Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bouwprofeet

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bouwprofeet

Twaalf kleine profeten [10, Haggaï]

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Veel gemeenten doen in januari mee aan de actie Kerkbalans. Slogans als ‘een kerk is van blijvende waarde’ willen ons bewegen de beurs te trekken voor het kerkenwerk. Juist in crisistijden is het spannend: beknibbelen mensen op hun bijdrage of blijven ze ruimhartig geven?

Je zou Haggaï een ‘bouwprofeet’ kunnen noemen. Zijn opdracht is om de tempelbouw bovenaan te krijgen op het prioriteitenlijstje van de uit ballingschap teruggekeerde Joden. We schrijven het jaar 520 voor Christus. Het is een kleine twintig jaar geleden dat de Perzische koning Kores (Cyrus) de ballingen uit Juda de mogelijkheid gaf om terug te keren naar Jeruzalem en omgeving. Om met Psalm 126 te spreken: ‘Toen de HEERE de gevangenen van Sion terug deed keren, waren wij als mensen die droomden.’ God had grote dingen gedaan (Ps.126:2,3). Geen wonder dat bij thuiskomst grote aandacht wordt besteed aan de dienst van God. Ezra 3:17 beschrijft de bouw van een altaar om brandoffers te brengen. Vervolgens komt de herbouw van de verwoeste tempel in het vizier. Onder leiding van Jesua (Jozua) en Zerubbabel wordt een begin gemaakt. De fundering wordt gelegd (Ezra 3:10). Dan komt de bouw echter stil te liggen.

Bouwstop
Waarom deze bouwstop? In Ezra 4:1 lezen we: ‘Het volk van het land ontmoedigde het volk van Juda en zij joegen hun schrik aan bij het bouwen.’ Er rijst tegenstand uit kringen van de Samaritanen. Die tegenstand maakt de handen van het volk van Juda slap (Ezra 4:4). In het jaar 520 voor Christus ligt de bouw nog steeds stil. Volgens het volk is de tijd niet rijp om het huis van de HEERE te herbouwen (Haggaï 1:2). Haggaï stelt deze uitspraak onder scherpe kritiek: ‘Is het voor u wel de tijd om in uw fraai overdekte huizen te wonen, terwijl dit huis verwoest ligt? (1:4)’ De eigen zaken gaan boven de dingen van de HEERE.

Crisis
Opvallend is dat het volk zo hard loopt voor eigen huis in een tijd van crisis. Het ongenoegen van de HEERE is af te lezen aan de vruchteloosheid van die dagen: ‘U zaait veel maar brengt weinig binnen’ (1:6). De vruchteloosheid van het leven drijft het volk niet uit naar de HEERE, maar laat het harder zwoegen voor het eigen huis. Blijkbaar moeten ons in crisistijd de ogen ervoor geopend worden om te zien wat er werkelijk loos is, anders blijven we lopen voor onze eigen zaak. Het is de taak van het profetisch woord om dan te zeggen: ‘Let aandachtig op uw wegen’ (1:5,7). Zo spreekt Haggaï in 520 voor Christus.

Gedateerd
De exacte dateringen bij de profetieën vallen op. Op de eerste dag van de zesde maand, in het tweede jaar van de regering van Darius I (522486 voor Christus) profeteert Haggaï voor het eerst (1:1). Op de 24e van de negende maand van datzelfde regeringsjaar spreekt hij de laatste twee profetieën uit (2:11,24). We leiden daaruit af dat hij maar een korte periode actief is geweest. De naam Haggaï is afgeleid van een woord dat ‘feest’ betekent. Mogelijk is hij op een feestdag geboren. In Ezra 5:1 en 6:14 wordt Haggaï samen met Zacharia genoemd. Haggaï wordt als eerste genoemd; vermoedelijk is hij de oudste van de twee. Er is wel eens gedacht dat Haggaï zelf iemand was die de tempel van Salomo nog gekend had (2:4), maar dat staat er niet met zoveel woorden.

Grotere heerlijkheid
Zou de nieuwe tempel kunnen tippen aan de tempel van Salomo? Moedeloosheid ligt op de loer: wordt het echt wat met de nieuwe tempel (2:4)? Voor moedeloosheid is geen reden, omdat de HEERE werkt en ervoor zorgt dat de nieuwe tempel grotere heerlijkheid zal vertonen dan de eerste (2:10). Hoe dan? Haggaï wijst op het komen van de volkeren. Zij brengen hun schatten mee. De profeet laat het volk in messiaanse verten turen en stelt het een toekomst van vrede voor ogen. Niet wat was en wat jammerlijk teloorging, maar wat komen en blijven zal, dat vraagt onze aandacht. Het geloofsoog let op wat de HEERE doet.


Volgende week: Zacharia

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 augustus 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Bouwprofeet

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 augustus 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's