Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Goed nieuws in de crisis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Goed nieuws in de crisis

Uit na-ijver van God komt heerlijke profetie voort

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

‘Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en...’ Tijdens veel kerstfeestvieringen krijgen deze woorden uit Jesaja 9:5 de meeste aandacht. En vers 6 hangt er vaak maar een beetje bij. Jammer is dat.

Hoeveel kinderen zullen vers vijf ooit eens hebben opgezegd? Op het kerstfeest van de zondagsschool. Of op het kerstfeest van de basisschool. En op hoeveel kerstfeestvieringen zal Jesaja 9:1-6 niet één van de schriftlezingen geweest zijn? Maar de allerlaatste woorden worden nogal eens wat afgeraffeld. Of we zijn al druk bezig ons in de houding te zetten voor het volgende onderdeel van het kerstprogramma en horen die allerlaatste woorden eigenlijk niet eens meer. Jammer, want die laatste woorden van vers zes zijn bepaald niet de minste woorden van deze profetie. In de klank van de oude, vertrouwde Statenvertaling klinkt het voor velen ongetwijfeld nog heel bekend: ‘De ijver des HEEREN der heirscharen zal zulks doen.’ De klank van de herziening vraagt nog enige gewenning: ‘De na-ijver van de heere van de legermachten zal dit doen.’ Hoe dan ook: laat dat korte zinnetje gerust even doordringen. Het zou namelijk wel eens de belangrijkste woorden van deze profetie kunnen bevatten.

Crisis
Deze profetie wordt gesproken in een donkere crisistijd. Dat moeten we wel even bedenken. Het zijn bepaald geen sfeervolle dagen waarin Jesaja spreekt. De goede sfeer en lieve vrede zijn ver te zoeken. Het zijn turbulente tijden. Het gewone leven in Juda en Israël staat op z’n kop. In politiek en militair opzicht is alle stabiliteit zoek. Het is een internationale chaos. In het tienstammenrijk is de duisternis al ingetreden. En bij het tweestammenrijk lijkt het slechts een kwestie van tijd voordat het zover is. Er valt weinig vreugde te beleven. De zware crisislast drukt de schouders naar beneden. Komt het ergens niet heel dichtbij? Crisistijd. Het nieuws van de dag is vol van de crisis in Europa. Het kerknieuws rept van de diepe crisis in de kerk. En mogelijk is het crisis bij u in huis. Of crisis vanbinnen. Is het op aarde niet altijd crisis? Er is altijd wel crisispastoraat te verrichten en er is altijd werk in overvloed voor allerlei crisismanagement.

Oordeel
In de snijdende crisissfeer van zijn dagen neemt Jesaja het woord. Omdat hij het woord gekregen heeft. Gekregen van de HEERE. Die heeft hem geroepen. En Hij heeft hem erop uitgestuurd met het Woord Gods. Het is niet direct een bemoedigend woord dat deze profeet in dit moeilijke tijdsgewricht moet spreken. Het is bepaald scherp. Het wijst aan dat de crisis nog groter is, nog dieper gaat dan mensen denken. De problemen zijn veel ingrijpender van aard. Ten diepste is de crisis een godsdienstige crisis. Een schuldencrisis op het diepste niveau. De mensen hebben de HEERE verlaten, Zijn dienst veronachtzaamd, Hem niet de eer gegeven die Hem toekomt. De omstandigheden zijn daarom ten diepste geen politieke problemen of militaire moeilijkheden, maar vormen het begin van het oordeel van God. Van Hem, Die zegt: ‘Ik, de HEERE uw God, ben een (na)ijverig God, Die de misdaad van de vaderen bezoek aan de kinderen.’ Zou Jesaja ook ons niet wat te zeggen hebben? Moet dit niet ‘ontdekkend’ heten? Hebben wij Gods oordeel niet meer te vrezen dan welke crisis ook?

Nochtans
Maar ongedacht en onverwacht spreekt Jesaja ook andere woorden. Nochtans! Hij profeteert: de HEERE gaat licht in de duisternis geven. Blijdschap schenken. Het zware juk van de schouders nemen. Want: een Kind is geboren, een Zoon is gegeven. De Vredevorst. En dat vanwege de na-ijver van de HEERE, aldus de laatste woorden van deze profetie. Deze heerlijke profetie komt dus voort uit die naijver van God. Voor die na-ijver kun je vreselijk vrezen, omdat de HEERE de zonde niet verdraagt. Maar die blijkt – komt, verwondert u hier mensen – dus ook totaal anders te kunnen uitpakken. Het is niet alleen de heilige jaloersheid van de HEERE waarmee Hij voor Zichzelf opkomt en zondaren straft. Het is ook Zijn brandende liefde voor Zijn volk. Een heilige hartstocht. Het lot van Zijn volk gaat de HEERE zo aan het hart, dat Hij het niet verloren laat gaan. Al roepen de mensen duizendmaal het oordeel over zichzelf af. Zo is de HEERE. Zo is de God van het verbond, de God van de hemelse legermachten. Hij straft in Zijn ijver. En Hij verlost in Zijn ijver. ‘Hij straft ons, maar naar onze zonden niet.’ En Hij wacht niet totdat mensen ontwaken uit de waan van de dag en enig besef krijgen van zonde en schuld voor God. Nee, Hij neemt redenen uit Zichzelf. En Hij wendt Zich tot een volk dat zich van Hem afwendt. Hij betoont Zijn trouw aan mensen die Hem ontrouw zijn. Ongevraagd. En onvoorwaardelijk. Onbegrijpelijk. Toch? Onbevattelijk. Zou Maarten Luther hieraan de vrijmoedigheid ontleend hebben om op te merken dat men wel Gods verschrikkelijke en bittere dreigingen geloven moet, maar toch aan Gods goedheid en genade méér geloof moet hechten? Is dat trouwens ook niet ‘gewoon’ wezenlijk voor het geloof ? Vóóral geloof hechten aan Gods genadewoord. Omdat het van God Zelf afkomstig is.

Gezonden
Zo spreekt Jesaja toch ook een zeer bemoedigend woord. Bemoedigender kan het zelfs niet. Als er goed van de HEERE gesproken mag worden, is dat genoeg om moed te vatten. Genoeg om vaste hoop te krijgen om welke crisis dan ook te kunnen doorstaan. Genoeg voor tijd en eeuwigheid. Daar mogen we werkelijk wel genoegen mee nemen. De HEERE zendt Zijn dienaar dus om Zijn volk te prediken het van Hem te verwachten. Opdat zij vol verwachting zouden raken van Zijn vreeswekkende na-ijver. Opdat zij zichzelf het leven niet voorgoed onmogelijk zouden maken met al dat eigen getob en geworstel. Opdat zij niet ten onder zouden gaan op eigen dwaalwegen. Maar dat zij met de HEERE leren rekenen. Wat is dat ook in onze dagen een heerlijke taak van de dienaren van het goddelijke Woord. Mensen op de HEERE te mogen werpen. Maar meer nog: wat een wonder dat de HEERE die dienaren nog zenden wil; dat er nog goed van de HEERE gesproken mág worden. Daar mogen we Hem wel zeer dankbaar voor zijn. Want verdiend hebben we het niet.

Toen en nu
Tussen Jesaja en ons liggen ondertussen heel wat jaren. Maar die hebben de kracht van zijn woorden niet aangetast. Integendeel. Zijn woorden hebben alleen maar aan kracht gewonnen. Want de profetie is bewaarheid. ‘Een Kind is ons geboren.’ Vonden eens de herders niet een Kind in de kribbe? ‘Een Zoon is ons gegeven.’ Klonk daar bij de doop van Jezus van Nazareth niet een hemelse stem, die zei: ‘Deze is Mijn Zoon’? De na-ijver van God is gebleken. Een na-ijver voor Zijn volk. Israël is nog steeds niet verloren. En de volkeren uit de heidenen ook niet. Want in Jezus’ naam wordt het goede nieuws wereldwijd verkondigd. Waar dan ook. Aan mensen in de crisis. In de diepst denkbare schuldencrisis. Aan mensen die bij God diep in de schuld staan. Aan hen wordt verkondigd dat de HEERE in Zijn na-ijver Zijn eigen Zoon geschonken heeft. Opdat Hij Koning zij, de Koning van vrede.

Stil
Wij mogen het deze dagen weer horen. En misschien wordt er ook dit jaar weer uit Jesaja 9 gelezen. Als de schriftlezing of declamatie dan eindigt met vers 6, laten we dan even de adem inhouden en niet gelijk verder bladeren in onze Bijbel of ons programmablad. Of, erger nog: verder leven alsof we niets gehoord hebben. Dat zou wel heel jammerlijk zijn. Want als je stil bent, kun je in deze tekst Gods hart horen kloppen. En dan zul je opmerken dat Zijn hart vol is van een heilige na-ijver om zondaren te behouden. Dat willen we toch niet missen? Laat het gerust een openbaring voor ons zijn. Laten we goed luisteren. Als dit geen gezegend kerstfeest is, kerstfeest aan Gods hart. Beter kunnen we het niet krijgen. Daarom: laat Hem onze Heere zijn. Komt, laten wij aanbidden, die Koning.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 december 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Goed nieuws in de crisis

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 december 2011

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's