Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bejubeld en gesmaad man

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bejubeld en gesmaad man

Dominee-dichter J.J.L. ten Kate nu vergeten

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jan Jakob Lodewijk ten Kate was een zeer productieve dominee-dichter. In zijn eigen eeuw, de negentiende, was kritiek zijn deel. Maar anno 2012 kunnen we het lied ‘Wees gegroet, gij Eersteling der dagen’ met overtuiging zingen.

In de Nieuwe Kerk te Amsterdam, een kerk met een rijke historie, bevindt zich een gedenksteen met de tekst:
’t Volk dat zijn
Gistren blijft gedenken,
Verloor de Hoop
Op ‘tMorgen niet!

Geen fraai Nederlands, maar ongetwijfeld woorden die karakteristiek zijn voor de overledene: staande in het heden verbonden met het verleden en hoop op de toekomst, een toekomst ook over de dood heen.
Eronder staat de naam van de overledene: J.J.L. ten Kate. Een naam die velen vandaag weinig meer zegt.
Misschien dat er toch een lampje van herkenning gaat branden als ik zeg dat hij de dichter is van een vrije berijming van Psalm 23, het geliefde Herderlied:
De Heer is mijn Herder!
’k Heb al wat mij lust;
Hij zal mij geleiden naar grazige weiden.
Hij voert mij al zachtkens
Aan waat-ren der rust.

Begaafd prediker
Ten Kate leefde van 1819 tot 1889.
Hij begon zijn loopbaan als kantoorbediende, maar besloot toch theologie te gaan studeren. Hij bereidde zich voor op de toelatingsexamens Grieks en Latijn in de pastorie van de bekende ds. O.G.
Heldring in het Betuwse Hemmen, een predikant met wie hij ook in latere jaren nauwe contacten bleef onderhouden. Na de universitaire studie theologie te Utrecht werd hij predikant in Marken, vervolgens in Almkerk en Middelburg. Zijn laatste standplaats was Amsterdam, een bekroning van zijn predikantenloopbaan: een beroep naar Amsterdam werd in de negentiende eeuw als zeer eervol gezien. Op dit punt zijn de tijden wel wat veranderd. In Amsterdam overleed hij. Vandaar de gedenksteen in de Nieuwe Kerk.
Ten Kate was een begaafd kanselredenaar. Hij trok volle kerken. Maar hij was ook dichter, al in zijn studententijd en daarna tijdens zijn predikantschap. Hij verwierf grote kennis van de Europese literatuur en vertaalde onder andere werken van Engelse en Duitse dichters als Milton en Goethe. Die brede belangstelling treffen we bij vele andere negentiende-eeuwse predikanten aan, onder wie Nicolaas Beets, J.P. Hasebroek, Eliza Laurillard en Bernard ter Haar – allemaal predikant- dichters die in hun tijd mede door hun poëzie grote bekendheid genoten. Hun namen zijn thans vrijwel uitgewist.

Weggehoond
Voor vrijwel al deze predikant-dichters geldt dat ze te veel schreven.
Poëzie van niveau vereist verbeeldingskracht en originaliteit, maar zij schreven te gemakkelijk, te vlotjes. Ze boden stichtelijkheid, maar niet op een verrassende manier. Ze deden te weinig met hun materiaal, de taal. Christelijke poëzie met literaire kwaliteit geeft de oude boodschap door in nieuwe, verrassende beelden. En daar ontbrak het vaak aan. Dat geldt ook voor een groot deel van Ten Kates gedichten.
Toen aan het eind van de negentiende eeuw een nieuwe generatie opkwam – de Tachtigers, onder wie Willem Kloos –, dichters die weinig ophadden met christelijke poëzie, werden de predikant-dichters weggehoond door felle kritieken of door ridiculiserende nabootsingen.
Bekend werd de bundel parodieën Grassprietjes of liederen op het gebied van deugd, godsvrucht en vaderland van Cornelis Paradijs (pseudoniem van Frederik van Eeden, een van de Tachtigers). Zo wordt Beets op de korrel genomen:
Maar van allen toch de baas
Is de grote NICOLAAS;
Wat heeft hij niet saâmgedicht!
Hoeveel harten niet gesticht!
Ten Kate krijgt ervan langs met spotregels als:
Maar, Goddank! Zingt nu cantaten ...
Daar komt J.J.L.TEN KATE!
Dankt den Heer met snarenspel
Voor TEN KATE, J.J.L.

Toch niet vergeten
Het verbale geweld van de Tachtigers heeft de negentiende-eeuwse predikant-dichters weggevaagd.
Toch zijn enkele namen niet geheel vergeten. Met name niet die van Ten Kate en Nicolaas Beets. Dat heeft vooral te maken met het feit dat ze geestelijke liederen hebben geschreven. Beiden schreven liederen voor de dagelijkse korte huisdiensten die ds. Heldring in Hemmen organiseerde. In de hervormde bundel Psalmen en gezangen uit 1938 staan zes gezangen van Nicolaas Beets en zelfs zestien (!) van Ten Kate. Ook in het Liedboek van 1973 komen we hun namen tegen. Beets is daarin met drie liederen vertegenwoordigd en Ten Kate met vijf.

Eenzijdig
De Tachtigers zijn niet vrij te pleiten van eenzijdigheid. Terecht verzetten ze zich tegen retoriek, maar voor geestelijke liederen hadden ze weinig begrip. De christelijke gemeenschapszang kan namelijk geen ‘allerindividueelste expressie’ zijn, een eis die de Tachtigers aan poëzie stelden. Wie dat inziet, oordeelt toch anders over een dichter als Ten Kate.
Toen de dichter Geerten Gossaert kort voor zijn dood een boeiende lezing hield, getiteld ‘Christelijk dichterschap?’, kwam hij ook terecht bij de christelijke gemeenschapspoëzie. Hij constateerde dat zich onder de berijmde psalmen gedichten bevinden die ‘tot de schoonste’ van de Nederlandse literatuur behoren. In die ‘schone’ traditie van het geestelijke lied plaatste hij ook de dichter Ten Kate. Letterlijk zei hij: ‘Die traditie wordt nog voortgezet tot diep in de negentiende eeuw. Zelfs – ik hoop dat u het mij niet kwalijk neemt als ik die naam noem – zelfs bij Ten Kate.’
Als sprekend voorbeeld noemt hij dan Ten Kates bekende hymne die begint met de regels:
Wees gegroet, gij Eersteling der dagen,
morgen der verrijzenis,
Gossaert staat met zijn waarderend oordeel van een halve eeuw geleden niet alleen. Bij de Liedboekdichters komen we – iets wat mij verraste – diezelfde waardering tegen. Zo wees J.W. Schulte Nordholt, een van hen, erop dat Ten Kate, ondanks de hoon van de Tachtigers, nog altijd gezongen wordt. Letterlijk schreef hij: ‘die gesmade dichter, wanneer wij hem eerlijk durven benaderen, blijkt een uitnemend gezangenschrijver te zijn’. Hij trof bij Ten Kate ‘de echte grootse toon van het kerklied’ aan. Dat is een ander geluid dan dat van de Tachtigers!

Bron
Ten Kate kwam als dichter het meest tot zijn recht als hij een Schriftgedeelte vertolkte of liederen uit een andere taal in het Nederlands overzette. Zo vertolkt ‘De Heer is mijn Herder!’ op dichterlijke wijze Psalm 23 en gaat ‘Hoe zal ik U ontvangen’ terug op Paul Gerhardt.
Niet de (beperkte) verbeeldingskracht van de dichter, maar de bron reikte hem hier de beelden aan.
Ook de liederen van Luther waren voor Ten Kate een belangrijke bron.
Heel bekend werd zijn vertalende berijming van Luthers ‘Ein feste Burg ist unser Gott’.
Vorig jaar kreeg ik, als geschenk van een bibliothecaresse die een bibliotheek moest ‘uitdunnen’, een fraai boekje uit 1853 in handen: Luthers harp. Drie-en-twintig uitgelezen liederen van doctor Maarten Luther. De titelpagina vermeldt: ‘Nagezongen door J.J.L. ten Kate’. Een bijzonder boekje, dat Ten Kate opdroeg aan zijn ‘vriend en broeder’ J.P. Hasebroek. In dit bundeltje staan onder meer diverse kerstliederen, natuurlijk ook ‘Een vaste burcht is onze God’ en een tweetal liederen gericht op Pasen: ‘Paasmorgenlied’ en ‘Paaslied’.

Pasen
In het ‘Paasmorgenlied’, een vertaling van Luthers ‘Christ lag in Todesbanden’, wordt Christus getekend als degene die voor ons mensen in de plaats trad:
Christus lag voor onze zonden
Door de macht des Doods gebonden;
(…)
Maar als onze Plaatsbekleder
Daalde CHRISTUS JEZUS neder!
‘Paaslied’ is een bewerking van Luthers ‘Jesus Christus, unser Heiland’. (Zie elders op deze pagina.)
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat dit geen grootse poëzie is. Een woord als ‘strenglen’ bijvoorbeeld in het laatste couplet is moeilijk fraai te noemen; het getuigt eerder van woordarmoede: de dichter moest een rijmwoord vinden op ‘Englen’.
Maar het lied geeft wel – in het spoor van Luther – een voluit bijbelse tekening van de diepste bedoeling van Christus’ komst in deze wereld: de straf dragen die wij verdiend hebben, voor onze zonden als Plaatsbekleder in het gericht gaan.
Hij die zonder zonde was, heeft voor ons de goddelijke straf aanvaard en Gods genade verworven.
Het open graf betekent Zijn overwinning op zonde en dood.

'Gistren ... gedenken’
Aan zijn bundeltje Luthervertalingen liet Ten Kate een ‘voorbericht’ voorafgaan. Daarin zet hij uiteen wat hem bewoog om Luthers liederen te vertalen. Hij wijst nadrukkelijk naar het tijdperk van de Hervorming. De Reformatie noemt hij de periode waarin ‘het licht der Waarheid’ opnieuw ‘op de kandelaar werd geplaatst’ en ‘Gods Woord levend opstond uit het stof ’. Die periode heeft belangrijke ‘Historische gedenkstukken’ opgeleverd.
Dat geldt ook voor Luthers nagelaten werk, zowel in proza als poëzie.
Op de gedenksteen in de Nieuwe Kerk staan de woorden: ‘Gistren ... gedenken’. Luthers erfgoed behoorde voor Ten Kate nadrukkelijk tot de onopgeefbare erfenis van het verleden.

---
PAASLIED
Jezus de Heer, die de Dood overwon,
– Looft Hem, o zangen! –
Jezus de Heer, die de Dood overwon,
Rees uit het graf als een eeuwige zon!
Jezus de Heer nam de Zonde gevangen.

Kyrie eleison!

Hij heeft geen zonde gekend of gedaan,
– Prijst Hem, o zielen! –
Hij heeft geen zonde gekend of gedaan:
Hij is voor ons in ’t gerichte gegaan,
Troost ze die treuren, en redt ze die vielen.

Kyrie eleison!

Zeegnend bestuurt Hij ons leven en lot,
– Eert Hem, o Englen! –
Zeegnend bestuurt Hij ons leven en lot,
Zondaars verheft Hij tot kindren van God,
Hemel en Aard weet Hij samen te strenglen.

Kyrie eleison!

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 april 2012

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Bejubeld en gesmaad man

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 april 2012

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's