Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Globaal bekeken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Globaal bekeken

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

In Confessioneel gaf dr. J.D.Th. Wassenaar aandacht aan het ‘witte horloge’, de aanduiding van het King-pepermuntje in de kerk. Dit naar aanleiding van het boek De King familie (uitg. Friese Pers, Leeuwarden), van Jef de Jager.

De Jager attendeert op de traditie dat hervormden zich veelal bekenden tot Faam-pepermuntjes, die inderdaad vrij snel oplossen. Orthodoxen gaven volgens hem de voorkeur aan de geperste poeder van Wilhelmina. Gereformeerden daarentegen bepaalden zich tot King. Over gereformeerden gesproken, in dit verband een stelling bij het proefschrift van medicus Doeke Post: ‘De mate van secularisatie van het gereformeerde volksdeel zou kunnen worden afgemeten aan het verminderde gebruik van King-pepermunt.’

Over gereformeerden gesproken, ten slotte een gedicht uit 2002 van Hendrik Jan Bosman:

Wij danken veel genade aan de Friezen
(Ook al weet ik dat ik nu in raadsels spreek):
Het voedsel voor wie vaste kost begeerden
Komt van de firma Tonnema te Sneek

De Roomse mis moet op den duur verliezen
Zo’n dun en smaakloos schijfje week na week!
Nee, dan de spijs, die naar wij jong al leerden
Komt van de firma Tonnema te Sneek

Wij krijgen het steeds rond voor onze kiezen
Verfrissend wordt voor ons de langste preek
Dat zich al velen tot de waarheid keerden
Komt van de firma Tonnema te Sneek

Geen paap of heiden heeft het in de smiezen
Maar ’t ware manna der gereformeerden
Komt van de firma Tonnema te Sneek

***

Aan het werk is de titel van een uitgave van het Joods Maatschappelijk Werk in Amsterdam, waarin 380 personen uit de Joodse gemeenschap die de Tweede Wereldoorlog overleefden voor het voetlicht komen en dan vooral hun maatschappelijke bijdrage. Over hun ‘lotsgemeenschap’:

De Joodse gemeenschap wordt veelal primair gezien als een geloofsgemeenschap. Tegen dat gezichtspunt verzet zich het gezamenlijke ledental van de drie joodse kerkgenootschappen. Recente sociaaldemografische onderzoeken spreken nog slechts van een minderheid die lid is van een Joods kerkgenootschap. Bovendien geven de meeste leden sociale en geen religieuze redenen voor hun lidmaatschap op. Ook blijkens eerder onderzoek (uit 1966) toen de ontkerkelijking nog minder was voortgeschreden dan nu het geval is, waren van de toen getelde 30.000 Joden in ons land slechts 6.473 lid van een kerkgenootschap.
De Joden in ons land die in de decennia na de oorlog zo’n opmerkelijke rol speelden in de Nederlandse samenleving vormden dan ook niet zo zeer een geloofsgemeenschap, maar vooral een lotsgemeenschap. Ze deelden hun lot van overlevenden te zijn van een ten dode opgeschreven gemeenschap. Ze deelden in meer of mindere mate het bewustzijn van een outsider, die na de oorlog weer mocht meedoen. Ze deelden het besef van hoe slecht slecht kon zijn en ze deelden gemeenschappelijk verdriet over het verlies van naasten.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 februari 2012

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Globaal bekeken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 februari 2012

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's