Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dienstplicht in de kerk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dienstplicht in de kerk

Je gaven zet je in voor het lichaam van Christus

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zolang zich geen oorlogssituatie voordoet, hoeft een Nederlandse jongen zich niet te melden of te laten keuren voor militaire dienst. De opkomstplicht is opgeschort. De dienstplicht is echter niet afgeschaft. Officieel geldt die nog steeds. Hoe is dat in de gemeente?

Juist met het oog op het afleggen van de openbare geloofsbelijdenis is dat een belangrijke vraag. Want je zegt niet alleen ja tegen Christus, maar ook ja tegen Zijn gemeente. De derde belijdenisvraag sluit af met de woorden: ‘…en wilt u met de u geschonken gaven meewerken aan de opbouw van de gemeente van Christus?’
Deze woorden zijn niet maar een bijzaak. Het doen van belijdenis nodigt ons uit om na te denken over de vraag waar God mij een plekje zou willen geven. Welke gaven heb ik ontvangen, en hoe kan ik die het beste inzetten?

Ledematen
Het beeld van de gemeente als lichaam zal bekend zijn. Tot drie keer toe komen we de vergelijking in het Nieuwe Testament tegen (Rom.12; 1 Kor.12 en Ef.4). De gemeente is een lichaam waarvan Christus het Hoofd is en waarvan de gelovigen de ledematen zijn. Daarom gebruiken we ook wel de aanduiding ‘lidmaten’ voor hen die belijdenis van het geloof afleggen.
Als ledematen van Christus’ lichaam kunnen we geen dag zonder de gemeenschap met Christus.
Zoals de ledematen van het lichaam door het hoofd worden aangestuurd, zo zijn ook de leden van de gemeente helemaal afhankelijk van het Hoofd Jezus Christus. Steeds opnieuw moeten we het hebben van Zijn genade, Zijn kracht en Zijn leiding.
Daarmee is niet alles gezegd.
Naast de onmisbare gemeenschap tussen de ledematen en het Hoofd, is er ook de onderlinge gemeenschap met elkaar. Je kunt niet zeggen dat je wel bij Jezus Christus wilt horen, maar niet bij de rest van het lichaam. Belijden is wel een persoonlijk iets, maar geen privéaangelegenheid. Ledematen hebben elkaar nodig en hebben allemaal een functie.

Samen sterk
Ik kan niet zonder de kerk. Om te kunnen groeien, om versterkt te worden in het geloof zijn de onderlinge bijeenkomsten onmisbaar.
De kerkdiensten zijn bedoeld om telkens weer te worden gevoed.
Dat gebeurt door de verkondiging van het Woord en de bediening van de sacramenten.
Maar naast de zondagse eredienst zijn er ook de doordeweekse bijbelkringen en verenigingen, waarin ieder zijn of haar eigen inbreng heeft. In de gemeente sta je samen sterk, draag je elkaar, bemoedig je elkaar in het volharden, in het bidden. Een kooltje dat buiten het vuur valt, zal misschien nog wel even blijven gloeien, maar al spoedig uitdoven.

Roeiboot
Ik kan niet zonder de kerk, maar tegelijk is ook waar dat de kerk niet zonder mij kan. Prof.dr. J.P. Versteeg gebruikte het beeld van de gondel en de roeiboot. In een gondel, zoals in de Italiaanse stad Venetië, doet alleen de gondelier het werk. Hij is geroepen om de mensen de mooiste plekjes van de stad te laten zien. De inzittenden hoeven niets te doen dan alleen maar rond te kijken. Veel meer dan dat wordt niet van hen verwacht. In een roeiboot is dat anders. Iedereen heeft een roeispaan in zijn of haar handen. Iedereen roeit mee en samen werken ze eraan om vooruit te komen.
De roeiboot is volgens Versteeg het beeld van de kerk. Zij kan ook niet zonder mij en zonder de aan mij geschonken gaven. Ik heb ze niet ontvangen om er voor mijzelf van te genieten, maar ik ben geroepen om ze in te zetten tot dienst aan de ander, aan de Ander. Ze zijn bestemd voor het lichaam van Christus. Houd ik mij dus van dat lichaam afzijdig, dan gebruik ik ze niet op de manier zoals ze door de Gever zijn bedoeld, namelijk voor de opbouw van Zijn gemeente (Ef.4:12). Ze missen hun doel. Letterlijk ‘zonde’ dus.

Betrokken
Als het goed is, is dit iets wat je leert ‘van huis uit’. Het is een roeping en verantwoordelijkheid van ouders om in de christelijke opvoeding hun kinderen vertrouwd te maken met de praktijk van het gemeente- zijn. Vragen die we ons daarbij mogen stellen zijn: Welk voorbeeld krijgen kinderen en jongeren thuis als het gaat om betrokkenheid bij het gemeentewerk?
Hoe wordt erover gesproken? Is het voor hen vanzelfsprekend dat je je inzet voor de kerk? Hebben ze geleerd dat de gemeente een beroep op je mag doen? Hebben ze er iets van gezien en meegekregen dat betrokken meedoen in de gemeente prioriteit mag krijgen?

Aanbod
Naast de ouders speelt hierin het aanbod van kinderwerk, jeugdwerk en catechese een grote rol. Op de zondagsschool, club en de jeugdvereniging leer je te bidden met elkaar en samen met anderen te spreken over het geloof. Op de catechisatie vindt heel gericht de overdracht van de geloofsinhoud plaats.
Wat is het belangrijk om ook hier – en misschien wel in het bijzonder tijdens de belijdeniscatechese –met elkaar stil te staan bij de (opbouw van de) gemeente. Misschien kunnen we ook hier elkaar stimuleren om bij activiteiten betrokken te zijn en zo ook ieder voor zichzelf na laten gaan wat aantrekt en waar je iets zou willen doen.

Actief
Het is belangrijk dat ieder voor zichzelf nagaat wát die (belangrijkste) bijdrage zou kunnen zijn.
Dat is afhankelijk van de gave die iemand gekregen heeft. Op welk terrein van gemeenteopbouw zou ik actief kunnen zijn? Ik las in dit verband de woorden: aanbidden, vieren, liefhebben, omzien naar elkaar, onderwijzen, verkondigen, evangeliseren, dienen.
Een andere vraag is wáár je je bijdrage kunt leveren. Waar ligt mijn hart? Is dat bij kinderen, bij ouderen, bij tieners, of misschien bij rand- en buitenkerkelijken?
Anderen zijn misschien niet zozeer mensgericht, maar veel meer taakgericht. Zij halen niet de meeste voldoening uit het omgaan met mensen maar door (achter de schermen) een bepaalde klus goed af te ronden. Met andere woorden: naast het ‘wat’ van de aan mij geschonken gave is er de vraag waar ik het beste met mijn gaven dienen kan.
Waar ligt hierin de roeping van de kerkenraad? Ik zou willen insteken bij Efeze 4:12. De roeping is om ‘heiligen toe te rusten tot het werk van dienstbetoon’. Om in het beeld van het lichaam te blijven: de ambtsdragers zijn als de pezen. Zij stimuleren de ledematen en coördineren die, zodat ze in staat zijn hun taak te verrichten. Je kunt eraan toevoegen dat ambtsbroeders ook zorg dragen voor de voeding.

Dienen
In ieder geval komt de vraag op alle (nieuwe) lidmaten af: ‘…en wilt u met de u geschonken gaven meewerken aan de opbouw van de gemeente van Christus?’ Is er sprake van dienstplicht in de gemeente? Ja, eigenlijk wel. Ik ben niet alleen lid van de kerk om iets te ontvangen, maar ook om iets te geven.
Als ik belijdenis doe, mag de gemeente rekenen op mijn trouw, mijn liefde, mijn inzet. In navolging van het Hoofd, Jezus Christus, die Zelf de gestalte van een dienstknecht heeft aangenomen en Zichzelf volkomen gegeven heeft. Hij is niet gekomen ‘om gediend te worden, maar om te dienen, en Zijn ziel te geven als losprijs voor velen’ (Mark.10:45).
Wie Hem belijdt zegt: ‘Ook voor mij.’ Daar zeg ik bij de openbare geloofsbelijdenis ja op. ‘Wat zal ik dan met Gods gunsten overladen, die trouwe HEER’ voor Zijn genade vergelden?’ Mijn dienst is dan geen plicht, maar een voorrecht.
Van dienstplichtige word ik dienstvaardige. ‘Maak mijn uren en mijn tijd tot Uw lof en dienst bereid.’

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 maart 2012

De Waarheidsvriend | 28 Pagina's

Dienstplicht in de kerk

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 maart 2012

De Waarheidsvriend | 28 Pagina's