Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Inschakelen in de gemeente

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Inschakelen in de gemeente

Zorg voor de weduwe [2, slot]

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bij Gods zorg voor de weduwe worden mensen ingeschakeld. De christelijke gemeente en ook de weduwe zelf.

Voor de gemeente ligt er de taak de weduwe te zien en haar met haar liefde te omringen. Zij doet dat door haar te dienen én haar tot dienst in de gemeente uit te nodigen. Je zou kunnen zeggen: door haar uit haar verdriet weg te lokken. De gemeente doet dat met veel begrip voor haar situatie. Paulus maakt heel duidelijk dat de weduwe haar weduwschap in de bedding van de gemeente draagt (1 Tim.5:316).

Onderscheid
Hij maakt hierbij wel een dubbel onderscheid. Allereerst tussen de weduwe die kinderen – of in ieder geval familie – heeft en die dat niet heeft. Kinderen of familie kunnen een weduwe verzorgen of om zorgverlening vragen. De zorg voor de weduwe is dus in eerste instantie een familieaangelegenheid. Vervolgens maakt hij het onderscheid tussen de jonge weduwe (die wellicht nog zal kunnen trouwen en kinderen krijgen) en de oudere weduwe, de zestig(pluss)er (die mogelijk niet meer aan trouwen denkt). De laatsten brengt hij onder in een weduwenlijst en wil hij graag inschakelen in een soort diaconale dienst. Vermoedelijk ontvangen ze hiervoor een vergoeding in geld of in natura, om zo in het levensonderhoud te kunnen voorzien. Helemaal duidelijk wat de apostel hier voor ogen heeft is het niet. Een soort hervormde vrouwendienst? De kanttekeningen bij de Statenvertaling spreken over het ‘ambt ener diakones’, die zorg draagt voor zieken, vreemden en armen.

Uitblinken
Paulus is kritisch. Niet elke oudere weduwvrouw komt zonder meer in aanmerking. Er zijn criteria. Zo is ze de vrouw van slechts één man geweest. Heeft getuigenis van goede werken. Heeft weet van de opvoeding van kinderen. Heeft een hart vol herbergzaamheid. Ze heeft de voeten van de heiligen gewassen en verdrukten genoegzame hulp gedaan. Kortom, ze blinkt uit in goede werken. Ds. C. den Boer geeft er in zijn verklaring van 1 Timotheüs 5 sprekende voorbeelden van. De positie van de weduwe is bijbels verankerd. Zij moet worden gezien en ontzien; zij moet worden geholpen en om hulp worden gevraagd. Dat geldt haar fysieke familie, maar niet minder de geestelijke familie: de christelijke gemeente. Gods zorg trekt door mensenharten en handen heen. De ene weduwe is daarbij de andere niet. Ook daar mag en moet oog voor zijn. Er is gave van onderscheid nodig in het omgaan met weduwen; het peilen van hun hart (verlangen), het inzetten van hun handen. Paulus kent zorg voor de weduwe, maar ook voor de gemeente. Hij wil de gemeente teleurstellingen besparen. Aan vrouwen ‘die ledig omgaan bij de huizen, klapachtig, ijdele dingen doende en sprekende hetgeen niet betaamt’, heb je helemaal niets. Het gaat om opbouw van de gemeente in oprechte liefdedienst, vanuit het geloof in Christus.

Weer trouwen
In dat kader denkend acht Paulus het beter dat de jonge weduwe weer tot een huwelijk komt. Hij oppert dat niet maar als een mogelijkheid, maar zegt zelfs: ‘Ik wíl dan’. ‘Ik wil dan dat de jonge weduwen huwelijken, kinderen telen, het huis regeren, geen oorzaak van lastering aan de wederpartij geven.’ Hij zegt dat niet zonder reden of aanleiding: ‘Want enigen hebben zich al afgewend achter de satan.’ Onzedelijk gedrag onteert God en beschadigt de gemeente van Christus. De uitdrukking ‘Ik wil dan’ is nogal prikkelend. Is dit de uitdrukkelijke wil van God of de vrome wens van Paulus? Is dit voor alle tijden of cultuurbepaald, normatief of relatief ? Daarover zijn de laatste woorden niet gezegd. Ik geloof dat Paulus hier met apostolisch (en dus normatief ) gezag spreekt. Allereerst met het oog op ambtsdrager Timotheüs in zijn omgeving, maar daarom niet minder met (in principe) universele geldigheid, voor alle tijden en alle plaatsen. Dus ook voor ons.

Inschakelen
De concrete interpretatie van Paulus’ woorden is telkens weer een spanningsvol gebeuren. De uitkomst daarvan staat niet op voorhand vast. Hier ligt een taak voor het pastoraat, dat met iedere weduwe piëteitvol een eigen weg heeft te gaan, binnen de liefdevolle begrenzing van het Woord. Het is goed om oog te hebben voor de potentiële inbreng van de weduwe in de gemeente en haar waar mogelijk in te schakelen tot de opbouw ervan. We weten uit de geschiedenis der kerk dat vele weduwen zeer waardevol werk in de gemeente hebben verricht. Hun invloed op het geestelijke leven van vooraanstaande mannenbroeders is soms groot geweest. Ook al krijgen niet allen de bekendheid van iemand als Mary Winslow, en al schrijven niet allen een boek. De Schrift bepaalt dat het ambt blijft voorbehouden aan de broeders in de gemeente. Hier ligt een spanningsveld als het – ook in hervormd-gereformeerde gemeenten – moeilijker wordt de ambten te vervullen. Als er dan vrouwen zijn met een rijk geestelijk leven, een hart vol van liefde en dienstbaarheid? Dan toch: Heere, leer ons hierin naar Uw wil te handelen.

Hij leeft
Verlangend zien wij uit naar de dag waarop Gods heil in alle heerlijkheid wordt geopenbaard, in de wederkomst van Hem, Christus Jezus, onze Heere. Dan is er geen gebrokenheid meer, geen zonden, geen verdriet of pijn. Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen. Van wie? Van allen die op Zijn Naam alleen betrouwen, hier en nu. ‘Die nu waarlijk weduwe is, en alleen gelaten, die hoopt op God, en blijft in smekingen en gebeden, nacht en dag.’ ‘Laat uw weduwen op Mij vertrouwen.’ De dood en het verdriet hebben niet het laatste woord. In de gebrokenheid van dit leven raakt de levende Paasvorst het hart van de gemeente. Hij komt met Zijn Woord en Zijn Geest. Dat is de troost: Hij leeft. Biddend om de Pinkstergeest maakt de gemeente dat hoorbaar en zichtbaar, ook voor de weduwe: Hij is er en Hij leeft! Laten we bidden dat weduwen door de Geest mogen verstaan: ‘Mijn Maker is mijn Man. Ik weet mijn Verlosser leeft.’ En ook dat we allen mogen zien waar en hoe zij gediend kunnen worden, en waar en hoe zij zelf actief kunnen dienen in de gemeente.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 augustus 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Inschakelen in de gemeente

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 augustus 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's