Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bode van de HEERE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bode van de HEERE

Twaalf kleine profeten [12, slot, Maleachi]

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tijdens de seidermaaltijd waarmee de Joden hun pesachviering beginnen, wordt er één plaats vrijgehouden. De lege stoel is voor Elia. Zijn komst kondigt de komst van de Messias aan.

Maleachi, de laatste van de schriftprofeten, laat aan het einde van zijn profetie de naam Elia vallen: ‘Zie, Ik zend tot u de profeet Elia, voordat de dag van de HEERE komt’ (4:5). In hoofdstuk 4:4 vermeldt Maleachi een andere klinkende naam uit het Oude Testament: Mozes. Mozes en Elia, ze staan voor de wet en de profeten. Elia zet de toon voor alle profeten. Allen weten zij zich geroepen om Israël terug te roepen tot Mozes. Als hekkensluiter van het Oude Testament doet Maleachi dat nog één keer: ‘Denk aan de wet van Mozes’ (4:4). Zo spreekt een profeet! Overigens is Maleachi in de Hebreeuwse Bijbel niet het laatste boek. Op de profeten volgen in de Tenach de zogeheten geschriften, zoals Psalmen, Job en Kronieken. Bij ons volgt op Maleachi het Nieuwe Testament en in het eerste boek van het Nieuwe Testament lezen we over Johannes de Doper: ‘Hij is Elia, die komen zou’ (Mattheüs 11:14). In onze volgorde van de bijbelboeken wordt zo een brug geslagen tussen oud en nieuw. Het Oude Testament eindigt met uitzicht op het nieuwe dat komen gaat.

Hetzelfde liedje De boodschap van Maleachi verschilt niet veel van die van al zijn voorgangers. Hij moet de zonden van het volk blootleggen en Israël oproepen tot bekering. Misschien is dit wel het meest aangrijpende van de profetie van Maleachi: ze verschilt zo weinig van al zijn voorgangers. Israël heeft de ellende van de ballingschap achter de rug, maar wat heeft het volk geleerd? Generaties profeten hadden het opgeroepen tot omkeer en gezinspeeld op een mogelijke ballingschap. Hun woorden waren waar geworden. Het was met Israël door de diepte gegaan. In Zijn trouw had de HEERE echter met een rest een nieuw begin gemaakt. Maar zie, er moet weer geprofeteerd worden. Beschamend. Zegt dat niet alles over ons dwaalzieke hart?

Ten tijde van Nehemia
Het is niet helemaal zeker wanneer Maleachi zijn profetieën heeft uitgesproken. In ieder geval was de tempel weer opgebouwd. Vermoedelijk moeten we hem plaatsen in de dagen van Ezra en Nehemia. Nehemia kwam in 445 voor Christus naar Jeruzalem. In 434 voor Christus reist hij weer naar Perzië, om na een onbekend aantal jaren weer in Jeruzalem terug te keren. De oudtestamenticus P.A. Verhoef (Maleachi. Commentaar op het Oude Testament) denkt heel specifi ek aan de tijd na het vertrek van Nehemia in 434 als de periode van Maleachi’s profeteren. Hij zet Nehemia 10 en 13 naast elkaar. In Nehemia 10 gaat het om een verbondsvernieuwing. Het volk belooft te wandelen volgens de wet, ‘gegeven door de dienst van Mozes’ (28,29). In Nehemia 13 merkt Nehemia bij terugkeer in Jeruzalem allerlei nalatigheid op als het gaat om het geven van de nodige gaven (10), om de sabbatsheiliging (15-22). Ook is er sprake van huwelijken met heidense vrouwen (13:23). Verder constateert hij ontwijding van het priesterschap (29). Veel van deze thema’s vinden we terug op de agenda van Maleachi: nalatigheid in de dienst aan God (1:7,8), misstanden bij de priesters (2:1-9), de kwalijke praktijk van het wegsturen van de eigen (Joodse) vrouwen (2:16), vermoedelijk ten faveure van heidense dames.

Ik heb u liefgehad
Markant aan de profetie van Maleachi is de scherpe, cynische tegenstem van het volk, die de profeet meeneemt in zijn profetie. Schrijnend voorbeeld daarvan is de aanhef van deze profetie. De HEERE begint met een liefdesverklaring: ‘Ik heb u liefgehad’ (1:2). De reactie is: ‘Waarin hebt U ons liefgehad’ (1:2). Doet zo’n reactie niet de deur dicht? Of is de aanhoudende profetie niet juist het teken van Gods liefde en bemoeienis? God blijft Zijn knechten zenden om tot bekering op te roepen. Maleachi is zo’n knecht, een gezant van God. Maleachi betekent zelfs ‘Mijn bode’. Is het de eigennaam van deze laatste schriftprofeet? We weten het niet. Een ware profeet is altijd ‘Maleachi’, bode van de HEERE. En deze boodschap legitimeert hem: ‘Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen, de dag des HEEREN nadert!’


Maleachi sluit de reeks twaalf kleine profeten af.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 september 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Bode van de HEERE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 september 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's