Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Handelen door het Woord

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Handelen door het Woord

Dienend-christelijk leiderschap [2]

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ambtsdragers moeten gericht zijn op de dienst aan de gemeente. Ze hebben een voorbeeldfunctie en moeten integer zijn.

Er moet juist een goede wisselwerking ontstaan tussen ambtsdragers en gemeente, waarbij iedereen gestimuleerd wordt om zich in te zetten voor het Koninkrijk van God. Het is nooit de bedoeling dat de ambtsdragers alle taken op zich nemen, zodat gemeenteleden buitenspel worden gezet. Ambtsdragers moeten niet allereerst gericht zijn op de eigen dienst, maar juist op de dienst aan de gemeente. Het ambt functioneert door te doen functioneren. Het overdragen van werk aan gemeenteleden noemt Paulus in Efeze 4: 12 dienstbetoon: ‘om de heiligen toe te rusten tot het werk van dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus.’

Onderlinge verbondenheid
Welke boodschap heeft Efeze 4: 12? In het vers ervoor spreekt Paulus over ambtsdragers die de gemeente dienen. Het doel van het werk van een ambtsdrager is de gemeenteleden zelf verantwoordelijk te maken voor dienstbetoon. Dienstbetoon is elk handelen ten dienste van een ander, wat we uit oprechte liefde doen. Wat de een mist, vult de ander aan. Het is de eerste doelstelling van de christelijke gemeente. We zetten onze gaven onbaatzuchtig in voor de ander. De tweede doelstelling van Efeze 4: 12 is de opbouw van de gemeente. Iets opbouwen vraagt tijd en energie. Voordat een huis eindelijk klaar is, zijn er veel bouwactiviteiten geweest. Gemeenteopbouw is knieënwerk. Het vraagt gebed en kan niet zonder respect en liefde voor elkaar. Solistisch optreden van een ambtsdrager blokkeert de goede wisselwerking met de gemeente. Dienendchristelijk leiderschap bevordert geen individualisme, maar is een stimulans voor de onderlinge verbondenheid. Die zal toenemen als de ambtsdragers hun toezicht over de gemeente serieus nemen en inspireren tot dienstbetoon.

Gedragscode en geschiktheid
Veel informatie over leiderschap in de gemeente is te vinden in de brieven van Paulus aan Timotheüs. Omdat aan ambtsdragers de leiding van de gemeente is toevertrouwd, geeft Paulus een aantal criteria voor de ambtsopvatting die niet gedateerd zijn. Bij het christelijk leiderschap past een gedragscode en geschiktheid. 1 Timotheüs 3: 2 t/m 7 geven richtlijnen. Vooraf: Aan het begin van 1 Timotheüs 3 prijst Paulus degenen die de Heere in het ambt willen dienen. Het is prachtig werk. In vers 15 motiveert hij zijn criteria. Ze zijn gegeven om te weten hoe we ons moeten gedragen in het huis van God. De oudste of opziener moet onbesproken zijn. Hij kan niet zonder kennis van het Woord van God. Bij het leiderschap past een specifieke levensstijl. De oudste is een man van één vrouw, bezonnen en beschaafd. Iemand die een gematigd leven leidt. Niet aan de wijn verslaafd, geen veeldrinker. Van mensen die geestelijk leiding geven, mag je een zekere discipline verwachten. Hij moet vriendelijk zijn, vredelievend en niet geldzuchtig. Zijn huisgezin goed besturen en waardig gezag uitoefenen over zijn kinderen. Ook mag hij niet een pas bekeerde zijn en is het een must dat hij buiten de gemeente gunstig bekend staat.

Voorbeeldfunctie
Als ik de criteria voor het christelijk leiderschap samenvat, kom ik bij twee woorden uit. Het zijn de woorden: voorbeeldfunctie en integer. Vooraan staan in de gemeente geeft verantwoordelijkheid. Wie bezit echter alle genoemde vereisten? In de Bijbel worden de gebreken van dienaren van God nergens weggemoffeld of onder de pet gehouden. We moeten de vereisten niet zoeken in onze aanleg en capaciteiten. Onze bekwaamheid is uit God. De Heilige Geest vernieuwt ons leven en geeft gaven om onze taken in de gemeente uit te voeren. God vraagt nooit of we iets wel of niet kunnen. Hij vraagt of we beschikbaar zijn.

1 Petrus 5
Behalve een specifieke levensstijl eist dienend-christelijk leiderschap een belangeloze toewijding in de geest van Christus. In 1 Petrus 5 vinden we richtlijnen voor ouderlingen om hun ambt uit te oefenen. Zij behoren de kudde te hoeden in overeenstemming met Gods wil. Het toezicht houden is een belangrijke factor. De ouderlingen mogen het niet met tegenzin doen. Ook moeten zij niet uit zijn op geld, status, aanzien en prestige. Zulke verkeerde neigingen ondermijnen het christelijk leiderschap. We aanvaarden geen ambt om er zelf beter van te worden. Het geestelijk onderwijs over dienen door Christus heeft de apostel Petrus niet vergeten. In vers 3 vermaant hij de ouderlingen zich niet heerszuchtig op te stellen. Zij horen zelfs in vers 6 het bevel om met nederigheid bekleed te zijn. De uitdrukking ‘bekleed zijn met nederigheid’ komt van het werkwoord omgorden of omknopen en duidt op een handeling die een slaaf verrichtte, voordat hij aan het werk ging. Eerst deed hij dan een lendendoek of een schort om. Dit woordgebruik doet denken aan het nederig dienen van Jezus. Voor Hij de voeten van de discipelen begon te wassen, legde Hij zijn kleren af, nam een linnen doek en deed die om Zijn middel.

Zorgen en frustraties
Om hun belangeloze toewijding niet al zuchtende te doen, geeft Petrus de ouderlingen een steunpunt. Dit steunpunt is een bekend vers in de Bijbel: ‘Werp al uw zorgen op Hem, want Hij zorgt voor u.’ Ambtsdragers mogen, net als alle andere gelovigen al hun zorgen en frustraties op de Heere werpen. Ze staan er in hun moeilijke taken niet alleen voor. Zij mogen zich gedragen weten door Gods hand. Als we de lijn van Jezus naar Paulus en Petrus trekken, zien we continuïteit. In Jezus treffen we dienend geestelijk leiderschap aan. Bij Paulus en Petrus dienend-christelijk leiderschap. Het dienen en leiding geven krijgen het volle pond.

Rekenschap
Ambtsdragers zijn verantwoordelijk voor het geestelijke welzijn van de gemeente en moeten hiervoor eens rekenschap afleggen. Maar ook gemeenteleden hebben een verantwoordelijkheid. God stelt gemeenteleden verantwoordelijk voor hun houding tegenover het leiderschap. 1 Petrus 5: 5 vraagt erkenning van het toezicht door de ouderlingen. Hebreeën 13: 17 eist gehoorzaamheid en onderdanigheid aan de voorgangers. In dit laatste vers heten leidinggevenden in de gemeente voorgangers. Het woord ‘voorgangers’ komt trouwens alleen voor in de Brief aan de Hebreeën. De criteria zijn: ze hebben uit het Woord van God gesproken; hun wandel is te controleren en hun geloof verdient navolging.

Calvijn
Voor de invulling van het leidinggeven gaan hervormd-gereformeerde gemeenten in het spoor van de Reformatie. Calvijn heeft zich beziggehouden met de regering van de kerk. Heel belangrijk voor hem was de organisatie van de kerk. In zijn optiek behoort de kerk richtlijnen te geven voor het godsdienstige en maatschappelijke leven. Hij koos voor een presbyteriale vorm van kerkregering. Bij deze kerkregering wordt de kerk geregeerd door ambtsdragers, die in ambtelijke vergaderingen bij elkaar komen. In Boek IV van zijn Institutie schrijft Calvijn over de regering van de kerk. Eerst wijst hij op het doel, de noodzaak en het nut van de dienst van de mensen. De nadruk valt op het predikambt. In de tweede plaats gaat Calvijn in op verschillende ambten en bedieningen. Het ambt is een instrument ten dienste van het Woord. In de derde plaats komen de roeping en de ordening van de dienaren van de kerk aan de orde. Ten slotte behandelt Calvijn het leergezag van de kerk. Hij stelt dat de kerk macht heeft om de leer te omschrijven, maar alleen in zoverre die leer in overeenstemming is met de Schrift. Het leergezag van de kerk wordt dus begrensd door het Woord. De rooms-katholieke visie op het leergezag van de kerk moet met klem afgewezen worden.

Luisteren naar de Schrift
Calvijn stelt dat voor het geven van geestelijke leiding het luisteren naar de Schrift onmisbaar is. Het leggen van de klemtoon op de autoriteit van de Schrift is het vernieuwende van de Reformatie. In de Artiosreeks schreef dr. H. van den Belt een boek met de titel Betrouwbaar getuigenis Het geestelijk gezag van de Bijbel. Dit boek gaat in op de Schriftvisie van Calvijn. Ds. Van der Belt schrijft dat voor Calvijn de Bijbel gezag in Zichzelf heeft en zo belangrijk is dat hij het als uitgangspunt voor zijn hele theologie hanteert. Op verschillende fronten strijdt Calvijn tegen hen die het gezag van de Schrift verzwakken. Zijn visie op geestelijk leiderschap wil dus zeggen dat ambtsdragers handelen door het Woord van God. Het standpunt van Calvijn wijkt op twee punten fundamenteel af van wat Rome leert. Rome stelt dat niemand zonder het leergezag van de kerk tot het inzicht kan komen dat de Schrift het Woord van God is. Rome ziet zichzelf als hoedster van de Bijbel en geeft aan hoe de Bijbel geïnterpreteerd moet worden. Onder de titel Rome omsloten door de Traditie. Van Augustinus tot Benedictus XVI verscheen een boek in de Artiosreeks, geschreven door dr. ir. J. van der Graaf. Nieuw voor hem was hoe zwaar de Traditie bij Rome weegt en hoe zich die Traditie tot de Schrift verhoudt.

Misbruik
De Rooms-Katholieke Kerk kent verder een sterk, van boven af bestuurd hiërarchisch systeem. Het leiderschap gaat van top tot de bodem. De geestelijke leiders hebben alle macht in handen en weigeren die te delen met gewone gemeenteleden. Wanneer religieuze leiders in de kerk alleen de touwtjes in handen hebben, ligt misbruik van de machtspositie altijd op de loer. Macht werkt verslavend en kan door corruptie gemakkelijk ontsporen. Niet alleen bij het leiderschap, maar ook in de contacten met gemeenteleden. Concluderend stel ik vast dat leiderschap bij Rome wordt bepaald door het leergezag en door een hiërarchische ambtsstructuur.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 juli 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Handelen door het Woord

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 juli 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's