Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘Doe dat en gij zult leven’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘Doe dat en gij zult leven’

Het verbond [2, schepping]

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat hebben verbond en schepping met elkaar te maken? Tussen de schepping van hemel en aarde aan de ene kant en het genadeverbond aan de andere kant zit immers de diepe kloof van de zondeval?

Als je schepping en verbond zomaar aan elkaar knoopt, krijg je ongelukken. De geschiedenis leert het. Karl Barth heeft het ooit gewaagd om de kloof tussen de schepping en het genadeverbond over het hoofd te zien. Met als gevolg dat hij terecht kwam bij de alverzoening. Wie schepping en verbond aan elkaar koppelt, laat geen ruimte voor de zondeval over. Dan valt de ernstige werkelijkheid van de val in het paradijs weg. De gereformeerde leer is dan ook principieel anders. Onze gereformeerde vaderen hebben vanouds gezegd dat er twee verbonden zijn: het werkverbond en het genadeverbond. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat latere theologen ook wel drie verbonden onderscheiden: zij zagen het zogeheten verbond der verlossing nog voorafgaan aan het verbond der werken. Dat verbond der verlossing was dan tussen de drie Personen in de drieenige God gesloten met betrekking tot het zaligmaken van zondaren. Een enkele theoloog wist zelfs nog een vierde verbond te ontwaren, maar daarmee raken we wel ver verwijderd van Calvijn. Deze stelde dat er twee verbonden zijn: het verbond der werken en het genadeverbond. Waarom twee en niet één? Omdat tussen het werkverbond en het genadeverbond de zondeval zit. Zoveel er in de loop der eeuwen over het verbond der genade geschreven en gezegd is, zo weinig is het verbond der werken aan de orde gesteld. Daarom doen we er goed aan naar dit eerste verbond te gaan kijken.

Werkverbond
Onze gereformeerde voorvaderen hebben duidelijk gesteld dat er sinds de schepping een verbond der werken bestond. Toen God de mens geschapen had, heeft Hij het dus maar niet bij dat feit van de schepping gelaten. Nee, God is tot de door Hem geschapen mens gekomen. Hij heeft een verbond met hem opgericht. Was God daartoe verplicht? Nee, op geen enkele manier. Het was louter Zijn wil. Dit werkverbond was dus louter en alleen gevolg van Gods goedgunstigheid. Achter het werkverbond schuilt dan ook duidelijk Gods genade. Met dit werkverbond heeft God het goede voor de mens op het oog. Hoe functioneerde dit werkverbond? Wat waren de voorwaarden van dit verbond? Het werkverbond bevatte de eisen en beloften van God. Alle beloften die erin gedaan werden aan de mens, hingen af van zijn al of niet gehoorzamen aan de eisen die God de mens stelde: ‘Doe dat en gij zult leven.’ Wilde Adam dus blijven in dit verbond, dan moest hij zich houden aan Gods wil en wet. Week hij ervan af, dan brak hij het verbond.

Adams rol
Dit gaf aan Adam een buitengewoon grote verantwoordelijkheid. Niet alleen voor hemzelf, maar ook voor zijn nageslacht. Adam was namelijk niet minder dan het hoofd van de hele mensheid. Dus was Adams houding beslissend voor al zijn nakomelingen. De hele mensheid was allemaal in Adam begrepen. Was hij gehoorzaam gebleven, dan zouden al zijn nakomelingen in de weldaden van het werkverbond gedeeld hebben. Maar nu hij het verbond verbroken heeft, delen al zijn nakomelingen in de vloek en straf die daarop volgden. Wie over de verbreking van dit werkverbond wil lezen, moet naast de eerste hoofdstukken van Genesis ook te rade gaan bij de profeten en vooral bij de apostel Paulus: Adams zondeval is een verbondsbreuk geweest. Het verbond der werken brak stuk vanwege de ongehoorzaamheid van de eerste mens.

Niet opgehouden
Wat waren de gevolgen van het stukbreken van het werkverbond door de zondeval? Was toen het hele werkverbond verdwenen? Deze gedachte kom je nogal eens tegen, alsof de zonde het werkverbond opgeheven zou hebben. Maar die gedachte is niet juist. Het verbond der werken heeft niet opgehouden te bestaan door de zondeval. Het is verbroken. En een gebroken balk is nog steeds een balk. Een verbroken verbond is nog altijd een verbond. Daaraan moet ik toevoegen: al heeft Adam het verbond verbroken, God niet. De mens is door de zondeval niet verbondspartner- af. God houdt ons Zijn eisen uit het werkverbond nog steeds voor. Niet één van Zijn geboden heeft Hij ooit ingetrokken. De verhouding tussen God en mens is wel danig verstoord. De vreedzame verhouding in het paradijs, de omgang van God met de mens tijdens het zachte ruisen tegen de avond, is weg. De mens staat niet langer vredelievend, maar vijandig tegenover God. En ook vijandig tegenover Gods wet. Deze wet, die de mens eerst boven alles liefhad, achtervolgt hem nu, zij veroordeelt de mens. Toch blijft God nog steeds aanspraak maken op de mens, die een schuldige verbondsbreker is geworden.

Herstel
Laat God het daarbij? Is er in alle eeuwen slechts sprake van een verbroken werkverbond? Op zichzelf zou het hebben gekund dat de geschiedenis van de mens na de zondeval één grote aaneenrijging zou zijn geworden van toorn en wraak en straf van Gods kant tegenover de trouweloze mens. Maar dat heeft God niet gedaan. God is de verbroken verbondsrelatie met de mens gaan herstellen. Niet door het werkverbond eerst aan de kant te schuiven en vervolgens met een heel ander verbond te komen, namelijk het genadeverbond. Nee, God heeft aan het verbroken werkverbond een element toegevoegd: het element van de onverdiende genade in Christus. God wil blijven leven met de mens op de wijze van een verbond. Een verbond dat erin voorziet om de gevallen mens door genade weer op te richten. Ik ga hier niet verder in op het genadeverbond, maar wil nog wel de aandacht vestigen op de verhouding tussen werk- en genadeverbond.

Relatie van genade
We hebben gezien dat God de wereld schiep. Dat deed de Heere vrijwillig. God was het niemand verplicht om deze wereld te scheppen. Hij deed dat alleen omdat Hij dat zo wilde. De schepping vindt haar oorzaak dus in het welbehagen van God. Wij mensen hebben daarom ons bestaan te danken aan God. Ons leven op aarde is een geschenk van de Heere. Als we dat zo zeggen, dan geven we daarmee wel aan dat de scheppingsrelatie tussen God en mens een relatie van genade is. Daarbij moeten we intussen wel goed in het oog houden dat deze genaderelatie niet de verlossende genade van de zaligheid is. Toch heeft het ons iets te leren. Wat? God heeft de dingen sinds hun schepping maar niet aan hun lot overgelaten en daarmee aan de chaos prijsgegeven. Dat de schepping het werk is van een Verbondsgod heeft gevolgen op allerlei terreinen.

‘Gerepareerd’
God heeft heel duidelijk Zijn stempel op al het geschapene gedrukt door Zijn scheppingsordeningen, die wij niet straffeloos kunnen negeren. Zouden we dat doen, dan vernietigen we het leven op aarde. Aan de andere kant kunnen we niet voort met een verbroken werkverbond. God heeft dat ‘gerepareerd’ met het genadeverbond. Waarom? Omdat God deze gevallen wereld nog liefhad. Omdat het Zijn wereld is. Omdat Hij Zich op een bijzondere wijze verbonden heeft aan deze wereld. God heeft niet alleen deze wereld gemaakt, Hij heeft Zich met de wereld verbonden. Zo kon zelfs de zonde het niet voor elkaar krijgen om God en wereld totaal van elkaar te scheiden. De wereld heeft God wel losgelaten, maar God heeft de wereld niet losgelaten. Dat hebben we te danken aan Gods verbond. Zelfs Gods oordeel in de zondvloed kon geen einde maken aan dat verbond. Dwars door zonde en oordeel heen gaat God met Zijn schepping verder. Straks, in de voleinding, zullen werkverbond en genadeverbond dan ook samenvallen. Als de ganse aarde vol zal zijn van de kennis des Heeren. Zo bezien hebben verbond en schepping alles met elkaar te maken. Gods kerk is niet van de wereld. Maar deze wereld is nog wel altijd de wereld waarmee God een verbond der werken heeft opgericht. Dat werkverbond zal eenmaal in alle majesteit aan de dag treden, als de laatste van Gods kinderen door Gods genadeverbond is toegebracht. Dan zal het aan God geheiligde zaad het gezegend aardrijk erven.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 augustus 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

‘Doe dat en gij zult leven’

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 augustus 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's