Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zuid-Afrikaanse spiegel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zuid-Afrikaanse spiegel

Buitenlands contact inspireert christelijk onderwijs

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een eigen toelatings- en benoemingsbeleid spreekt voor een christelijke school in Nederland vanzelf. Nog wel. Met het oog op ontwikkelingen in politiek en onderwijs kunnen contacten met het Zuid-Afrikaanse onderwijs een bron van inspiratie zijn.

Onlangs bracht een delegatie van Driestar Educatief een bezoek aan Zuid-Afrika. Een van de aandachtspunten was een onderzoek naar de situatie van het christelijk onderwijs in Zuid-Afrika. Net als in Nederland hebben scholen in Zuid-Afrika een expliciete identiteit. Het gymnasium in Potchefstroom bijvoorbeeld geeft onderwijs dat ‘bijbels gefundeerd’ is. Naast christelijke scholen zijn er ook moslimscholen, waar hoofddoekjes een wezenlijk onderdeel van het schooluniform vormen. Het wil echter niet zeggen dat leerkrachten of leerlingen bij bovenstaande scholen respectievelijk christen of moslim moeten zijn. Van een van de moslimscholen is zelfs maar liefst 60 procent van de leerkrachten niet moslim. Dit heeft alles te maken met het benoemingsbeleid in Zuid-Afrika. Een schoolbestuur benoemt een leerkracht niet zelf, maar draagt kandidaten voor aan het departement, dat vervolgens benoemt. In de sollicitatiegesprekken mag niet gevraagd worden naar het geloof van de kandidaat en ook mag etniciteit geen rol spelen in de benoeming. Dit is een gevolg van de wetgeving na het apartheidstijdperk sinds 1994, die elke vorm van discriminatie wil bestrijden. Voor het toelatingsbeleid van leerlingen geldt ongeveer hetzelfde.

Respect
Hoewel leerkrachten en leerlingen dus lang niet altijd direct passen in de identiteit, levert dit in de praktijk van alledag nauwelijks problemen op. Belangrijkste reden is dat in de verhoudingen respect centraal staat. Van docenten en leerlingen die een andere geloofsovertuiging hebben, wordt respect voor de levensbeschouwelijke identiteit van de school verwacht. En van bestuur en directie wordt respect verwacht voor de identiteit van docenten en leerlingen. Natuurlijk kent de bijbels gefundeerde school een dagopening met gebed. Maar voor de leerkracht of leerling die daar niet aan mee wil doen, zal de school vrijstelling of een alternatief regelen.

Spiegel
Wanneer we onze situatie aan die van het Zuid-Afrikaanse onderwijs spiegelen, kunnen we een aantal dingen leren. Allereerst: ondanks de wetgeving die na het apartheidstijdperk gekomen is, is er de facto nog steeds sprake gescheiden bevolkingsgroepen in het onderwijs. Dit heeft niet te maken met toelatingsbeleid, maar is het gevolg van de nog steeds schrijnende ongelijkheid in de verdeling van de welvaart. Wie in Nederland roept dat verruiming van het toelatingsbeleid het middel is om zwarte en witte scholen te voorkomen, doet er dus ook goed aan zich te verdiepen in Zuid-Afrika.

Directeur
Verder laat het Zuid-Afrikaanse onderwijs zien dat er een formele en een informele werkelijkheid is. In Nederland is de vrijheid van onderwijs geborgd in formele wet- en regelgeving, waarvan toelatings- en benoemingsbeleid een wezenlijk onderdeel vormen. Die formele waarborg voor de vrijheid van onderwijs kent Zuid-Afrika niet. In de informele werkelijkheid kan een school niet terugvallen op regels, maar komt het aan op de persoonlijke invloed en effectiviteit van medewerkers. Een basisvoorwaarde is dat een leerkracht het geloof serieus neemt in zijn vak en daar goed over kan communiceren. Een directeur speelt hierbij een cruciale rol. Hij is degene die in staat is de schoolorganisatie zo te leiden dat er maximaal gebruik gemaakt wordt van de formele en informele ruimte die er is voor een christelijke identiteit. Ook leert Zuid-Afrika ons dat een schoolbestuur ertoe doet als het gaat om borging van een specifieke identiteit. In Zuid-Afrika bestaat een schoolbestuur voor tenminste 50 procent uit ouders. Hun invloed op de identiteit van de school is groot. Nederlandse ouders doen er goed aan te beseffen dat het van groot belang is om in een schoolbestuur plaats te nemen en hun stem te laten horen.

Eerder beginnen
Als de formele kaders wegvallen, komt het erop aan dat er christelijke leraren, leidinggevenden en bestuurders zijn om gestalte te geven aan christelijk onderwijs. Gaat het om de inhoud van het onderwijs, dan is de keuzevrijheid van de school in Zuid-Afrika veel meer beperkt dan in Nederland. Het curriculum is gedetailleerd voorgeschreven. Om onderwijs vanuit de eigen identiteit te geven, kiezen scholen dan bijvoorbeeld voor de mogelijkheid om de schooldag eerder te laten beginnen en de extra tijd te gebruiken voor een vormingsuur. Ook wordt gebruikgemaakt van de mogelijkheid om, naast de docenten die door het departement benoemd worden, eigen leerkrachten te benoemen. Deze extra kosten worden door de ouders gedragen. Op deze wijze krijgen de scholen de mogelijkheid om aanvullingen te geven op het voorgeschreven curriculum.

Verschil
De Zuid-Afrikaanse situatie verschilt op een aantal punten met die van Nederland, wat consequenties heeft voor de vormgeving van het onderwijs. Het geestelijk klimaat in Zuid- Afrika is bijvoorbeeld minder geseculariseerd dan in Nederland. De samenleving wordt gestempeld door een vorm van civil religion, een klimaat waarin christelijke waarden niet op voorhand ter discussie worden gesteld. In die situatie is er ook nadrukkelijk ruimte voor scholen die zich op hun christelijke identiteit willen profileren. Ook wanneer gesproken wordt over de toekomst van het christelijk onderwijs, valt op dat mensen daar over het algemeen optimistisch over zijn.

Godsdienstonderwijs
Reformatorische en behoudende protestants-christelijke scholen in Nederland maken veel werk van het godsdienstonderwijs. Er wordt veel geïnvesteerd in methoden en de kwaliteit van het onderwijs. Juist hierin kan een school zich immers onderscheiden. In de Zuid-Afrikaanse situatie ligt dit anders. Mensen zien hierin veel meer een taak voor de kerkelijke gemeente en veel minder voor de school. Een derde verschil ligt in het gebruik van leermiddelen. In de Nederlandse situatie worden voor sommige vakken eigen christelijke methoden ontwikkeld. Dat kan te maken hebben met het feit dat seculiere methoden elementen bevatten die haaks staan op de christelijke identiteit van de school. Het kan ook zijn vanuit de behoefte om vanuit een christelijke visie vakinhouden in een methode aan de orde te stellen. In de Zuid- Afrikaanse situatie is dit nauwelijks het geval. Wel is er kleinschalig sprake van identiteitsgebonden methodeontwikkeling.

Levend geloof
Onlangs zag ik een interview met een leraar uit Indonesië. Hij had enige maanden deelgenomen aan de international class van Driestar Hogeschool. Zijn bezoek aan Nederland had hem veel geleerd, maar ook had hij zich gerealiseerd dat de kracht van christelijk onderwijs niet zit in instituten of regels. Wat hij ons teruggaf was dat het uiteindelijk niet gaat om een christelijke school, maar dat het erom gaat of er leraren zijn die als een christelijke leraar vanuit een levend geloof hun leerlingen onderwijzen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 juni 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Zuid-Afrikaanse spiegel

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 juni 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's