Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het geloofsgesprek voeren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het geloofsgesprek voeren

Open Bijbel en open hart geven echte ontmoeting

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kerkverlating is in de media een belangrijk thema in deze oktobermaand. Beter dan het negatieve te keren lijkt het positieve te stimuleren. Dat positieve zit onder meer in het voeren van het geloofsgesprek. Als kerkenraad en als gemeente.

Aan het einde van een reis, als ze in het gebied van Caesarea Filippi aangekomen zijn, voeren Jezus en de discipelen een bijzonder gesprek, dat geopend wordt door een heel directe vraag van de Heiland. ‘Wie zeggen de mensen dat Ik, de Zoon des mensen, ben?’ Nadat er diverse antwoorden gegeven zijn, stelt Jezus de belangrijkste vraag: ‘Maar u, wie zegt u dat Ik ben?’ Een vraag die in het pastorale gesprek van onschatbare waarde is, omdat ze voert naar wat het meeste telt in ons leven, de relatie tot de Zaligmaker.

Verlangen van gemeenteleden
Veel gemeenteleden die van harte bij de Heere blijven en in Zijn kerk actief zijn, verlangen naar het geloofsgesprek. Veel kerkenraadsleden die na enkele jaren als ambtsdrager terugtreden, uiten zich teleurgesteld omdat er zo weinig gesproken wordt over wat ons raakt en wat ons drijft in de dienst aan God. Ondanks dit verlangen vinden deze gesprekken relatief weinig plaats. Gemakkelijker uiten we ons over ons werk, geven we onze mening over de preken, beoordelen we de dominee of de kerkenraad. Organiseren lukt ons meer dan kwetsbaar ons hart te openen, met anderen je nood en je vreugde te delen. Het is aangrijpend als dit ook kerkenraadsleden geldt. In een gesprek over wat ze als de zwaarte van hun ambt ervaren, hoorde ik enige tijd geleden vooral terug dat het zo moeilijk is om met mensen afspraken voor huisbezoeken te maken. In openheid over ons innerlijk hebben we onze cultuur niet mee. Christenen in andere landen spreken concreet over hoe ze de leiding van God in hun leven ervaren, praten vrijmoedig over de omgang met Hem. Het is een zegen als onze jongeren meer dan hun ouders geleerd hebben woorden te vinden voor hun leven met God.

Kerkenraad
Dat geloofsgesprek zal de christelijke gemeente in haar geheel moeten kenmerken, maar is tegelijk een eerste opdracht voor de kerkenraad. In de bezinning over het geven van geestelijke leiding die vorige maand op de ambtsdragersvergaderingen van de Gereformeerde Bond gehouden is, leerden we dat wie zichzelf niet leidt, ook de ander niet leiden kan. In de vergadering van de kerkenraad moet zoveel besproken en geregeld worden dat het geestelijke karakter van het ambtelijke werk al snel ondersneeuwt, ondanks een eventuele bezinning rondom de opening. Van gemeenteadviseurs binnen de Protestantse Kerk hoor ik dat het ‘nogal eens bar en boos is wat er zich in de kerkenraden afspeelt’. Het maakt verdrietig dit te horen. Hoe kan het dat de gezindheid van Christus onder ambtsdragers weinig aanwezig is? Hoe kan het dat jongere ambtsdragers in veel situaties de dingen snel en zakelijk geregeld willen hebben op een wijze waarmee oudere ambtsdragers moeite hebben, zoals ik uit gemeenten hoor? En hoe kan het dat de dienaar van het Woord, al dan niet als voorzitter van de kerkenraad, vanuit zijn roeping als herder en als leraar geen brug kan slaan? Antwoorden die voor alle situaties gelden, zijn niet te geven, maar toch: zouden we niet veel meer moeten investeren in het geloofsgesprek?

Eredienst
David bidt in Psalm 19 wat actueel is voor elke kerkelijke vergadering, voor elk huisbezoek: ‘Laat de woorden van mijn mond en de overdenking van mijn hart welgevallig zijn voor Uw aangezicht, HEERE, mijn rots en mijn Verlosser!’ Tijd en ruimte voor het onderlinge gesprek is een investering die veel oplevert: een onderlinge band, groeiend vertrouwen naar elkaar en op termijn tijdwinst bij het nemen van beslissingen. Het mooie van een geloofsgesprek is dat er geen besluiten hoeven te vallen. Een open gedachtewisseling over de betekenis van de eredienst staat los van het feit dat de een graag veranderingen wil, terwijl de ander daar liever niet eens over spreekt. Kenmerkend voor het geloofsgesprek is dat het Woord van God openligt en dat we elkaar laten delen in de betekenis van een bepaald bijbelgedeelte voor ons leven, voor de concrete situatie waarin een gemeente of een gemeentelid zich bevinden kan. Het geloofsgesprek heeft zo een ander karakter dan een bijbelstudie of een discussie over een bijbels thema.

Onze mening
In dat geloofsgesprek zijn de woorden ‘ik vind’ niet leidend. We luisteren naar wat de ander van de Heere ontvangen heeft en stellen onszelf en elkaar onder de kritiek van het Woord van God. Zo als kerkenraad zoeken te ontdekken of we met het oog op het jeugdwerk of het missionaire werk, met het oog op de heiligheid van de gemeente in de weg van God wandelen, bouwt de gemeente en bindt tegelijkertijd samen. Dat geldt evenzeer als dit geloofsgesprek niet alleen bemoediging meebrengt maar ook concrete bekering kan vragen. Wie daar samen niet de tijd voor neemt, zal de zegen ervan niet ervaren. Alleen in een veilige omgeving zal het geloofsgesprek kunnen plaatshebben. Hebreeën 13 begint met de aansporing: ‘Laat de broederliefde blijven.’ Er zal altijd veel in de gemeente zijn wat harten van mensen niet bijeenbrengt: afgunst, hoogmoed, verdeeldheid, botsende karakters. Juist daarom is het appèl om de broederlijke liefde te koesteren zo belangrijk. Op die bodem kunnen mensen kwetsbaar en eerlijk worden.

Heilige Geest
Het luisteren naar het Woord en het je openstellen voor de ander maakt het de Heilige Geest gemakkelijk om te spreken, om te overtuigen, om een weg te wijzen. Het gaat dan op een huisbezoek niet meer om het pareren van een kritische vraag, het gaat tijdens de kerkenraadsvergadering niet meer om het afwijzen van een bepaald voorstel, maar om het met elkaar zoeken van de weg die God wijst. In deze gezamenlijke geestelijke oefening mogen we leren blij te zijn vanwege de gemeente. Ook in de tijd van Paulus waren er bedreigingen, kon vrijwel elke brief een paragraaf ‘zorg’ bevatten. Maar als de apostel de gemeente in Kolosse schrijft, zegt hij eerst dat hij ‘de God en Vader van onze Heere Jezus Christus altijd dankt wanneer wij voor u bidden’. In de brief aan Filippi klinkt het nog sterker: ‘Ik dank mijn God, telkens wanneer ik aan u denk.’ Wat kan het een ander licht op de gemeente geven als in een kerkenraadsvergadering elke ambtsdrager kort benoemt voor welke dingen in de gemeente hij wil danken.

Godsbeeld
Alle ambtsdragers kunnen ook opschrijven welke beeld van God in hun leven het meest bepalend is, en daarover in kleinere of grotere kring met elkaar doorspreken. Dat is een oefening waarbij zorgvuldig naar de ander geluisterd moet worden. Ambtsdragers kunnen naar elkaar toe verwoorden welke bijbeltekst het meest centraal staat in hun leven en dit toelichten. Kortom, er zijn zoveel instrumenten aan te reiken waarmee we in elkaars hart kunnen kijken, waardoor we samen kunnen ontdekken wat de gemeente de komende tijd nodig heeft – en gemeenteadviseurs in onze kerk kunnen daarbij van dienst zijn. Het is goed om van tijd tot tijd, goed voorbereid, ten minste een uur te reserveren voor het geloofsgesprek. Dat betekent een andere manier van met elkaar omgaan, die ons verder kan brengen dan ‘mee eens’ of ‘niet mee eens’, die de generaties kan verbinden, die maakt dat geloofservaring gedeeld wordt en waarin we onszelf en elkaar vanuit het hart laten corrigeren.

Concentratie
Deze concentratie op de boodschap van de Schrift is heilzaam in een tijd waarin er in de gemeente steeds meer moet, nogal eens door minder mensen. Ds. W.J. Dekker vroeg ooit in Kontekstueel of we ‘bij alles wat is opgezet in de gemeente, ook zijn toegenomen in geloof’. Waar kerkenraadsleden elkaar in het hart kijken, zal dit tijdens het huisbezoek merkbaar zijn, zal het winst opleveren voor de toerusting van de jeugdwerkers, van de leiders van de huisbijbelkringen. Het geloofsgesprek in de kerkenraad, daar zal heel de gemeente wat van merken. Deze oefening in kleine kring zal zelfs vruchten dragen voor de merkbare aanwezigheid van christenen in de samenleving. Tot eer van God.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Het geloofsgesprek voeren

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's