Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van grote waarde voor kerk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van grote waarde voor kerk

Academia van Vrieslant [1]

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tot precies twee eeuwen geleden had Franeker een universiteit. Deze academie – en dan vooral de faculteit theologie – heeft voor heel de kerk in ons land en voor de Friese kerk in het bijzonder grote betekenis gehad.

Al ver voor de officiële invoering van de Reformatie in Friesland (1580) zijn er tal van dorpspastoors die prediken in gereformeerde zin. Deze mannen kunnen bij de invoering van de Reformatie dan ook gemakkelijk aanblijven als predikant. Het ontbreekt deze dominees intussen aan een behoorlijke theologische scholing in gereformeerde zin. Door het vertrek van vele pastoors ontstaat bovendien een gebrek aan predikanten voor de dorpen en steden, wat niet afdoende wordt opgelost door allerlei combinaties van gemeenten te vormen.
Om in de behoefte aan gedegen gevormde predikanten te voorzien besluiten de Friese Staten op 14 april 1584 te Franeker een seminarium op te richten als ‘eerlick collegium’ voor de noodzakelijke opleiding van predikanten. Het wordt gevestigd in het voormalige Kruisheerenklooster. Al spoedig weet de nieuwe Friese stadhouder Willem Lodewijk van Nassau, overtuigd calvinist, te bewerken dat dit instituut een volledige universiteit wordt. De stichtingsdatum is 29 juli 1585. Leiden heeft dan al elf jaar een universiteit, ook opgericht met het oog op de theologische studie.

‘Grootste sieraad’
De ‘Academia van Vrieslant’ wordt van geweldige betekenis voor de kerk, met name voor het calviniseringsproces in Friesland. De bekende ds. Johannes Bogerman, de latere preses van de grote synode te Dordrecht en enige tijd hoogleraar te Franeker, schrijft ergens over de geestelijke gesteldheid van Friesland: ‘Het grootste sieraad van dit gewest is de Franeker academie die al geruime tijd bloeit en alom vermaard is door het werk van vermaarde hoogleraren.’
Evenals het gewone onderwijs wordt ook het hogere onderwijs op gereformeerde leest geschoeid. Daarin zien wij de calvinisering in engere zin in Friesland. Vanwege de universiteit staat Franeker in haar bloeitijd dan ook bekend als het ‘calvinistische Sion’. Vanaf het begin kenmerkt het onderwijs zich door een bijbelse oriëntatie. In dat opzicht is vooral te denken aan de hoogleraren Coccejus en Vitringa. Daarentegen is iemand als de hoogleraar Maccovius sterk dogmatisch en scholastiek georiënteerd.
Franeker wordt vooral bekend door haar grote aandacht voor de geloofspraktijk en vroomheid in piëtistische zin, de zogenaamde praxis piëtatis. Daarbij valt vooral te denken aan de hoogleraren Martinus Lydius, Wilhelmus Amesius, Meinardus Schotanus, Johannes d’Outrein en Herman Witsius. Niet het minst heeft het verblijf van Amesius, een uit Engeland uitgeweken puritein, een weldadige invloed op de Friese kerk. Want aan de praktijk der godzaligheid ontbreekt doorgaans nogal wat. Amesius zorgt door zijn onderwijs in de christelijke zedekunde en de zogenaamde beoefeningsleer voor een goede toerusting van de aanstaande predikanten. Zo zet het onderwijs een groot stempel op de gereformeerde vroomheid in de Friese kerken, wat duidelijk doorwerkt in de geest van de Nadere Reformatie.
Ook internationaal is Franeker beroemd. Het telt studenten uit Noorwegen, Westfalen, Oost- Friesland (Duitsland), de Palts, La Rochelle (Frankrijk) en vooral uit Hongarije. Van de 4700 buitenlanders (32 procent van het totaal) die ooit in Franeker studeerden, vormden de Hongaren met circa 1225 studenten (26 procent van alle buitenlanders) verreweg het merendeel, overigens niet uitsluitend theologen.

Vrijzinnige koers
Helaas, zoals er van Franeker voorheen een krachtige gereformeerde impuls op de kerk uitgaat, zo ontwikkelt zij sedert de achttiende eeuw een liberalistische, rationalistische, meer vrijzinnige koers, met grote schade voor de kerk. De eeuw van de rede (ratio) breekt aan. Alles, ook het geloof, moet verstandelijk, redelijk, rationeel aanvaardbaar zijn.
Omstreeks 1628 al laat de Franse rationalist Descartes (Cartesius) zich in Franeker als student inschrijven. Zijn wijsgerige geschriften beginnen de aandacht te trekken en missen hun invloed niet. De bekende Franeker predikant Balthasar Bekker, een cartesiaan, geeft ook les aan studenten. In zijn boek De betooverde Weereld (1691) rekent hij af met het geloof in heksen en spoken, maar ook met geesten, engelen en duivelen. Dat past immers niet bij een redelijke, rationele denkwijze.
Behalve dat bezoeken ook twee Poolse ketters, de socinianen Ostorod en Voidovius, rond 1600 al illegaal Franeker en laten er hun ketterse boeken achter. Het socinianisme loochent de leer van de goddelijke drie-eenheid. Dan is er nog de hoogleraar H.A. Röell, die van 1681 tot 1704 theologie in Franeker doceert. Ook hij wordt ervan verdacht de rede (ratio) te hoog te verheffen en niet zuiver te zijn in de leer van de drie-eenheid. In 1686 wordt zijn inaugurele rede van 1681 in Franeker als boek uitgegeven met de opmerkelijke titel De religione rationale, wat betekent (nota bene) Over de redelijke godsdienst. Kort daarna, in 1700, verschijnt het beroemde werk van Wilhelmus à Brakel, de Redelijke godsdienst. Is het misschien een reactie op Röell? Mij valt tenminste op dat Röell in het Latijn spreekt van een redelijke, rationele, dus verstandelijke godsdienst. Brakel spreekt echter in het Grieks van een logikè latreia. Een redelijke godsdienst, maar dan niet redelijk, rationeel, verstandelijk, maar logikè, dat is eigenlijk: bovenzinnelijk, geestelijk (zie 1 Petr.2:2; Rom.12: 1). Mijn leermeester prof.dr. G. Quispel sprak in zijn colleges te Utrecht dan ook bij voorkeur over Brakels ‘Geestelijke godsdienst’.

Verwarring
Franeker kiest voor het rationalisme, de geest van de Verlichting, dat uiteindelijk leidt tot het modernisme. De universiteit, ooit gesticht als calviniseringsinstituut, wordt op den duur een bolwerk van vrijzinnigheid. Ook Herman Venema, tot 1787 hoogleraar te Franeker, wordt beticht van sociniaanse sympathieën. Hij brengt door zijn oncalvinistische vrijzinnige opstelling aan de positie en aan de strijdvaardigheid van de calvinistische kerk in Friesland onherstelbare geestelijke schade toe. De heterodoxie doet haar intrede. De richtingen steken de kop op, met desastreuze gevolgen voor de kerk. Ten tijde van de calvinistische orthodoxie bloeit de kerk. Waar de heterodoxie van de Verlichting haar intrede doet, raakt de kerk in verwarring en duisternis. Als op 22 oktober 1811 de Franeker universiteit bij besluit van keizer Napoleon wordt opgeheven, sterft zij een roemloos einde.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 november 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Van grote waarde voor kerk

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 november 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's