Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voorzichtig en vrijmoedig

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voorzichtig en vrijmoedig

Gebed in het pastoraat [3, slot]

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een pastor zal niet elk gebedsthema zonder meer in het gebed willen opnemen. Bijvoorbeeld als een gesprekspartner vraagt te bidden om genezing in een volkomen uitzichtloze situatie of om terugkeer van een definitief vertrokken partner.

Het is zinvol er dan samen over te spreken wat men gezien de situatie wel zou kunnen bidden. Wanneer wij bijvoorbeeld met een ernstig zieke willen bidden, is het goed eerst met de zieke na te gaan waarvoor wij zullen bidden: om genezing, om kracht om lijden te kunnen doorstaan, om in vrede te kunnen sterven. Eveneens moeten we ervoor waken dat het gebed de rol zou gaan vervullen dat de dingen op God worden afgewenteld, terwijl de pastorant zelf iets moet gaan doen. Ik denk in dit verband aan het geen hulp (willen) vragen bij het oplossen van een conflict, of het zoeken naar mogelijkheden om een baan te krijgen, of het niet meer doen van een bepaalde zonde, maar zeggen: ik bid er toch voor? Ik heb toch gebeden? Ik kan me voorstellen dat de pastor dan zegt: ‘Ik wil best met u bidden, maar bidden betekent niet dat u daarna zelf niets meer hoeft te doen. U gaat nu zelf aan de slag.’ Gebed doet daarom geen afbreuk aan de verantwoordelijkheid van de pastorant, maar onderstreept die juist: wie de Heere bij zijn problemen betrekt, kan zich er zelf vervolgens niet meer vanaf maken.

Niet bidden
Het kan voorkomen dat de pastor geen vrijmoedigheid heeft tot gebed, gezien de nood of de ontreddering van de ander. Er is een ontmoeting geweest waarin iemand eigenlijk alleen maar uitgeraasd heeft. In dit verband valt te denken aan een gesprek bij huwelijksproblemen, als alle woede en agressie die in jaren zijn opgebouwd, eruit komen. Of een gesprek waarin het wederkerig vertrouwen of respect ontbreekt. Men blijft van elkaar verwijderd door een kloof van achterdocht, van aversie, van niet verwerkt oud zeer; men laat zich verleiden tot een discussie/dispuut waarbij de hoofden heet en de harten koud worden. Wanneer de kloof groot is, mogen we van het geforceerde gebed niet verwachten dat dit ineens een brug zal slaan. We komen in het pastorale gebed tenslotte samen voor Gods aangezicht, maar dan moet dat ‘samen’ ook van tevoren ervaren zijn. Dat kan als heel naar worden ervaren, vooral wanneer in het verwachtingspatroon van de bezochte het gebed ‘erbij hoort’. Wanneer daar ruimte voor is, moeten we uitleggen waarom er niet gebeden wordt. Zoals: ‘Ik vind het moeilijk nu te bidden, ik heb er eigenlijk geen woorden voor.’ Als antwoord kun je dan soms krijgen: ‘Nou, dan bidt u de volgende keer maar. U komt toch gauw een keer terug?’ Verder is het mogelijk dat de gesprekspartner de gebedsverlegenheid van de pastor doorbreekt. Hij of zij stelt zelf voor om te bidden. Dan is het belangrijk om te vragen wat hij of zij in het gebed uitgesproken zou willen zien. Sowieso lijkt het me wezenlijk bij het bidden in een pastoraal gesprek dat we de ander betrekken bij de punten van voorbede.

Vrijmoedigheid
In het pastoraat is het een vertrouwd beeld dat de pastor bidt. Dat is een goede zaak, gezien de dubbelheid die er is in de relatie tussen pastor en pastorant in het pastorale gesprek (gelijkwaardigheid én asymmetrie). Maar is het theologisch een probleem ruimte te geven aan de pastorant om te bidden? Valt immers de asymmetrie tussen de gesprekspartners in het gebed voor Gods aangezicht niet weg? En voegt het niet iets toe wanneer tevens de pastorant bidt? Juist omdat men zelf in het direct aanspreken van de Heere in het gebed zich soms meer uiten kan dan richting de pastor. Wanneer men samen heeft nagegaan wat de gebedsintenties zijn, voor wie en voor wat er gebeden zal worden, is het mogelijk dat de pastorant het gebed of een gedeelte ervan uitspreekt. Hij of zij zal daartoe dan wel moeten worden uitgenodigd. Niet iedereen heeft namelijk de vrijmoedigheid dit daadwerkelijk te doen. Overigens heb ik het zelf in de afgelopen jaren een paar keer meegemaakt dat (oudere) gemeenteleden bij wie ik op bezoek was, aan mij vroegen of zij voor mij mochten bidden. Of dat ik aan een jongere voorstelde zelf te bidden en hij/zij blij was met deze ruimte.

Schroom
Wij zijn vaak erg beschroomd hardop te bidden. Die schroom kan voortkomen uit het besef dat het in het gebed om iets heel intiems gaat: onze persoonlijke relatie met de Heere. Het publieke gebed geschiedt namelijk vanuit de eigen verborgen omgang met God. Wanneer wij echter onze schroom overwinnen, kunnen we ontdekken dat voor het aangezicht van God alle franje wegvalt. Voor Zijn aangezicht staan we zowel als pastor als pastorant als zondaren die alleen van Zijn genade kunnen leven. Wij kunnen ons zorgen maken over hoe we het gebed moeten formuleren. Zorg besteden aan de formulering van het gebed is dan ook een goede zaak. Maar het is niet noodzakelijk dat dit leidt tot een bezorgdheid ‘over’: of het wel goed en vooral mooi genoeg is. Een gebed behoeft niet mooi te zijn. Het moet wel echt zijn. Graag geef ik in dit verband een mooie uitspraak door: God verstaat nooit woorden waarin het hart ontbreekt. Hij verstaat wel ons hart als woorden ons ontbreken.

Therapeutisch
Over het gebruik van de Bijbel in het pastoraat zou veel te zeggen zijn. Ik verwijs hier naar het mooie boekje van prof. Velema Zullen we lezen? voor meer informatie en goede suggesties van te lezen bijbelgedeelten. Nu noem ik slechts het verband dat er is tussen bidden en bijbellezen. Met name dat kan helpen de hierboven genoemde schroom te overwinnen. Want in een pastoraal gesprek is het spreken tot/met God (bidden) nauw verbonden met het luisteren naar God (lezen van de Schrift). Alles wat voor het bidden geldt, geldt evenzo voor het lezen uit de Bijbel. Vrijmoedigheid en voorzichtigheid gaan samen op. Bidden is ten principale een bidden naar het Woord. Bidden is antwoorden op wat God ons te zeggen heeft in Zijn Woord. Het is altijd bidden op grond van de beloften. Dat neemt onze verlegenheid voor een deel weg. We hoeven slechts te reageren op wat Gods ons voorzegt in Zijn Woord. Het komt niet in de eerste plaats aan op ons concrete en correcte vragen. De vraag ‘wat zullen we bidden?’ wordt voor een deel opgelost door een passend bijbelgedeelte te lezen en het thema van daaruit biddend in relatie te brengen met de situatie van de pastorant.

Kracht
Gebed verandert een mens, zeggen we wel eens. Ik geloof dat dat ook geldt voor het gebed in het pastorale gesprek. Ik merk bij sommigen soms de vrees: heeft het gebed dan een therapeutische werking? Mogen we überhaupt op die manier over het gebed spreken? Het gebed is toch gericht op God en het gaat toch om Zijn eer? Ik zou willen zeggen dat van een gelovig gebed een helende werking uitgaat. Hoe kan dat ook anders? Ik zou daarvoor twee redenen willen noemen:
• laten we het gericht zijn op Gods eer en de heling van ons leven niet uit elkaar trekken. De Psalmen als gebedenboek van Israël en de gemeente laten ons zien dat het leven met de Heere over alle aspecten van ons bestaan gaat. Hij wil dat beïnvloeden. Wanneer Hij helend aanwezig is in ons leven, komt Hij aan Zijn eer en komen zondige mensen tot hun doel.
• als mensen bestaan we uit lichaam, ziel en geest. Onze psyche en onze geest zijn met elkaar verbonden en werken op elkaar in. In die zin kan het gebed de pastorant daadwerkelijk veranderen en helen/herstellen naar lichaam, ziel en geest. Jakobus 5:15 zegt: ‘En het gelovig gebed zal de zieke behouden en de Heere zal hem herstellen.’ Dat kan lichamelijk zijn, maar net zo goed psychisch of geestelijk. In die zin is gebed ook therapeutisch: God verleent er kracht aan.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 januari 2011

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Voorzichtig en vrijmoedig

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 januari 2011

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's