Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Strijdbaar en pastoraal

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Strijdbaar en pastoraal

‘Wanneer is het weer kermis?’

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wilhelmus à Brakel overlijdt in het najaar van 1711, nu drie eeuwen geleden. De nacht voor zijn verscheiden is het ‘heel wel’ met hem. ‘Ik rust in mijn Jezus; ik ben met Hem verenigd; ik wacht maar dat Hij komt; maar ik onderwerp mij met alle stilheid.’

Op 5 november 1711 gaan rouwklagers door de straten van Rotterdam. De begrafenis van Wilhelmus à Brakel vindt plaats. Brakel, op 30 oktober op de leeftijd van 76 jaar overleden, wordt begraven in de Grote of Sint Laurenskerk, terwijl zijn ambtsbroeder Abraham Hellenbroek op zondag 8 november voor een grote schare belangstellenden in de Nieuwe Kerk een lijkrede houdt. ‘Want de mens gaat naar zijn eeuwig huis en de rouwklagers zullen in de straat omgaan’ (Pred.12:5).

Kermis
Wilhelmus’ wieg staat in Leeuwarden. Daar wordt hij geboren op 10 januari 1635, als zoon van Theodorus à Brakel en Margaretha Homma. Zijn jeugd brengt hij door in de pastorieën van Beers, Den Burg en Makkum; zijn vader weet zich op latere leeftijd geroepen tot het predikambt. Vader Theodorus wordt bekend door zijn stichtelijk werk De trappen des geestelijken levens. De vreze Gods van zijn ouders werkt aanstekelijk in het gezin. De enige zoon Wilhelmus wordt al vroeg ingewonnen voor de dienst des Heeren. Als vader Theodorus een ernstige preek houdt als de kermis op handen is, is Wilhelmus onder de indruk. Hij begeert die prediking zo graag te horen dat hij in kinderlijke onnozelheid vraagt: ‘Vader, wanneer is het weer kermis?’ Ook maakt hij melding van de wandelingen die zijn vader met hem maakt als hij op maandag van huis vertrekt naar de Latijnse school in Leeuwarden om ’s zaterdags dan weer thuis te komen. Die wandelingen gaan gepaard met gebed en geestelijk onderwijs.

Sara Nevius
Wilhelmus à Brakel volgt de theologische opleiding in Franeker. In 1659 wordt hij toegelaten tot het ambt van dienaar des Woords. Omdat hij niet direct een beroep ontvangt, studeert hij nog enige tijd in Utrecht, waar hij aan de voeten van onder anderen Gisbertus Voetius zit. In 1662 krijgt hij een beroep naar het Friese Exmorra, dat hij aanneemt. Hij treedt enkele jaren later in het huwelijk met Sara Nevius, een predikantsweduwe. Sara was aanvankelijk bevriend met Anna Maria van Schurman. Doordat deze overgaat tot de labadisten raken ze elkaar uit het oog. Sara Nevius is een vrome vrouw die ook verschillende meditaties schrijft. Wilhelmus à Brakel geeft ze later uit onder de titel Een aandachtig leerling van den Heere Jesus. Samen krijgen zij vijf kinderen, van wie dochter Sulammith haar ouders overleeft, de andere vier overlijden kort na de geboorte. Sulammith trouwt met ds. Franco van der Kluyt, die lange tijd de gemeente Alblasserdam dient. De ambtelijke bediening van Brakel blijft in Exmorra niet ongezegend. Hellenbroek spreekt van ‘merkelijke roering en zegen’. De persoon Brakel blijft in kerkelijk Friesland niet onopgemerkt. Hij ontvangt in 1665 een beroep naar Stavoren, dat hij aanneemt. Hij zet zich daar in om een tweede predikantsplaats te realiseren, waarbij hij zelfs een financieel risico durft lopen. Die onbaatzuchtige houding is niet ongezegend gebleken. Hellenbroek merkt op: ‘De zonderlinge vrucht, die hij binnen Stavoren gehad heeft, is zeer groot en wereldkundig geweest.’

Conventikels
In 1670 leidt de weg naar Harlingen. Ook hier werkt Brakel met zegen. Zelfs is er een aantal vrouwen die naar zijn zeggen de gave der profetie hebben en in de gemeente werkzaam zijn, het middel tot bekering van velen. Met dankbaarheid blikt Brakel daarop terug in zijn standaardwerk De redelijke godsdienst, bij de behandeling van het profetisch ambt van een christen. Na Harlingen drie jaar gediend te hebben komt er een beroep uit de Friese hoofdstad. Hij neemt dat beroep aan. Hier beschuldigt de classis hem van het houden van conventikels. Hoewel Brakel De Labadie bestrijdt, is de classis bang dat ook het houden van deze gezelschappen zou leiden tot scheuringen, zoals bij de labadisten het geval is. Leeuwarden wordt Brakels laatste gemeente niet. Nadat hij in 1678 bedankt voor een beroep naar Middelburg, neemt hij in 1683 een beroep naar Rotterdam aan, waar hij tweemaal achtereen beroepen wordt in de vacature van de bekende Franciscus Ridderus, die eerder dat jaar overleed. ‘Lang genoeg had dit grote licht in Friesland geschenen, nu moest ook Holland in dat licht delen’, aldus Hellenbroek. Bij de verhuizing naar Rotterdam over water breekt op de Zuiderzee een zware storm los, waarbij als door een godswonder de bemanning en het gezin Brakel aan de verdrinkingsdood ontkomt. Op 28 november 1683 doet hij intrede met 2 Korinthe 5:20: ‘Zo zijn wij dan gezanten van Christuswege, alsof God door ons bade, wij bidden van Christuswege laat u met God verzoenen.’

Overheid
Ook in Rotterdam bindt hij in geschrifte de strijd aan tegen de labadisten. Ook kruist hij de degen met de overheid, die zich naar zijn overtuiging te veel mengt in binnenkerkelijke aangelegenheden zoals het beroepingswerk. Het gebeurt een paar keer dat de magistraat – verantwoordelijk voor de bezoldiging – een predikant afwijst die de kerkenraad wenst te beroepen. Brakel houdt daarop een preek over Psalm 2:6: ‘Ik toch heb mijn Koning gezalfd over Sion de berg Mijner heiligheid.’ Door interventie van de kerkenraad loopt Brakel een eventuele verbanning uit de stad mis. Hoe strijdbaar Brakel ook mag zijn, in de eerste plaats is hij een pastoraal bewogen predikant. Bewijs daarvan is een groot aantal pennenvruchten dat hij nalaat, waarvan De redelijke godsdienst wel de voornaamste is, een dogmatiek die tot de dag van vandaag terecht nog belangstelling geniet en zelfs onderwerp van een schriftelijke cursus.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Strijdbaar en pastoraal

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's