Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor het leven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor het leven

Volharden sleutelwoord in Koninkrijk van God

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kort en snel geven vandaag de maat aan. Is het nieuwtje eraf, dan stoppen we. Wil je vooruit, dan begin je de volgende baan. In deze cultuur doen we belijdenis van het geloof, beloven we trouw aan de zaak van Christus. Niet voor even, maar voor het leven.

Levenslange toewijding aan een zaak raakt ‘uit’, de kortdurende commitment met een project ‘in’. Een generatie terug werd je geroemd als iemand met ‘hart voor de zaak’ als je na veertig jaar trouwe dienst afscheid nam. Vandaag de dag heeft dit soort inzet slechte papieren. Onlangs hoorde ik dat iemand tijdens een sollicitatiegesprek gevraagd werd: ‘Wat zie jij als je volgende baan?’ Wie dat niet weet, is niet ambitieus genoeg. Je moet daarbij vooral alleen dat doen wat bij jou past. Gaat het even wat moeizamer, zoek dan wat anders. Je bent nergens aan gebonden. Je wordt gestimuleerd, verplicht bijna, telkens nieuwe keuzes te maken. Doorstromen is het modewoord, met het oog op een goed loopbaanplanning. Ongetwijfeld zitten daar goede kanten aan. Tegelijk maakt deze houding nerveus en ongedurig en geeft ze aan ons bestaan iets vluchtigs en onrustigs.

Tot het einde
In zo’n cultuur doen we belijdenis van het geloof, geven we God ons jawoord, beloven we voor altijd trouw aan de zaak van Christus. Want je spreekt onomwonden uit dat je van nu af tot je laatste snik als verkorene van God en beminde van Christus, door Zijn genade tegen de zonde en de duivel zult strijden, Hem volgen in leven en sterven, Hem belijden voor de mensen en met blijdschap zult arbeiden in Zijn koninkrijk. Een gelofte van volkomen toewijding, op alle fronten en onder alle omstandigheden. Om daar vorm en inhoud aan te geven voeg je eraan toe dat je getrouw zult zijn onder de bediening van het Woord en van de sacramenten, dat je zult volharden in het gebed en in het lezen van de Heilige Schrift, en met de jou geschonken gaven zult meewerken aan de opbouw van de gemeente van Christus. Laat je dit tot je doordringen, dan is één ding duidelijk: dit staat in schril contrast met de populaire kortdurende commitment. Geloven is dan ook geen afgebakend project, maar een alomvattende relatie voor het leven. Wil je daarin verder komen, dan vraagt dat levenslange en intense omgang met Hem aan Wie je verbonden raakte. Voor een gelovige is er naar Jezus’ eigen woord dan ook maar één uitdaging: volharden tot het einde.

Zolang het duurt
In het Koninkrijk van God is het sleutelwoord voor een geslaagde ‘loopbaanplanning’ niet doorstromen maar volharden. Paulus zei: ‘Eén ding doe ik, (…) ik vergeet wat achter is, strek mij uit naar wat voor mij is en jaag naar het doel: de prijs van de roeping Gods die van boven is in Christus Jezus (Fil.3:14). Het komt aan op dagelijkse toewijding. Nu was dat, gelet op de talloze aansporingen in de Schrift, al nooit ons sterkste punt. Maar vandaag de dag is dat nog lastiger, want we zijn kinderen van onze tijd. Wij zijn al minder geneigd en gewend om lange tijd ergens voor te gaan. Is de uitdaging eruit of – oppervlakkiger nog – het nieuwtje eraf, dan houden we het al gauw voor gezien. Ongemerkt werkt dat door in ons geloofsleven en onze inzet voor Gods zaak. Je ziet het om je heen gebeuren. Enthousiaster dan ooit doen velen belijdenis – geen kwaad woord daarover, je doet en zegt niet zomaar wat. Als keerzijde van dat enthousiaste begin komt er zomaar de klad in. Heb je even wat minder aan Bijbel en gebed, dan hoeft het even niet. Je doet toch niet iets waar jij te weinig aan beleeft? Hetzelfde geldt voor het volgen van Christus. Dat doe je voor zover dat jou past en zolang het jou een goed gevoel geeft. Want huichelen doe je niet. Zo nemen mensen in de kerk ook vaak een taak op zich. Het begin is veelbelovend. Vanuit verlangen om maximaal voor God te gaan, gaan ze ertegenaan. Maar even abrupt houden ze het binnen de kortste keren weer voor gezien. Het is niet wat ze hadden gedacht. Het geeft niet wat ze hadden verwacht. De uitdaging is eruit. En je hoort steeds geregelder en gemakkelijker mensen bij voorbaat zeggen: ik wel best eens wat doen, maar voor ouderling of diaken hoeft de kerkenraad me niet te vragen.

Levenslang
Toch houden we elkaar aan die blijvende toewijding. Allereerst omdat je het zelf onomwonden toezegt. Maar allermeest omdat de relatie die God met ons aanging niet zonder kan. Gegrond is die relatie in het genadeverbond. In het uur van je doop gaf Hij je Zijn onomwonden jawoord. Met alle genade van dien. Daarvoor ingewonnen door de Geest geef je Hem jouw jawoord, openlijk in het uur van je belijdenis. Het heeft iets van een trouwdag. Twee worden één. Van nu af is Hij er niet alleen voor jou, maar leef jij ook helemaal voor Hem. Je voelt wel aan: dat kan nooit half. Evenmin is dat iets voor even. Van Gods kant is het geen vraag of Hij je toegewijd zal zijn. Lief heeft Hij met eeuwige liefde. En zonder slag om de arm beloofde Hij: Zie ik ben met je alle dagen. Daarom zal het van jouw kant ook geen vraag zijn. Als je elke ochtend even bedenkt wie Hij is die jou trouwde (vgl. Hos.2:18,19) – denkt aan Zijn grootheid, Zijn liefde, Zijn genade. Zijn trouw, Zijn toekomst – dan ligt niets zo voor de hand dan dat je ook die dag voor Hem leeft. En je zoveel als mogelijk is geeft aan Zijn zaak.

Moe
Toch, hoe vanzelfsprekend ook, het spreekt nooit vanzelf. In het begin merk je dat niet zo. Je bent vaak niet te stoppen en te stuiten. Mooi is dat. Ik ga je niet afremmen, zeg liever: Houden zo! Want gaandeweg zal het er niet gemakkelijker op worden. Je wordt het moe. De traagheid grijpt je aan. Je wordt van binnenuit geremd: je vlees (je dwarse ik) verlangt tegen de Geest (vgl. Gal.5:16 e.v.). En verder heb je het tij van de cultuur niet mee. Toewijding en volharding zijn uit de mode. Wij raken er al minder in bedreven, raken het al meer ontwend. En mensen om je heen – tot onder je broeders en zusters toe – vinden het maar vreemd. Het belemmert maar.

Oefenen
Eens te meer geldt dan wat Paulus schreef aan de gelovigen in Rome: ‘Ik bid u dan, broeders en zusters, door de ontfermingen van God, om uw lichamen aan God te wijden als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk. Dat is de eredienst die van u gevraagd wordt. En wordt niet aan deze wereld gelijkvormig, maar wordt innerlijk veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid, om te kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is’ (Rom.12:1,2) Dit is niet zozeer een tekst om uit te leggen. Het is veel meer een woord om mee te nemen en je eigen te maken. Dat gebeurt door het geregeld te overwegen, voor het aangezicht van God en in het licht van Christus. Om zo in allerlei situaties – thuis, in de kerk, op je werk, onder vriend en onder vijand, bij succes en tegenslag – de wil van God op het spoor te komen. En dan die weg te gaan. Eén uitdaging slechts, maar uitdaging genoeg. Ik ben er zomaar niet mee klaar. Het is meer dan ik in mijn leven aan kan. En het blijft spannend, dubbel spannend. Of ik het ontdek én of ik het doe. ‘Och, schonkt U mij de hulp van Uwen Geest’, bad iemand ooit die er al jaar en dag mee in de weer was. Eén ding kan ik je beloven. Als je leeft bij dit woord, zal Hij je uitdagen steeds een stap verder te gaan dan je gewend was. De lat al hoger leggen, er steeds meer uit halen. Ontwikkelen zul je. Ongedacht.

---
Beloofd
Al mijn hele leven ben ik kerkelijk meelevend. Tijdens ons huwelijk spraken mijn vrouw en ik er wel over, maar uit laksheid kwamen we niet zover om ook daadwerkelijk naar belijdeniscatechisatie te gaan. In januari 2008 kreeg mijn vrouw te horen dat zij ongeneeslijk ziek was. Zij heeft in het begin van haar ziekteperiode in het ziekenhuis ervaren dat er twee handen onder haar werden geschoven en zij zich zo door God gedragen wist. Ik heb dat ook aan haar gemerkt; er kwam geen klacht over haar lippen. Al zei ze wel eens dat de duivel haar influisterde dat ze niet eens belijdenis had gedaan. Onze twee dochters en ik zeiden dan dat dit niet de hoofdzaak was, maar dat zij mocht vertrouwen op haar geloof in Jezus, die voor onze zonden, ook die van haar, gestorven was. Tijdens deze gesprekken heb ik haar en God beloofd dat ik alsnog belijdenis zou doen. Begin september is zij vredig ingeslapen. Na haar overlijden heb ik meerdere malen om kracht gebeden om weer verder te kunnen. Telkens voelde ik iets wat ik niet kan verwoorden; net of ik mij lichter voelde en of er iets van me afviel. Ik kréég de kracht. Mijn relatie met God en de belofte die ik deed, maakt dat ik nu ook daadwerkelijk in het openbaar wil getuigen dat ik bij de gemeente van Christus behoor. Dat ik dit graag doe in de hervormde gemeente van Oude-Tonge, is mede omdat ik tijdens en na het overlijden van mijn vrouw hiervan zoveel steun en medeleven heb mogen ervaren. Nu is het zover, zondag mag ik ten overstaan van de gemeente belijdenis doen van mijn geloof in God, mijn Vader.

Theo Maliepaard, Oude Tonge

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 april 2011

De Waarheidsvriend | 28 Pagina's

Voor het leven

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 april 2011

De Waarheidsvriend | 28 Pagina's