Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Globaal bekeken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Globaal bekeken

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op vrijdag 23 december hoopt aan de VU te Amsterdam Willem Jan de Wit te promoveren op een Engelstalig proefschrift met de titel On the Way to the Living God. Zijn promotoren zijn prof.dr. A. van de Beek en
prof.dr. C. van der Kooi.

Het boek is gesitueerd in postchristelijk Amsterdam, bevat twee hoofdstukken over de gereformeerde theoloog Herman Bavinck en nodigt uit met twee open ogen naar de werkelijkheid te kijken om zo diepte te zien. Het theologiseert onder andere aan de hand van Psalm 42:3, ‘Mijn ziel dorst naar God, naar de levende God’ en gezang 479:4 ‘… en laat mij door de wereld gaan, met open ogen, open oren, om al uw tekens te verstaan’. We feliciteren de docent systematische theologie aan het Evangelical Theological Seminary in Cairo van harte met de voltooiing van zijn studie. Het proefschrift bevat geen stellingen, wel een appendix met veel citaten van Bavinck en anderen. Hier volgen er drie, één van Bavinck zelf, twee van anderen over hem.

• Bavinck in Godsdienst en godgeleerdheid:
Als eerstgenoemden (studenten theologie, v.d.G.) uit een geloovig gezin komen, gaan zij niet alleen aan de akademie eene zware crisis tegemoet, waarbij hun godsdienstige overtuiging en hun liefde tot het ambt op het spel komen te staan. Maar nog grooter moeilijkheid wacht hen, als zij van de school in de kerk, van de wetenschap in het leven, van de theorie in de practijk terugkeeren. Zij kunnen in vele gevallen niet meer spreken, omdat zij niet gelooven. Zij hebben dikwerf niets meer te verkondigen, omdat de kracht en de heerlijkheid van het Evangelie hun door de critiek werd ontroofd. Zij kunnen niet meer getuigen, omdat hun kinderlijk vertrouwen op het woord der apostelen werd geschokt. Als zij geschikt voor het ambt willen zijn, – zoo is er gezegd – moeten zij veel vergeten, van wat zij in de akademie-zalen hebben gehoord. En als zij behouden willen, hetgeen zij daar hebben geleerd, missen zij voor de vervulling van hun dienst de noodige bezieling en kracht, en staan aan krank- en sterfbed verlegen. Hoevelen lijden daarbij onder eene innerlijke onwaarheid, die het leven verscheurt! Wat strijd kost hun de tegenstelling tusschen inwendige overtuiging en uitwendige belijdenis, tusschen de gedachten des harten en de woorden der lippen, tusschen de onderzoekingen in het studeervertrek en de eischen van den kansel! Met hun positie ontevreden, zoeken velen dan een uitweg in politiek, diaconaat of philanthropie en houden in diezelfde mate op, bedienaren des Woords en uitdeelers van Gods verborgenheden te zijn.

• J.H. Landwehr, ‘In memoriam prof.dr. H. Bavinck’ in Friesch Dagblad, 19 augustus 1921:
De hospita van den dominee liet mij in de voorkamer. De dominee was zóó klaar, ik moest maar even wachten. Ik zette mij, maar hoorde meteen spreken in de kamer naast me. (…) [Ik] hoorde Bavinck bidden. Bidden, smeeken, worstelen om wijsheid, om een zegen over den arbeid, dien hij stond te verrichten. Ik stond als aan den grond genageld, en was verbaasd (…) dat hij zich tot het volbrengen van dezen arbeid zoo klein en onmachtig gevoelde, dat daarom als het ware de troon der genade geweld moest worden aangedaan. Maar ik heb mij dien avond nogmaals verbaasd; en toen over het machtige, ontzaglijke woord door den dominee op de consciëntie der hoorders gelegd. Het was het getuigenis van allen: Nog nooit hebben we Bavinck zóó gehoord!

• J.J. Buskes in Hoera voor het leven:
Als Bavinck (…) college gaf, kon het gebeuren dat hij zelf zo vervuld werd van de heerlijkheid Gods, dat hij ons vergat en al sprekende door het raam naar buiten staarde in de eindeloze verten, want Gods heerlijkheid is eindeloos, en wij zaten sprakeloos te luisteren en werden ingeleid – voor ons gehele leven – in het heiligdom van de Eeuwige en Almachtige, die in Jezus Christus onze genadige Vader is.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 december 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Globaal bekeken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 december 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's