Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Plaats waar God werkt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Plaats waar God werkt

Anne van Laar neemt afscheid van de Herberg

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vooral verwonderd is hij. Anne van Laar (1948) neemt afscheid van de Herberg, ‘een verlengstuk van de gemeente’ dat functioneert dankzij de handen en harten van vrijwilligers. De Herberg neemt afscheid van Van Laar, een bescheiden mens. Vriendelijk en vaderlijk, bewogen en bevlogen.

Zo’n dertig jaar geleden werd Van Laar evangelist namens de IZB rond de Noorderkerk in Amsterdam. Samen met zijn vrouw zette hij veel dingen op: bijbelstudie, kinderclub, naailessen. ‘Maar we kregen steeds meer moeite met het feit dat we niet woonden in het gebied waar we werkten. We brachten de Boodschap en vertrokken weer. We deelden wel het Evangelie, maar niet ons leven.’ In Amsterdam gaan wonen vonden wij ‘gezien de leeftijd van de kinderen toen, niet verantwoord. Daarom besloten we na elf jaar een punt te zetten achter ons werk daar.’

Zo'n prachtige villa
Op dat moment werd er binnen de IZB nagedacht over een huis dat later de Herberg zou worden. Het is met name ds. G. de Fijter geweest die de Herberg van de grond heeft getild. ‘Is het niet wat voor jullie, om dat huis te runnen?’ zo kreeg Van Laar te horen. ‘In Amsterdam werkten we vanuit een wijkgebouw, we zaten midden tussen de mensen. Toen sprake was van de Herberg in Oosterbeek, reden we er eens langs. We zagen het statige pand en ik zei: O nee, dat is niks. Zo’n prachtige villa, daar durven de mensen niet eens te komen! Nú blijkt juist dat deze schoonheid een meerwaarde heeft. Mensen komen hier tot rust, genieten van het huis, de omgeving. En hier zouden we, in tegenstelling tot ons werk in Amsterdam, een poosje kunnen meelopen op de levensweg van mensen, echt samen optrekken.’

Internet
Anne van Laar werd directeur van de Herberg. ‘Mijn vrouw en ik begonnen hier als ‘huisouders’. Na een jaar van voorbereidingen kwamen in september 1993 de eerste gasten. ‘We begonnen met drie gasten; na een jaar zaten we op de maximale bezetting: zo’n achttien, negentien gasten. Al die jaren door is de bezetting steeds bijna 90 procent geweest. We hebben nooit een wachtlijst van langer dan drie weken gehad.’ De manier waarop mensen met de Herberg in contact komen, veranderde. ‘In het begin werden de gasten vooral doorverwezen door ambtsdragers. Tegenwoordig zoeken mensen als ze problemen hebben zelf naar oplossingen, bijvoorbeeld via internet.’ Een derde van de gasten komt nog via de gemeente in het pastoraal diaconaal centrum terecht.

Vrouw
‘Vanaf het begin is de Herberg een verlengstuk geweest van de gemeente, en dat moet het ook blijven. Wij helpen de gemeente door een plek van rust aan te bieden als dat nodig is. Maar de Herberg kan alleen functioneren als er goede nazorg is in de gemeente, zodat mensen hun plek weer kunnen innemen en het gevoel hebben erbij te horen.’ Daarom proberen we, als de gast daarmee instemt, een eindgesprek te hebben met iemand van de gemeente erbij. Van de gasten, die minimaal drie en maximaal zes weken in de Herberg verblijven, is 80 procent vrouw. ‘Helaas spelen er vaak relatieproblemen. Voor mannen die werken, is thuisblijven al een vorm van afstand nemen, die hoeven niet naar een plek buitenshuis om tot rust te komen.’ Lag de gemiddelde leeftijd van de gasten in het begin tussen de 50 en 60 jaar, tegenwoordig is dat tussen de 35 en 45 jaar. Onder hen zijn veel jonge moeders.
Van Laar: ‘Mensen die hier komen hebben vaak te maken met verliezen (baan, gezondheid, geen kinderen kunnen krijgen, overlijden echtgenoot of kind), burn-outklachten, kinderen met gedragsproblemen of bijvoorbeeld een chronisch zieke partner. Wat mij opvalt is dat veel gasten weinig gevoel van eigenwaarde hebben, geen grenzen durven stellen en niet om hulp durven vragen.’

Vrijwilligers
Naast het letterlijk even afstand nemen, biedt de Herberg de gasten structuur, bijbelbesprekingen en themaochtenden. ‘Mensen ontdekken dat God hen aanvaardt, dat ze er mogen zijn, en wíe ze zijn. Soms hebben mensen na twee dagen al het gevoel: Ik mag er zijn! Dat heeft denk ik alles te maken met de setting waarin ze de bijbelse waarheden horen. Ze hebben die misschien al heel vaak gehoord, maar het is net of ze hier pas echt landen.’ De 150 vrijwilligers (‘we hebben nooit gebrek gehad aan vrijwilligers, daar zien we Gods hand in.’) spelen daarbij een belangrijke rol. ‘Mensen beléven hier wat er gezegd wordt. Ze zien met eigen ogen al die vrijwilligers aan het werk. Woorden krijgen inhoud.
Hoeveel gasten zouden niet meer bij de kerk horen als ze niet hier geweest waren? Vaak hadden ze innerlijk al afgehaakt, ze deden nog mee voor de buitenkant. Hier hebben ze de Heere God gevonden, de Heere Jezus echt leren kennen.’

Vrijwillige bijdrage
Tijdens de bijbelstudies bespreekt de directeur vooral gedeelten waarin het gaat over mensen met wie de gasten zich kunnen identificeren. ‘Dan komt zo’n gedeelte heel dichtbij. Als je in de huid kruipt van iemand die Jezus ontmoet, maak je die ontmoeting als het ware zelf mee.’
Van Laar ervaart dat de Heere God werkt in de Herberg. ‘Ik ben er steeds meer van overtuigd dat dat alles te maken heeft met die 150 enorm betrokken vrijwilligers die hier werken. Ik weet zeker dat negen van de tien vrijwilligers elke dag voor de Herberg bidden. Dat is een geweldige vrijwillige bijdrage. Ook de (zowel geestelijk als financieel) zeer betrokken gemeenten kunnen we niet missen. Ik denk weleens: als we zoveel subsidie zouden krijgen dat vrijwilligers en giften van gemeenten overbodig zouden zijn, dan zouden we het werk toch op deze voet moeten voortzetten. Want het werk zou zakelijk wel kunnen draaien, maar zonder betrokkenheid ben je één van de belangrijkste pijlers kwijt.’

Kapel
De Herberg is een plek van bezinning. ‘Maar om je te bezinnen hoef je niet eerst problemen te hebben. Daarom bieden we sinds kort de mogelijkheid om een midweekretraite te houden. Behalve de mogelijkheid om stil te worden voor God, je (verdere) leven te overdenken, bieden wij mogelijkheden voor gesprekken en handvatten om de week in te vullen.’
De retraitegasten eten mee met de gasten in de Herberg. Ze maken ook de dagopening mee in de kapel. ‘Daar zijn we twee jaar geleden mee begonnen, en ik snap nu niet meer hoe we ooit zonder konden’, vertelt Van Laar. De sobere kapel is een verbouwde garage in het Koetshuis. Wens is om ooit een ‘echte’ kapel te kunnen bouwen op het terrein. De kapel is een ‘stilteplek’. ‘We worden er samen stil voor God, lezen een bijbelgedeelte en zingen een lied.’ Ook in de loop van de dag wordt de plek door gasten gebruikt. Anderen gaan een stukje wandelen of zoeken rust in de bibliotheek. Ik las eens de spreuk: God is wel overal bij mij, maar ik ben niet overal bij God. Het hebben van een vaste plek om stil te zijn voor God, is nodig. Dat kan natuurlijk ook de keukentafel zijn. We hopen dat de gasten deze gewoonte van stil worden voor God mee naar huis nemen.’

Toekomst
Aan het einde van zijn loopbaan bij de Herberg is Anne van Laar vooral verwonderd. ‘Ik vind het geweldig dat ik hierbij betrokken mocht zijn. Het is net als bij de wonderbare spijziging. De discipelen mochten uitdelen, manden vol. Ze deelden van wat ze van de Heere Jezus kregen. Zo wilde de Heere God mij ook gebruiken. Ik doe zelf eigenlijk niets. Als er écht iets gebeurde, dan stond ik erbij en keek ernaar. Dat voelt helemaal niet trots of geweldig. Ik ben er verwonderd over.’
Van Laar deed dit werk samen met zijn vrouw. ‘Enna heeft het facilitaire deel op poten gezet, daarna nam ze het Koetshuis voor haar rekening. Het was mooi om dit samen te doen. We zien er dan ook helemaal niet tegenop om samen te stoppen.’ Hoe hij de toekomst ziet? ‘We staan open voor nieuwe dingen. Het wordt waarschijnlijk vrijwilligerswerk, pastoraal werk. We kijken wel wat er op ons pad komt. Ik voel me verantwoordelijk om iets te doen met datgene wat ik hier geleerd heb. Tot de Heere Jezus terugkomt, of tot ik sterf. En we willen meer tijd gaan besteden aan onze kinderen en kleinkinderen.’ Van Laar gaat op 30 november met vervroegd pensioen. Hij heeft alle vertrouwen in zijn opvolger, Peter Oudshoorn. ‘Ik ben hier binnengekomen als pastoraal werker, maar door de jaren heen kwamen er steeds meer managementtaken op mijn bordje. Dat ligt mij niet zo. Het is goed als iemand anders, met andere kwaliteiten, het werk overneemt.’
Het feit dat God in de Herberg werkt, heeft iets dubbels. ‘God werkt hier. Maar dat mag nooit iets vanzelfsprekends worden, want wij hebben onze verantwoordelijkheid. Aan de andere kant: omdat het Gods werk is, wordt de last van je afgenomen.’

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 november 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Plaats waar God werkt

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 november 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's