Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Niet zomaar een bijeenkomst

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Niet zomaar een bijeenkomst

Dr. Immink op zoek naar geheim van kerkdienst

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat gebeurt er als de gemeente van Christus op zondag samenkomt? Over die vraag gaat het nieuwste boek van prof.dr. F.G. Immink. De titel van zijn boek zet de toon: ‘Het heilige gebeurt’.

Dr. Immink ontleent deze titel aan het gedicht ‘Verzoendag’ van Gerrit Achterberg. Een kerkdienst is dus een gebeuren. Nauwkeuriger gezegd: het heilige gebeurt in de kerkdienst. Daarbij is het heilige een aanduiding voor de ontmoeting met God.
Een kerkdienst is meer dan een bijeenkomst van mensen met religieuze belangstelling. In de kerk spreekt God tot ons. Wij mogen trouwens ook antwoord geven: in gebed, in liederen van lofprijzing en verootmoediging en in het dienstbetoon aan onze naaste. Er is in de kerkdienst sprake van een gemeenschappelijke handeling, zo benadrukt dr. Immink. Daarom kijkt hij niet alleen naar de ambtsdrager (vooral de predikant), maar ook naar de kerkganger. Het gaat niet slechts om de uitwisseling van gedachten en opvattingen, maar om deelneming aan de kerkdienst, waarbij ook de existentiële en emotionele betrokkenheid van de kerkgangers in het vizier komt. Ambtelijke en niet-ambtelijke handelingen zijn in de kerkdienst geen doel in zichzelf: het gaat om de gemeenschap met Christus. Het heilige gebeurt. Daarmee zet prof. Immink zijn boek voluit theologisch in. Een kerkdienst is meer dan een godsdienstig fenomeen.
In de kerkdienst gaat het om de ontmoeting met God.

Christusgeheim
Hoe kunnen we er zeker van zijn dat in de kerkdienst het heilige gebeurt? Hier staat natuurlijk alles op het spel. Als een kerkdienst geen ontmoeting met God is, dan is ze een slag in de lucht. Dr. Immink schrijft in zijn boek een hoofdstuk over het Christusgeheim. Een fundamenteel hoofdstuk, niet eens omdat er zoveel nieuws in zou staan, maar omdat het duidelijk maakt hoe beslissend de opstanding van Christus is voor de kerkdienst.
De opstanding is geen ‘verbeelding’ van het verlangen van verdrietige discipelen, maar een heilsfeit. Dat wij hier alleen weet van hebben via het getuigenis van de discipelen, doet niets af van de betekenis van het heilsfeit: voor de eredienst is de opstanding van Christus cruciaal. We komen dan ook niet voor niets op de zondag, immers de dag van de opstanding, samen.

Heilige Geest
De ontmoeting met de opgestane Christus komt in het heden tot stand door de Heilige Geest. Om die reden is het gebed om de Heilige Geest, de zogenaamde epiclese, in de protestantse liturgie zo belangrijk. Hier blijkt een verschil met de rooms-katholieke eredienst: daar staat het wijden (consecratie) van brood en wijn centraal en gebeurt het heilige dus vooral via het sacrament.
Hoe het heilige in een protestantse kerkdienst gebeurt, laat dr. Immink zien aan de hand van bidden en zingen, van preken en van de viering van het heilig avondmaal.
Deze onderdelen zijn belangrijke geleiders voor de gemeenschap met God. De Heilige zoekt omgang met mensen, ondanks hun zonden en beperktheden. Aan de omgang met de heilige God valt ook iets te beleven: ze is existentieel, of anders gezegd: bevindelijk van aard.

Als het niet gebeurt
Iedereen leest vanuit zijn eigen omstandigheden en met zijn eigen bril. Wie vragen stelt, laat daarmee ook iets van zichzelf zien. Al lezende kwamen bij mij verschillende vragen op, waarvan ik er hier enkele formuleer, voor verdere doordenking.
Allereerst: de titel van het boek heeft iets van een belijdenis. In de kerkdienst gebeurt het heilige. Maar wat als het niet gebeurt? Deze vraag is ook door prof.dr. M. Barnard gesteld. Is Imminks boek te binnenkerkelijk? Die kritiek lijkt me niet terecht, maar daarmee zijn we nog niet van Barnards vragen af.
Dat het heilige soms niet gebeurt, heeft te maken met het verlies van het besef van Gods bestaan. Dit houdt geen halt bij de kerkdeur, ook niet bij de orthodoxe kerkdeur.
Dat in de kerkdienst het heilige gebeurt, raakt de kern van de samenkomst van de gemeente des Heeren, maar het laat tegelijk zien hoe kwetsbaar dit is. Deelnemer worden in de liturgie – dat is een essentieel element in Imminks betoog – vraagt om inkeer, om stil worden, maar vooral: om bekering.
Terzijde: het heilige kan ook niet gebeuren doordat de liturgie, en dus ook de prediking, vormelijk is geworden. Theologisch is er soms geen speld tussen te krijgen, maar er gebeurt niets. God is er niet in en Hij wordt niet eens gemist.

Schuldbelijdenis
In de tweede plaats: Immink benadrukt de betekenis van schuldbelijdenis en genadeverkondiging in de liturgie. Verootmoediging en schuldbelijdenis zijn niet slechts een overblijfsel van vroeger. ‘Zonde en genade, verzoening en vergeving blijven grondbegrippen in de christelijke geloofspraxis’ (202).
Wanneer dr. Immink deze begrippen vervolgens vertaalt naar gebrokenheid, falen en zich verloren voelen, dan lijkt me dit toch te weinig. Verlies van transcendentie (dat wil zeggen: van Gods bestaan) leidt ook tot een verminderd schuldbesef, maar dan zal juist de verkondiging de verdieping moeten aanbrengen.
Juist bij een afnemend besef van schuld en verantwoordelijkheid tegenover God is het wenselijk (en goed calvinistisch) om de publieke schuldbelijdenis en de verkondiging van Gods genade in de liturgie een plaats te geven. In elk geval zal de wetslezing in de eredienst duidelijk gemarkeerd moeten worden als moment van inkeer en verootmoediging. De verkondiging van Gods genade is daarna geen afkondiging, maar verkondiging: Gods genade wordt bemiddeld door Woord en Geest. Kerkgangers die pas bij de Schriftlezing mee gaan doen, hebben iets wezenlijks gemist.

Doop
Ten derde: bij de opbouw van het boek viel me op dat de heilige doop geen aparte behandeling krijgt. Ze komt wel aan de orde, maar de plaats waar dit het meest expliciet gebeurt, is veelzeggend: in het kader van achtergronden en dilemma’s van de eredienst.
Het gaat dan vooral over het dilemma kinderdoop-geloofsdoop en over de doopvernieuwing. Immink zegt hier behartigenswaardige woorden over.
Toch had het betoog aan kracht gewonnen als de heilige doop een eigen plaats zou hebben gekregen.
Het heilige gebeurt niet alleen in het gesproken deel van de liturgie, maar ook in symbolen en handelingen. Bij de doop gaat het om inwijding in het heilige: Ik zal u tot een God zijn, en u zult voor Mij tot een volk zijn. Het gevleugelde woord van dr. Ph.J. Hoedemaker: ‘Leer het volk zijn doop verstaan, en kerk en volk zijn gered’, gaat helaas niet meer op, maar binnen de christelijke gemeente geldt het wel degelijk. Waar we onze doop verstaan, is ook de eredienst gered.
De heilige God zoekt ons op, Hij spreekt ons aan, Hij zoekt met ons gemeenschap en Hij vraagt om een antwoord.

Tweede dienst
Mijn laatste opmerking ligt in het verlengde van de vorige. Dr. Immink spreekt consequent over de kerkdienst op zondagmorgen. De gereformeerde traditie kent echter ook een tweede dienst. Deze draagt vanouds het karakter van een leerdienst. Hoewel Immink het onderwijzende element in de verkondiging benoemt, blijft de leerdienst toch buiten beeld. Juist in het kader van Het heilige gebeurt vind ik dit een gemiste kans. Leven met de heilige God vraagt om inwijding en inwijding vraagt om onderwijs.
Juist in een tijd waarin de relevantie van de tweede dienst op zondag in toenemende mate ter discussie staat, is het belangrijk om de bedoeling ervan weer duidelijk te maken. Ze is niet bedoeld als een duplicaat van de morgendienst, maar ze is juist gericht op inwijding en op geloofsopbouw.

Vraag
Ten slotte: ik ken een broeder die op zondagavond zijn kinderen opbelt met de vraag of ze in de kerk iets hebben gehoord. Dat is geen louter informatieve vraag. Is er een ontmoeting met God geweest? Wie deze vraag stelt, heeft de essentie van Imminks boek begrepen.

N.a.v. dr. F.G. Immink, ‘Het heilige gebeurt. Praktijk, theologie en traditie van de protestantse kerkdienst’, uitg. Boekencentrum, Zoetermeer; 344 blz.; € 29,90.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 maart 2012

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Niet zomaar een bijeenkomst

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 maart 2012

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's