Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Mogelijk een tempelzanger

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Mogelijk een tempelzanger

Twaalf kleine profeten [8]: Habakuk

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toen Luther de woorden van Romeinen 1:17 begreep: ‘Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven’, was het hem alsof de poorten van het paradijs opengingen. Dit woord van Paulus is ook een woord van Habakuk (2:4). Was Luther bekend met een aangevochten geloof, deze profeet niet minder.

In deze serie over de kleine profeten proberen we in het vizier te krijgen welke personen achter deze profetengeschriften schuilen. Dat blijkt geen eenvoudige opgave te zijn. Ook bij Habakuk moeten we het laten bij vermoedens en gissingen. We weten weinig meer van hem dan zijn naam en bij Habakuk is het zelfs raden naar de betekenis van zijn naam. De tijd van zijn profeteren kunnen we afl eiden uit Habakuk 1:6: ‘Want zie, Ik doe de Chaldeeën opstaan.’ God laat de Chaldeeën opstaan, de Babyloniërs. Zo volvoert Hij Zijn oordeel over Juda. Habakuk profeteert aan de vooravond van de verovering van Jeruzalem. We mogen hem plaatsen aan het einde van de zevende eeuw voor Christus. Vermoedelijk spreekt hij ten tijde van koning Jojakim, een tijd van verval na de opleving onder koning Josia. Om nog een vermoeden te noemen: het kan zijn dat Habakuk een leviet was, mogelijk een tempelzanger. Dat zou af te leiden zijn uit de ‘psalm’ die hij schreef. Het laatste hoofdstuk van de drie is een lied ‘voor de koorleider’ (3:19). Heeft het geklonken in de tempelliturgie?

Geloofsstrijd
Hoe weinig we ook van de persoon Habakuk weten, we merken wel hoe hij intens meeleeft met de gebeurtenissen van zijn tijd en dat de dingen die hij te zien en te zeggen krijgt hem diep raken. De last die hij gezien heeft (1:1) valt hem zwaar. Hij gaat eronder gebukt. Het eerste dat we van Habakuk horen is een klemmend appèl op zijn God: ‘HEERE, hoelang roep ik om hulp en luistert U niet, roep ik tot U: Geweld! en verlost U niet?’ (1:2). Waarom dit roepen? In Habakuk 1:2-4 heeft de profeet het onrecht voor ogen dat Juda en Jeruzalem in zijn dagen teistert. Bij Habakuk leeft het besef dat het allemaal zo niet door kan gaan. Luistert God? De profeet krijgt antwoord, maar de HEERE bereidt hem er wel op voor dat het verbijsterend zal zijn wat Hij gaat doen: ‘Zie rond onder de heidenvolken en aanschouw, verbijster u, sta verbijsterd, want Ik breng in uw dagen een werk tot stand dat u niet zult geloven wanneer het verteld wordt’ (1:5). God laat de Chaldeeen opstaan als instrumenten van Zijn oordeel. Deze Chaldeeën volvoeren Gods raad, maar tegelijk wordt aan hen hoogmoed in hun optreden verweten (1:11). Habakuk kan het niet vatten. Hoofdstuk 1:12-17 vermeldt zijn worsteling. Die Chaldeeën zijn toch goddeloos? Is onrecht met goddeloosheid te bestrijden? Habakuk begrijpt Gods wegen niet.

Geloofsovergave
Wat doet Habakuk met al zijn vragen? De profeet wacht op antwoord, op een woord om te spreken (2:1). Zijn verwachting bij alle raadsels is gelegen in Gods spreken. Het antwoord komt: ‘Als Hij uitblijft, verwacht Hem, want Hij komt zeker, Hij zal niet wegblijven’ (2:3) en: ‘de rechtvaardige zal door zijn geloof leven’ (2:4). Blijf wachten, blijf vertrouwen, blijf hopen op God en Zijn Woord, dan is er in bange tijden leven en toekomst. De toekomst is aan de HEERE, want Hij komt, en hoe! Habakuk mag dat bezingen in hoofdstuk 3: ‘God kwam van Teman, de Heilige van het gebergte Paran. Zijn majesteit bedekte de hemel, de aarde was vol van Zijn lof ’ (3:3). God komt vol majesteit en heel de schepping reageert op Zijn komst. Zijn komen is oordeel (3:12) en heil (3:13). Het gezicht van dit komen van God doet Habakuk sidderen (3:16a) en geeft hem een rustig vertrouwen (3:16b). De profeet schept er moed uit voor de dag van heden en de dag van morgen: ‘Al zou de vijgeboom dan niet in bloei staan (…), ik zal dan toch in de HEERE van vreugde opspringen, mij verheugen in de God van mijn heil (3:17,18). Habakuk zingt lichtvoetig het lied van ‘nochtans’ in benauwde tijden, want Hij komt!


Volgende keer: Zefanja

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 augustus 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Mogelijk een tempelzanger

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 augustus 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's