Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Heksen in reformatietijd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Heksen in reformatietijd

Biografie haalt duivelse praktijken naar voren

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Haarlem en Barendrecht kennen een Jan Wierstraat en de Willem Arntsz Hoeve in Den Dolder heeft de afdeling Wier. Over de Brabantse arts Jan Wier schreef Vera Hoorens een vuistdikke, fascinerende biografie, met bijna 200 bladzijden noten en literatuur.

Tot de ‘historische bewonderaars’ van Jan Wier behoorden Sigmund Freud, Karl Marx en Victor Hugo. De in het Brabantse Grave geboren arts (1515- 1588) wordt gezien als voorloper van de psychiatrie. Behalve dat er psychiatrische ziekenhuizen en afdelingen naar hem zijn genoemd, draagt ook de kerktoren van de stadskerk van Tecklenburg zijn naam. Wier werd in de kerk begraven. Hoorens, die hoogleraar sociale psychologie aan de Katholieke Universiteit Leuven is, sluit de beschrijving van Wiers leven en werk met een bezoek aan de kerk af.

Figuren op bezems
Het leven van Jan Wier speelt zich af in de dagen van de Reformatie en de heftige strijd daartegen van de zijde van Rome. Het was ook de tijd van toverijen, heksen en heksenvervolgingen. Sinds halverwege de vijftiende eeuw werden op grote schaal heksen vervolgd. Sommigen kwamen op de brandstapel terecht. Volgens een anoniem manuscript De dwaalingen van de ketters waren heksen ‘figuren die duivels aanbaden, heksenzalf brouwden, op bezems naar de sabbat vlogen en zich overgaven aan kindermoord’. Ze maakten het land onvruchtbaar ‘door kattenhuiden te vullen met een mengsel van groenten, meel, druiven, haver en gerst’ en het goedje op een winderige dag over het land te verstrooien. ‘Ze maakten een dodelijk gif door de lichaamsopeningen van een naakte man vol te stoppen met giftige dieren, hem aan zijn voeten op te hangen en het vocht dat na zijn dood uit zijn lichaam liep te mengen met vet van gehangen ingewanden van kleine kinderen.’ Het boek geeft tal van andere bizarre voorbeelden. Volgens een boek van Jacob Sprenger en Heinrich Kramer, De heksenkamer, stonden heksen in dienst van de duivel om mensen van het ware ofwel katholieke geloof te doen afvallen. De kerk van Rome bood de gelovigen daartegen de nodige bijstand in de biecht, het sprenkelen van wijwater, het gebed of duiveluitdrijving (exorcisme). In dat boek, per pauselijke bul op 5 december 1585 gesanctioneerd, werden ook regels gegeven voor de berechting en zelfs de foltering van heksen.

Begoochelingen
Toen schreef Jan Wier zijn Over duivelse begoochelingen, waarin hij ‘de heksenleer’ uit het genoegde boek betwistte en zich verzette tegen de processen. Hij droeg het op aan hertog Willem van Kleef, bij wie hij hofarts was. Rechters en inquisiteurs van de heksen waren volgens Wier vaker de werktuigen van de duivel dan de ongeletterde heksen zelf. Heksenzalf noemde hij een verdovend middel. De heksensabbat was een ‘verzinsel van een dolende geest’ en vrouwen op bezemstelen waren ‘klinkklare onzin’. Ziektes en noodweer kwamen van God of van de duivel, niet van ‘de een of andere toverkol’. Intussen pakte Wier de calvinistische theoloog Thomas Erastus, die ook voorstander was van heksenvervolging, met fluwelen handschoenen aan. Alles wijst er dan ook op, zegt de biografe, dat Wier vooral de Rooms-Katholieke Kerk wilde bestrijden, waarbij hij de heksenvervolging ‘een katholieke uitwas’ noemde. Hij bestempelde dan ook de eucharistie en een ‘hele reeks andere katholieke rituelen’ als schadelijke toverij en schilderde de geestelijken af als oplichters en duivelvereerders. Daarvoor moest hij voorkomende praktijken van toverij en duivelaanbidding wel voor ‘echt’ verklaren, hetgeen volgens de biografe ‘randschade’ toebracht aan zijn bescherming van de heksen. De rattenvanger van Hamelen was volgens hem ook zo’n duivelskunstenaar. Hoewel geen enkele dertiende-eeuwse bron de verdwijning van een groep kinderen vermeldt, nemen de meeste onderzoekers tegenwoordig aan dat die verdwijning in het gevolg van de magische fluitspeler van Hamelen wel historisch is. Wier schreef zijn boek intussen tegen de achtergrond van ‘bezeten zusters’ in een klooster in Keulen. Het boek verscheen in 1562, het jaar waarin Duitsland geteisterd werd door een oogstverwoestend noodweer, dat ook aan heksen werd toegeschreven. Het boek van Wier viel derhalve in een toebereide aarde en beleefde herdruk op herdruk.

Calvinist
Wier werd calvinist, maar op het eerste gezicht, zegt de biografe, bleef hij zijn leven lang katholiek. Alleen, een katholiek zou de eucharistie geen toverij noemen. Bovendien sprak hij over de ‘zuiverder en pas opgekomen kerk’ – de kerk van de Reformatie – die de door hem gesignaleerde wantoestanden bij Rome niet kende. Door velen is Wier hij als spiritualist bestempeld. Uit brieven van hem in het jaar 1576 blijkt echter ‘ondubbelzinnig’ dat hij zich ten laatste in de jaren zeventig – vermoedelijk na een omweg via het lutheranisme – tot het calvinisme bekende. Hij sloot aan bij Calvijn. Die benadrukte ook zelf, aldus de schrijfster, dat de ‘papisten’ goddelozer waren dan de Cypriotische tovenaar Elymas uit het boek Handelingen. Intussen bezigde Calvijn echter jegens heksen niet mis te verstane termen. In een preek van 2 december 1555 bepleitte hij zelfs ook de doodstraf. Dat staat dus lijnrecht tegenover de visie van Wier. Maar met heksen bedoelde Calvijn ‘naast katholieken’ ook waarzeggers, oplichters en gifmengers; in concreto pestsmeerders, die pestepidemieën bevorderden. Daarin reikten Wier en Calvijn elkaar de hand. Overigens zei Calvijn volgens de biografe van Wier wel dat als pestsmeerders verbrand werden, ze ‘uit genade’ eerst gewurgd moesten worden.

Onuitroeibaar
Ik nam maar een greep uit dit fascinerende boek. Wij mensen uit de 21e eeuw kunnen ons niet meer voorstellen dat mensen in de zestiende eeuw geloof hechtten aan ongeloofwaardige verhalen over heksen en tovenaars. De reformatoren echter waren zich er terdege van bewust dat de duivel zijn handlangers had onder waarzeggers, kwakzalvers en heksen, wie daar ook toe mochten worden gerekend. Calvijn noemde het bijvoorbeeld verbazingwekkend dat ‘geleerde mannen’ door zoiets als seks van mensen met de duivel gefascineerd waren. Dus niet alleen onder het onontwikkelde volk maar ook onder de meer ontwikkelden werd geloof gehecht aan onzinnige verhalen. Nochtans blijkt het geloof in het occulte onuitroeibaar. Toekomstvoorspellers, magische genezers en occulte zielenknijpers van allerlei slag en soort, vinden vandaag ook bij intelligente mensen een warm onthaal. En evenals in de zestiende eeuw blijken ook christenen soms gevoelig voor praktijken die niet van de dag maar van de nacht zijn.

Duivel
Ik ben niet bevoegd te oordelen over de vraag of Wier de (een) grondlegger van de moderne psychiatrie is geweest. Maar diens biografe heeft er wel voor gezorgd dat duivelse praktijken van toen doorzichtig zijn gemaakt tot op vandaag. Dan is het wel de vraag of de duivel binnen de gangbare psychiatrie nog als een persoon wordt gezien. Zowel Luther als Calvijn benadrukte de macht van de duivel, zegt Hoorens. ‘Beiden meenden dat de duivel het op het zielenheil van de mensen gemunt had en beiden riepen hun volgelingen op om de Boze op alle mogelijke manieren te bestrijden.’ Waarvan acte.


N.a.v. Vera Hoorens, ‘Een ketterse arts voor de heksen’, uitg. Bert Bakker, Amsterdam; 634 blz.; € 49,95.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 augustus 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Heksen in reformatietijd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 augustus 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's