Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbesprekingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbesprekingen

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. W. Verboom Het liefdeslied uit Heidelberg. Uitg. Groen, Heerenveen; 148 blz.; € 14,50.
De nieuwste pennenvrucht van emeritus hoogleraar dr. W. Verboom is een heel rijpe, gegroeid uit zijn jarenlange omgang met de Heidelberger Catechismus. In Het liefdeslied uit Heidelberg treffen we een bevindelijke uitleg van de Heidelberger aan. Helder, eenvoudig, geloofsmatig, met af en toe een sprekend voorbeeld. Het is een soort ‘kort begrip’ van de Catechismus geworden, waarin de inhoud van de 52 catechismuszondagen vanuit het hart gelovig wordt verwoord. Dit alles ademt de innigheid van een liefdeslied, waarin je de Liefde proeft. Verboom wil daarin onze voorzanger zijn. Hij doet dat op de toonhoogte van Gods Woord. Vandaar dat hij inzet met een stukje over de betekenis van de Bijbel als Woord van God. Dan volgen de 52 hoofdstukjes, met daarin achtereenvolgens een beknopte toelichting van de stof, een toepasselijk lied, een bijbeltekst, een uitgeschreven kort gebed en enkele gespreksvragen. Met name het uitgeschreven gebed heeft een toegevoegde waarde. Omdat velen moeite hebben met de verwoording van hun gebeden, kan dit een goede hulpfunctie hebben. Door de genoemde indeling leent het boek zich uitstekend voor het gebruik in het gezin ter voorbereiding op de catechismuspreek, op een kring of in een catechesegroep. Wel vraag ik mij af of met name met het oog op jongeren de gespreksvragen niet beter in de ‘je-stijl’ gesteld hadden kunnen worden. Ook mis ik de weergave van de tekst van de catechismus boven de hoofdstukjes. Bij de toelichting op de zondagen 3 en 4 kwam bij mij de vraag op of zondag 1, naar de bedoeling van Ursinus, niet meer proleptisch moet worden opgevat. Bij zondag 9 noteerde ik dankbaar de afwijzing van de evolutietheorie. De toevoeging bij zondag 21 aangaande de betekenis en de toekomst van Israël ervoer ik als waardevol. Meer moeite had ik met de formulering bij zondag 33: ‘verdriet om het sterven van mijn zondige begeerten.’ Daar kun je toch als gelovige alleen maar blij om zijn? Had bij zondag 46 aangaande het noemen van de Vadernaam niet het vertrouwenwekkende van die naam moeten worden genoemd? En moeten bij zondag 45 als houvast voor de gebedsverhoring niet nadrukkelijk Gods beloften worden genoemd?

Deze detailvragen laten onverlet dat het qua opzet en inhoud een prachtig boekje is geworden. Want tijdens het lezen werd ik opnieuw getroffen door de inhoudelijke rijkdom van de Heidelberger. Door het handige driekwart formaat is het gemakkelijk mee te nemen om te lezen in bus, trein of metro. Zo kan het zelfs dienen als ochtendwijding, bijvoorbeeld op weg naar het werk. Zou dat geen gezegend begin zijn van een drukke werkdag? Het boekje heeft een mooie, bruingele, harde haft. Dit goudkleurige omhulsel, maar vooral de inhoud, maakt het tot ‘een gouden kleinood’.

A. van Vuuren, Amstelveen
---
M. J. Kater Kom en zie. De plaats en betekenis van de pre-existentie van de Zoon belicht vanuit de theologie van Kuschel, Pannenberg en Gunton. Deel 1. Uitg. TUA, Apeldoorn; 395 blz.; € 33,95.
De christelijke gereformeerde predikant ds. M.J. Kater schreef dit boek als voorstudie van een tweede deel dat zijn dissertatie zal worden en waarop hij 29 maart DV hoopt te promoveren. Als ondertitel is meegegeven: De plaats en betekenis van de preexistentie van de Zoon belicht vanuit de theologie van Kuschel, Pannenberg en Gunton. Het feit dat dit boek een voorstudie is van een nog te verschijnen tweede deel, maakt het wat onaf. Mogelijk is daarom de analyse van dit boek verhoudingsgewijs sterker dan het concluderende. In ieder geval wordt er een diepgaande analyse gegeven, niet enkel van de bovengenoemde drie theologen, maar in een kort overzicht ook van anderen zoals H. Berkhof en A. van de Beek, waarbij Van de Beek helder poneert dat Jezus God is en Berkhof niet veel verder komt dan in Jezus slechts een goddelijk initiatief te zien. Het woord pre-existentie wil aangeven dat Jezus er was voor (= pre) Hij zijn bestaan (= existentie) op aarde begon. De kerk der eeuwen verstaat dit als het bestaan van de eeuwige Zoon van God. Hij is als God de Zoon, samen met God de Vader en God de Heilige Geest onze drie-enige God. Ketters is daarentegen de opvatting dat de preexistentie van Jezus niet gezien wordt als het eeuwige God-zijn van de Zoon, maar als geschapen voor alle tijden. De kern van het boek wordt dus gevormd door de analyse van de theologie van de rooms-katholieke Kuschel, leerling van Küng, van de lutherse Pannenberg en van de gereformeerde Gunton. Kuschel ziet het pre-existentie van Jezus vooral als latere interpretatie en niet als openbaring van een eeuwige werkelijkheid. Als er al sprake kan zijn van het God-zijn van Jezus, dan kan dat pas na Pasen. Kuschel ziet Jezus niet als pre-existent in de zin van God en wijst daarin het God-zijn van Jezus, zoals beleden in Nicea, af. Hij komt daarom niet tot het belijden van onze drie-enige God. Zijn Godsleer is unitarisch gekleurd. Hij moet er niets van hebben dat het absolute van het christelijk geloof gegrond is in het God-zijn van de Zoon. Hij komt helaas tot een leer van alverzoening. Pannenberg komt dichter bij het belijden van de kerk der eeuwen, door het God-zijn van Jezus te erkennen. Wel stelt hij dat de Zoon zijn Godheid van de Vader ontvangen heeft. De Zoon wordt door Pannenberg niet gezien als eeuwig God vanuit Zichzelf. Dit heeft gevolgen voor de leer van de verlossing en zal te maken hebben met een universalistische tendens die er bij Pannenberg is. Hiermee kan samenhangen dat Pannenberg niet wil weten van de ‘staat der rechtheid’ en de erfzonde. Adam is een leermodel en geen hoofd der mensheid in wie wij van God zijn afgevallen. Bovendien zal het relatie hebben tot het feit dat hij de naturen van Christus niet ziet als vaststaande gegevenheden los van historische ontwikkelingen. De derde theoloog die ds. Kater bespreekt, is Gunton. Van hem is allereerst te zeggen dat hij geldt als de theoloog die de herleving van aandacht voor de leer van de drie-eenheid Gods, zoals die wereldwijd aan de hand is, sterk heeft gestimuleerd. Verder is Gunton meer georiënteerd op het oosterse denken inzake de drie-eenheid van God, dan op het westerse dat sterk is gestempeld door Augustinus. Dat betekent onder meer dat hij accent legt op het functioneren van Gods drieeenheid in het geloofsleven, c.q. het denken inzake Gods reddend handelen in Christus Jezus en door de Heilige Geest. Hij ziet de Zoon als geheel God, in Wezen niet verschillend van de Vader. Gunton belijdt de pre-existentie van de Zoon als eeuwige God. Gunton kan echter niet overweg met onze totale verlorenheid door de zonde en evenmin met de particuliere uitverkiezing waarin God per persoon bepaalt wie zalig wordt. Hierin laat hij Calvijn los (en ook Dordt ) en is hij niet gereformeerd. Wel ziet hij genade als genade, enkel door God te verlenen. Samenvattend concludeert ds. Kater dat zowel Pannenberg als Gunton, hoewel ieder met onderlinge verschillen, vasthoudt aan de pre-existentie van de Zoon, iets dat van Kuschel niet gezegd kan worden. Moge het tweede deel van de studie laten zien hoe onopgeefbaar het verband is tussen het volledig God-zijn van de Zoon en het feit dat wij in Christus een volkomen Zaligmaker hebben. Want van ons is geen redding te verwachten. God moet er totaal aan te pas komen.

R.H. Kieskamp, Lienden

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 maart 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Boekbesprekingen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 maart 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's