigde tot Hem te naderen. Hij doet dat door middel van Zijn beloften in de Schrift, beloften die in Jezus Christus ja en amen zijn. In het gebed mogen we ons vastklemmen aan wat God ons heeft toegezegd. Daarom is ons gebed geen vergeefs roepen, maar een roepen vol van hoop en troost. De waarde van het bidden hangt niet af van onze beleving. De verhoring van het gebed is niet verankerd in ons goede gevoel tijdens het bidden. God vervult niet al onze wensen, maar wel al Zijn beloften. Wij krijgen niet altijd alles wat wij graag willen. Als we biddend pleiten op Gods beloften mogen we zeker zijn van verhoring. Want: beloofd is beloofd.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 januari 2011

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Spanning rond het bidden

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 januari 2011

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's