Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Spreekrecht of zwijgplicht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Spreekrecht of zwijgplicht

Predikant moet lastig thema niet uit angst mijden

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De mediahype rond de hersteld hervormde predikant A. Vlietstra uit Katwijk roept de vraag op wat een predikant vandaag wel en niet mag zeggen. Moet hij op de kansel en in de kerkbode op zijn woorden letten?

Maandag 14 november 2011. De dag waarop ds. A. Vlietstra te Katwijk aan Zee plotseling het middelpunt van het nieuws in Nederland is. In de nieuwsbrief van zijn gemeente citeert ds. Vlietstra de zeventiendeeeuwse predikant Jacobus Koelman over straffen in de opvoeding. Er steekt een storm van onbegrip en protest op. Diverse organisaties, waaronder het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling, vinden het geciteerde stuk onacceptabel, schadelijk en strafbaar. Een PvdA-Kamerlid stelt zelfs direct Kamervragen aan de staatssecretarissen van Volksgezondheid en Justitie en vraagt wat zij ‘gaan ondernemen om deze dominee te stoppen’. Op diverse internetfora wordt de Katwijkse predikant verbaal een kopje kleiner gemaakt. Kan een predikant in de nieuwsbrief of kerkbode van zijn gemeente dan maar beter niet meer schrijven over onderwerpen die voor de meerderheid van de Nederlandse samenleving niet vanzelfsprekend zijn? Welke ruimte is er voor predikanten om te schrijven en te zeggen wat ze willen?

Kerkorde
Allereerst is de inhoud van het ambtswerk van predikant volgens de kerkorde van belang. In ordinantie 3-9-1 van de Protestantse Kerk is het ambtswerk van de predikant beschreven. Aan de predikant is toevertrouwd de verkondiging van het Woord, de catechese en de toerusting, het voorgaan in de kerkdiensten en het verkondigen van het Evangelie in de wereld. Spreken en schrijven zijn dus onlosmakelijk verbonden aan het werk van de predikant.

Belijden van godsdienst
Net als iedere andere burger heeft een predikant recht op vrijheid van meningsuiting. Daarnaast speelt de vrijheid van godsdienst een grote rol voor de predikant. Het recht op godsdienstvrijheid ligt al eeuwen verankerd in de Nederlandse rechtsorde. De grondwet kent aan eenieder het recht toe zijn of haar godsdienst vrij te belijden. Naast het aanhangen van een geloofsovertuiging bevat de godsdienstvrijheid het recht om je geloof te belijden. In internationale verdragen wordt dit recht concreet uitgewerkt. Het belijden omvat het uitdragen van het geloof in onderwijs, opvoeding en openbare verkondiging, en daarnaast andere gedragingen die rechtstreeks uitdrukking zijn van de geloofsopvatting. De openbare verkondiging, een preek, behoort tot de kern van de godsdienstvrijheid omdat daar de geloofsleer wordt uitgelegd.

Niet onbeperkt
Uitspraken of teksten die door godsdienst zijn ingegeven kunnen in de samenleving voor veel ophef zorgen. Het gaat het dan bijvoorbeeld om uitspraken die gebaseerd zijn op een door de godsdienst voorgeschreven seksuele moraal. De godsdienstvrijheid is niet onbeperkt. Het recht om je geloof te belijden kan in botsing komen met de rechten van anderen en het verbod van discriminatie. Nu is in Nederland geen rangorde aangebracht tussen de verschillende grondrechten. De tendens lijkt echter te zijn om het recht op godsdienstvrijheid steeds meer ondergeschikt te maken aan andere grondrechten, zoals het verbod van discriminatie. Toch is er in Nederland nog veel ruimte voor predikanten om hun werk te doen.

Vanzelfsprekend
Het blijft daarom apart dat er 14 november zoveel beroering ontstond. Een reden hiervoor kan gelegen zijn in het feit dat de meerderheid van de Nederlandse bevolking niet meer gewend is dat personen op grond van hun godsdienst opvattingen huldigen die ingaan tegen de trend van de algemene maatschappelijke opvattingen. In De Waarheidsvriend van 17 november schreef ing. E.J. Bilder dat je als christen van vandaag leeft in een samenleving waarin dat wat bijbels gezien vanzelfsprekend is, niet meer vanzelfsprekend wordt gevonden. In onze tijd blijkt er telkens wrijving te ontstaan rond de vraag tot hoever het recht op godsdienstvrijheid mag gaan op het moment dat er ook rechten van anderen in gedrang zijn. Voor de predikant spelen hierbij de bedoeling en de context van de geloofsuitlatingen een belangrijke rol.

Uitspraak in woord
In 1989 is een predikant van de christelijke gereformeerde kerk te Ede veroordeeld vanwege het onrechtmatig doen van voorbede. Een gemeentelid van de desbetreffende kerk wilde zich laten uitschrijven als dooplid. Hij liet de kerkenraad weten dat dit niet betekent dat hij ook breekt met God en Zijn gebod. In de morgendienst van zondag 25 december 1988 werd afgekondigd dat de man is uitgeschreven. Diezelfde avond was er een doopdienst waarbij veel mensen aanwezig waren. De dienstdoende predikant ging in zijn gebed in op de uitschrijving van de man en bidt dat de man ‘U en het teken van Uw verbond de rug toekeert wanneer hij zich van Uw verbond en woorden niets meer aantrekt’.
De man die zich uit had laten uitschrijven ervoer deze woorden als een ernstige inbreuk op zijn persoonlijke levenssfeer; hij vond het krenkend om als goddeloze te worden afgeschilderd.
Het gemeentelid vond de rechtbank van Arnhem aan zijn zijde. Deze oordeelde dat de voorbede onrechtmatig was, onder meer omdat het gebed werd uitgesproken tijdens een dienst waar veel bekenden van de man aanwezig waren. Het is dus van belang in welke setting een uitlating wordt gedaan en nog belangrijker of er sprake is van een zorgvuldige woordkeuze.

Uitspraak in geschrift
In 1998 heeft een voorganger in pinkstergemeenten in het regionaal dagblad De Twentsche Courant Tubantia geschreven dat homofilie niet is goed te praten. Hij schreef daar expliciet bij dat God homofilie, pedofilie en polygamie verbiedt in de Bijbel. Even verderop gebruikte de voorganger de term ‘vieze en vuile zonden’. Het openbaar ministerie heeft de voorganger vervolgd wegens opzettelijke belediging. Uiteindelijk is hij door de Hoge Raad vrijgesproken. De schriftelijke uitlatingen van deze voorganger stonden in direct verband met zijn uiting van de geloofsopvatting. Ook was het zijn bedoeling de mensheid te waarschuwen. De Hoge Raad oordeelde daarover dat de uitlating dus van betekenis is voor een maatschappelijk debat. Hier zie je de relatie van de godsdienstvrijheid tot de vrijheid van meningsuiting weer in terug. De bedoeling en de context van de uiting van deze voorganger spelen hier een belangrijke rol.

Ruimte
Er is in Nederland nog veel ruimte voor een predikant om te schrijven en te zeggen wat hij wil. Een predikant moet zich daarbij echter wel bewust zijn en blijven van de context waarbinnen hij een uitlating doet. Hoe dichter de uitlating raakt aan de kern van het kerkelijk leven, hoe meer ruimte er zal zijn. De NOS vroeg prof.dr. J. Hoek om een reactie op de commotie die ontstond rond het stuk van ds. Vlietstra. Dr. Hoek sprak in dit kader over het ‘hercontextualiseren’ van teksten, dat wil zeggen het duidelijk uitleggen aan de mensen wat teksten van vroeger te zeggen hebben in deze tijd. Daarnaast zal een predikant zijn woorden elke keer opnieuw zorgvuldig moeten kiezen en duidelijk moeten uitleggen waarom hij zegt wat hij zegt. Dit geldt op dit moment vooral bij onderwerpen rondom homoseksualiteit. Predikanten zouden er verstandig aan doen om standpunten die niet worden gedeeld door de meerderheid van de Nederlandse samenleving, te plaatsen in het licht van de Bijbel en daarmee van de geloofsleer. Hier ligt ten diepste de motivering voor de spreekplicht van een predikant.
De ruimte voor predikanten om hun ambt te vervullen in woord en geschrift is groot. Een predikant zou dan ook niet uit angst voor de meerderheid van de bevolking maar moeten zwijgen over controversiële onderwerpen. Als dat zou gebeuren, verandert het spreekrecht van de predikant in een zwijgplicht opgelegd door de seculiere meerderheid.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 december 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Spreekrecht of zwijgplicht

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 december 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's