Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het diepe woordje ‘nog’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het diepe woordje ‘nog’

Volharden ‘voorbij de comfortzone’

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als predikant gebeurt het regelmatig dat het woordje ‘nog’ je in verwarring kan brengen. Zijn er bij jullie ‘nog’ avonddiensten? Komen er in uw gemeente ‘nog’ jongeren naar de kerk?

Bijzonder dat er ‘nog’ een kerk is in dat dorp. In sommige gebieden van ons land zijn er immers dorpen waar helemaal geen kerk en gemeente meer is. Achter dit woordje ‘nog’ zit een gedachte die we de secularisatietheorie noemen. Dat komt erop neer dat door welvaart en technische vooruitgang het geloof en de kerkelijkheid onvermijdelijk zullen afnemen. De Canadese filosoof Charles Taylor (auteur van het spraakmakende boek Een seculiere tijd) spreekt in dit verband van de subtraction- theory. Vroeger leefden we in een dubbele werkelijkheid. Wij op de aarde en God in de hemel – die samen de totale werkelijkheid vormden. Maar door de wetenschappelijke ontwikkelingen kregen we steeds meer grip op de natuur en konden we steeds meer verschijnselen verklaren. Hierdoor werd het steeds ongeloofwaardiger dat er een hemelse werkelijkheid is. Langzamerhand hebben we God dus afgetrokken van de dubbele werkelijkheid en hielden we een enkele werkelijkheid over.

Zinkend schip?
Deze dominante zienswijze stelt mij diepe vragen. Waarom ‘nog’ predikant zijn op een zinkend schip? Waarom ‘nog’ je best doen om de restanten van het christelijke geloof overeind te houden als het toch allemaal zal verdwijnen? Een fundamentele vraag die eerst beantwoord moet worden luidt: is die dominante secularisatietheorie of subtraction-theory eigenlijk wel waar? Het bevrijdende van het boek van Taylor is dat de dominante secularisatietheorie niet waar blijkt te zijn. Empirisch kun je dat vaststellen door te kijken naar Amerika. Dat is een modern land, maar de gemiddelde Amerikaan is diepgelovig. Dat klopt niet met de secularisatietheorie. Voor ons land gaat de secularisatietheorie eveneens niet op. Begin twintigste eeuw was er een hoogtepunt van religieus leven en kerkelijkheid. Terwijl volgens de secularisatietheorie de gelovigheid toen allang had moeten afnemen. Volgens Taylor is het zelfs zo dat het christendom de secularisatie heeft opgeroepen. Dat komt omdat het christendom streeft naar een transformatie van de samenleving. Uiterlijk en innerlijk. Uiterlijk, door bijvoorbeeld in de middeleeuwen niet meer te accepteren dat er armen zijn. En innerlijk door bijvoorbeeld verplicht te stellen (Vierde Lateraans Concilie) om te biechten en vergeving te vragen.

Nova-effect
Op een gegeven moment komt dan de gedachte op dat een samenleving te transformeren is zonder het transcendente. Dan zijn we bij het deïsme dat ervan uitgaat dat de wereld op eigen kracht draait, zonder God. Van hieruit is het een kleine stap naar het humanisme. Een beweging die streeft naar transformatie van de samenleving, maar zonder Goddelijke inspiratie. Het christendom kreeg op die manier een volwaardige concurrent in de westerse wereld: het humanisme. Dit humanisme riep echter weer alternatieven op. De brave wereld van het (verlichtings) humanisme werd al gauw als oppervlakkig en leeg ervaren. Waarom zou je de wereld eigenlijk willen veranderen? Waarom die grote idealen als er toch geen zin in het leven te vinden is? Dat leidde tot het antihumanisme, waar iemand als Nietzsche de grootste representant van is. Taylor spreekt in dit verband van een ‘nova-effect’. Een uiteenspattend ster. Het christendom spatte uiteen in twee andere stromingen. Dit leidde weer tot het ‘supernovaeffect’. Er ontstaan, naast deze drie grote stromingen, allerlei tussenvormen. Mensen bouwen hun eigen geloof van wat de drie hoofdstromingen te bieden hebben. Alles is waar, als het maar authentiek is.

Onzeker
Op deze manier laat Taylor zien dat de secularisatie weinig te maken heeft met wetenschappelijke ontwikkeling en modernisering. Maar de secularisatie is een effect dat het christendom zelf heeft opgeroepen vanwege haar neiging tot transformatie van de samenleving. Dat leidde tot humanisme en antihumanisme. Vandaar dat we nu leven in een cultuur waarin de meeste mensen onzeker zijn. Ze worden heen en weer geslingerd tussen de grote drie spelers op het veld van de levensovertuigingen (christendom, humanisme en antihumanisme). Alle drie hebben ze hun aantrekkingskracht. We leven dus niet in een massief seculiere tijd, maar in een tijd van onzekerheid en openheid. Dit laatste geeft mij moed. Het verlangen naar God en het zoeken naar God zal altijd blijven, zelfs in onze tijd waarin er zoveel onzekerheid heerst over het Heilige. Het geeft wel pijn dat veel kerkelijk leven verdwijnt. Het lijkt me van belang het accent op missionaire activiteiten te leggen, maar verwacht daar geen al te grote dingen van. Daarvoor is er te veel aan de hand in onze cultuur en leven we in een geestelijk klimaat waarbij we het zicht op het Heilige min of meer verloren hebben. De oorzaak hiervan ligt in het onzeker zijn over de waarheid.

Comfortzone
Iemand als dr. W.M. Dekker, predikant in Mastenbroek, pleit ervoor te durven kijken in de diepte van bovengeschetste ontwikkeling. Hij werpt de vraag op of het eigenlijk wel bij onze roeping past om in de comfortzone te leven. Is het niet veel eigener aan het geroepen zijn om het juist niet comfortabel te hebben? Zit er ook niet iets pijnlijks aan het ambt? Als je bijvoorbeeld merkt dat je woorden die voor jou zo belangrijk zijn, niet aankomen? Dat je ziet dat ondanks je keiharde werken het kerkelijke leven toch afbrokkelt? Deze realistische houding spreekt me wel aan. Toch heb ik van Taylor hoop en moed gekregen. Ook voor onze tijd waarin we onzeker heen en weer pendelen tussen christendom, humanisme en antihumanisme. Taylor laat overtuigend zien dat de secularisatietheorie niet klopt, en dat er in de 21e eeuw openingen blijven naar het transcendente. Mensen blijven zoeken naar zin en zoeken naar God.

Een mooi voorbeeld van zo iemand is de schrijver en dichter Willem Jan Otten, van wie we weten over zijn zoektocht naar God. Lange tijd behoorde hij tot de ‘deinzers’ gehoord, zoals hij het zelf omschrijft. Dat zijn mensen die eigenlijk wel willen geloven, maar er ‘nog’ voor terugdeinzen. In die tijd hij het meest aan mensen die klip en klaar de kernen van het christelijke geloof uitlegden. Predikant zijn voorbij de comfortzone betekent voor mij dan ook volharden en doorgaan. De kernen van het christelijke geloof helder blijven uitleggen, met de cultuur verbinden en voorleven op authentieke wijze. Want de deur naar het Heilige staat ‘nog’ open.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 maart 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Het diepe woordje ‘nog’

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 maart 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's