Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gerben Heitink Golfslag van de tijd. Europa’s niet te stillen verlangen naar God. Uitg. Kok, Utrecht; 372 blz.; € 23,50.

Emeritus hoogleraar dr. Gerben Heitink schreef opnieuw een briljant boek, na zijn Biografie van de dominee en Een kerk met karakter (wie als theoloog deze twee in de boekenkast mist, mist bijkans alles), nu een ‘intuïtieve monografie’ over de geestesgeschiedenis van Europa. Met encyclopedische kennis weet de auteur de Europese cultuur tot in de finesses in kaart te brengen. Het boek leest als een boeiende actuele roman en zelfs dringt een heuse sprakeloosheid zich aan de lezer op, het besef zomaar een goed gedocumenteerd meesterwerk in handen te hebben, wars van elke pulptheologie of pseudowetenschappelijke dikdoenerij. Dat de collega praktische theologie dr. G.D.J. Dingemans slechts één keer genoemd wordt, doet er niets aan af. Dingemans gaf in zijn De stem van de Roepende (2000) eveneens een historische en geesteswetenschappelijke interpretatie.
De doelgroep bestaat voor dr. Heitink uit geïnteresseerde lezers die het levensbeschouwelijke gesprek ‘in het vrije veld van de publieke opinie’ (helaas steeds meer buiten de kerk!) niet schuwen.
Hoe mengt Heitink zich in dat gesprek? Met deze eyeopener: Tegenwoordig is het niet meer mogelijk géén boodschap aan Europa te hebben. Trefzeker schrijft de auteur dat Europa als continent onder meer door de euro onherkenbaar is veranderd, grenzen zijn hoegenaamd uitgewist, en ‘ook in mentaal opzicht groeien volken naar elkaar toe’ (341). Europa is vanouds geworteld in de Griekse beschaving, die vormde samen met het christendom een stevige basis.
Onze cultuur is echter door de vloedgolven van de tijd onherkenbaar van karakter veranderd.
De secularisatietheorie wordt door Heitink geplaatst in het kader van het langetermijnperspectief van de golfslag van de tijd. Na een oriëntatie op het geestelijk leven van mensen, als ‘noodzakelijk antropologisch voorwerk’ (18), benoemt hij een vijftal culturele vloedgolven in het eerste deel van het boek en een drietal factoren van blijvend belang, in het tweede deel. Meeterugkijkend zien we in de geschiedenis de golfbewegingen van kerstening (tot verantwoordelijkheid), hervorming (proces van disembedding), verlichting (honger naar kennis), revolutie (de soevereine mens) en ontplooiing (authenticiteit). Heitink schetst elk van deze historische vloedgolven overtuigend als een onomkeerbare ontwikkeling.
Er is echter ook een drieërlei verlangen: het menselijk zelfverstaan, het geloof in God en de heiliging van het leven. Zo’n verlangen is geen terugverlangen, maar een gemis van wat nog niet is (zo de Joodse Levinas).
In een interview met Ger Groot (1999), dat overigens door Heitink niet wordt genoemd, maakt Charles Taylor gebruik van zijn voorwetenschappelijk metaforisch bewustzijn om zijn visie op wetenschap te typeren, met een beeld van Otto Neurath: ‘We zijn als zeelieden op open zee, die plank voor plank hun boot kunnen vernieuwen, maar geen droogdok kunnen binnenlopen om die vanaf de kiel opnieuw op te bouwen.’ Heitink is in navolging van Taylor op zoek naar een hermeneutiek waarbij in elke episode van de geschiedenis aan de samenhang van ons zelfverstaan, de (sociaalreligieuze) beeldvorming en de historische omstandigheden recht wordt gedaan. Daarin lijkt hij te zijn geslaagd. De gangbare secularisatietheorie, een ‘doemscenario’, is volgens Heitink ‘eenzijdig en onvolledig’. Hij wil plaats inruimen voor de verwondering over een christendom dat zich wist aan te passen door herbronning en herinterpretatie. Het heeft alle vloedgolven overleefd en is ‘springlevend’. Dat feit nodigt met name de theologen uit ook zelf in ‘het open veld van de moderniteit’ te treden. Om het christendom te verstaan als alternatief ‘voor een in zichzelf vastgelopen neoliberale moderniteit’ (347-348). Ook Heitink gaf na hevig noodweer – het overlijden van een zoon – de moed niet op en heeft het geloof behouden. Zijn sobere getuigenis (293) geeft het boek een profetische zeggingskracht.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 maart 2012

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 maart 2012

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's