Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Foto van de kerk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Foto van de kerk

Visitatie rapporteert over geestelijk leven

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Word ik van veel nota’s en rapporten niet warm, de vierjaarlijkse rapportages van de visitatoren in de kerk leiden steevast naar de kern: het leven in de gemeenten. Wat is er te melden over 2008-2011?

Het is een van de taken van de regionale en generale visitatoren om de synode elke vier jaar een overzicht aan te bieden over het leven in de kerkelijke gemeenten in hun werkgebied. Stond het vorige overzicht in het teken van de gevolgen van ‘2004’, nu vinden de visitatoren het woord ‘identiteit’ een goede noemer waaronder haar werk gepresenteerd kan worden.

Handboek als droom
De voorzitter van de visitatoren, ds. W.G. Sonnenberg uit Ede, benadrukte in de synodevergadering dat de verwerking van alle gegevens en de aanbevelingen moeten helpen bij de opbouw van de gemeente. ‘Ons rapport is een foto, plaatst ons in de werkelijkheid van de kerk.’ Ds. Sonnenberg zei te dromen van een handboek voor de visitatie en maakte bekend dat voor elke provincie een ‘zeer gekwalificeerde predikant’ als pastor voor de buitengewone visitatie benoemd is. Een opmerking om in de gemeenten goed over na te denken is de constatering van ds. Sonnenberg dat ‘geloven van geslacht op geslacht zijn tijd gehad lijkt te hebben’. Hij sprak over een hier en daar waarneembare dubbele secularisatie: ‘Kinderen stellen hun ouders vragen, waardoor deze de relevantie van het christelijk geloof ontdekken óf zelf ook afhaken.’

Conflicten
Is het werk van de visitatie nu vooral pastoraal omzien naar elkaar of zit er ook een element van opzicht in? Zelf focust de visitatie op ‘zorg voor de kwaliteit van de gemeente’, waarbij het zowel gaat om kritische waarneming als om richtinggevend advies’. Zorgelijk noemt het rapport het feit dat 46 procent van de buitengewone visitaties te maken heeft met problemen die verbonden zijn met het functioneren van de predikant, wat nogal eens te maken heeft met communicatie. Het is zonder meer verdrietig dat er in de kerk zo vaak sprake is van diepgaande conflicten, van elkaar beschadigen. Het is een appèl om de weg van het Evangelie te praktiseren.

Ambtsbeleving
Leidinggevenden in de gemeenten doen er goed aan het hoofdstuk over ambt en ambtsbeleving te lezen. Het tekort aan ambtsdragers neemt in de kerk toe, ook omdat de ontkerkelijking plaatsheeft onder de leeftijdsgroep waaruit zij voor een groot deel gekozen worden. Het rapport schrijft dat gemeenten die zich verwant weten met de Gereformeerde Bond minder problemen kennen, ‘al zijn er tendensen merkbaar dat de invulling van de ambten ook hier geen vanzelfsprekendheid meer is’. Belangrijk is de waarneming van de visitatie dat veel gemeenteleden graag ‘wat doen’ in de gemeente, maar de meerwaarde van het ambt – ten diepste de vertegenwoordiging van Christus – niet ervaren. Mooi is de gedachte dat de ambtsdragers niet degenen zijn die allerlei taken verrichten, maar dat zij het geweten zijn van de gemeente, ‘ruimte scheppen voor de concentratie op de Heer en zijn werk, waken over de geestelijke integriteit van de kerk’. Dan geef je geestelijke leiding. Zo wil de visitatie de bezinning op wat het ambt is, gebruiken om een crisis in het ambt te voorkomen. De bijgevoegde aanbevelingen kunnen de kerkenraden dienen.

Doorwerking kerkvereniging
Een tweede, uitvoerig hoofdstuk zoomt in op de doorwerking van de vereniging van kerken op plaatselijk vlak. Als algemeen patroon zien we ‘bemoedigende ontwikkelingen, maar ook plaatselijk (langzaam) naar elkaar toegroeien tot geheel ontbreken van enige samenwerking tussen protestantse gemeenten’. Veel hervormde gemeenten hebben hun naam gehandhaafd, waardoor ‘voor buitenstaanders niet altijd duidelijk is wat het verschil met een protestantse gemeente is’. Ook signaleert de visitatie dat een besef van verbondenheid met de landelijke kerk her en der lijkt te ontbreken en dat versterking van de classicale vergaderingen gewenst is. ‘Het (theologische) debat ontbreekt.’ Opvallend wordt tot slot genoemd dat in veel regio’s er nauwelijks melding gemaakt wordt van zorg om het grote ledenverlies van de kerk en de teloorgang van predikantsplaatsen.

Kerkelijk gesprek
De visitatie verwoordt dat gemeenten die zich tot de Gereformeerde Bond rekenen nogal eens theologische bezwaren tegen de kerk hebben, terwijl er ook verschil in kerkzijn is. Er zijn gemeenten die ‘zich niet geïntegreerd weten in de Protestantse Kerk’. In dit kader bepleit de visitatie de noodzaak van het niet-vrijblijvende gesprek waarin men aan elkaar verantwoording aflegt ten behoeve van onderling begrip en zoeken naar eenheid. ‘Waar dat gesprek niet is, zal aan de ‘isolationalistische tendensen’ zeker geen halt worden toegeroepen en wordt de kerk tot een vergaarbak van plaatselijke gemeenschappen met een administratiekantoor voor gezamenlijke belangen’.

Met de kerk verbonden
Het is goed en nodig dat de visitatie oproept tot gesprek over, bezinning op de identiteit van en participatie in de kerk. Hoe begrijpelijk het ook is dat kerkenraden de handen vol hebben aan de vragen in de eigen gemeente, we behoren als gemeenten tot hetzelfde lichaam van Christus. Hoe begrijpelijk de weerstand in kerkenraden ook is als er een nieuw boek van ds. K. Hendrikse verschijnt, juist dan kan het onze roeping zijn de kerk te dienen. Om het met de woorden van ds. H. Visser te zeggen: ‘Een kerk zonder dwaling liefhebben is geen kunst, maar van een kerk in diep verval te blijven houden, is een roeping.’

Geestelijk leven
Het is de vraag of de visitatie in haar rapport terecht een link legt met gemeenten die vragen hebben over de open benadering van de HGJB van de huidige (jeugd)cultuur. Je kunt in elk geval niet schrijven dat het hier gaat om gemeenten ‘die zich meer verwant voelen met het theologisch klimaat van de Hersteld Hervormde Kerk’, zeker niet als dit gezet wordt naast ‘Gereformeerde Bondsgemeenten, ook die met een scheuring te maken hebben gekregen, die een eigen en frisse koers weten te ontwikkelen en zich voluit verbonden weten met de Protestantse Kerk in Nederland’. Ds. A. van Lingen merkte in de synode daarom terecht op dat de visitatie ‘niet gepeild heeft wat er aan de hand is. Hebben we na 2004 nog niet begrepen wat het geestelijk leven in deze gemeenten is?’ In aansluiting daarmee gaf hij aan in het rapport over dit geestelijke leven in al de gemeenten weinig te lezen. Ds. Sonnenberg vond deze laatste opmerking terecht. ‘Zegt dit echter iets over de visitatie of over de kerk? In elk geval ontwikkelt de visitatie tools om het geestelijk leven in de gemeenten op het spoor te komen. Dit zou heel goed een speerpunt voor een volgende ronde van visitatie kunnen zijn.’

Beroepscode voor dominees
Tot slot geven we hier aandacht aan het rapport ‘Beroepscode en gedragsregels’, dat de synode aanvaardde, nadat een halfjaar geleden de wenselijkheid van een beroepscode voor predikanten en kerkelijk werkers al was uitgesproken. Het gesprek cirkelde vooral om de vraag of juridische regels wel passen bij de belofte die een predikant bij de ambtsaanvaarding deed, of de innerlijke motivatie van de werkers in de kerk door bureaucratisering niet in de knel zou komen. Dr. A.J. Plaisier zei daarom dat een beroepscode predikanten helpt om dilemma’s scherp te zien, om het eigen gedrag aan te spiegelen. Daarom krijgt de code ergens een plek in de kerkelijke regelgeving. Welke gedragsregels gaan er onder andere gelden? Ik noem er enkele. De predikant en kerkelijk werker: - kent de grenzen van zijn pastorale handelen; - onderneemt in een contact uit hoofde van ambt of dienst geen seksuele toenaderingspogingen; - zorgt ervoor vrij te staan tegenover gemeenteleden, sluit bij hen geen leningen, aanvaardt van hen geen erfenissen of geschenken met een geldwaarde van meer dan € 50; - meldt eigen grensoverschrijdende handelingen in het dienstwerk bij het moderamen van de kerkenraad; - is in het openbaar zakelijk en respectvol in het oordeel over collega’s, ook als er sprake is van verschillen van inzicht. Het is lang geleden dat tijdens een driedaagse synodezitting zoveel wezenlijke onderwerpen aan de orde gesteld zijn. Waardevol!

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Het ambt na een tuchtmaatregel
De synode heeft na een uitvoerige bespreking en het aanbrengen van enkele wijzigingen en aanvullingen het daderbeleid misbruik vastgesteld. De ondertitel van het rapport: ‘Het ambt na een tuchtmaatregel’ luidt: ‘Daderbeleid van de PKN na veroordeling van Seksueel Misbruik in Pastorale Relaties’. De bedoeling van het daderbeleid is aandacht voor de dader, die nu aan zijn/ haar lot wordt overgelaten. Het daderbeleid geeft antwoord op de vraag: Wie doet wat na de definitieve uitspraak? Het beleid geeft inzicht in de acties van de verschillende actoren: het College voor Opzicht, de Regionale Adviseur Classicale Vergaderingen, de Beoordelingscommissie voor de Geschiktheid voor het Ambt, de dader, de kerkenraad en het Mobiliteitsbureau Predikanten. De synode sprak unaniem uit dat een doofpotbeleid nooit goed te keuren is en was daarom blij met dit rapport. Toch waren de meningen over de consequenties voor een dader niet eenduidig. Diaken mevr. C.J. Dam (classis Schiedam) pleitte voor meer barmhartigheid of mededogen voor de dader, terwijl ouderling mevr. S. Hiebsch (lutherse synode) wel verzoening voor de mens zag, maar niet voor de daden: het ambt is beschadigd. In de beantwoording door en namens het moderamen werd erop gewezen dat het College voor het Opzicht proportionele tuchtmaatregelen kan nemen. Op grond hiervan moet de Beoordelingcommissie voor de Geschiktheid voor het Ambt beoordelen of een predikant of kerkelijk werker in het ambt kan terugkeren. Bij misbruik van minderjarigen of bij een tweede veroordeling is terugkeer bij voorbaat uitgesloten.

A.W. van der Vlies, classis Dordrecht

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Foto van de kerk

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's