Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Herkenningstekens

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Herkenningstekens

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

En terwijl Hij dit zei, liet Hij hun de handen en de voeten zien. En toen zij het van blijdschap nog niet geloofden, en zich verwonderden, zei Hij tegen hen: Hebt u hier iets te eten? Lukas 24:40,41

Als herkenningsteken dat Jezus het Zelf is, toont Hij Zijn handen en voeten. Dat is opmerkelijk. Om iemand te herkennen kijken wij doorgaans naar het gezicht. Het gelaat geeft het sterkst de eigenheid van die ander, zijn of haar identiteit weer.

Jezus verbindt Zijn identiteit aan Zijn handen en voeten.
Het zijn de voeten waarmee Hij neerdaalde op en raakte aan deze aarde. Teken van Zijn komen. Hij legt Zichzelf uit aan de weg die Hij hier is gegaan, aan de sporen die Hij in deze wereld heeft getrokken, onuitwisbaar.
Om te weten wie Jezus is, moet je erop letten waar Zijn voeten hebben gestaan, meer nog, waar zij gegaan zijn. Ze zijn de weg gegaan naar zondaren en tollenaren, verlorenen en verlatenen, de weg gegaan achter hen aan, die Hem loslieten, zeer onlangs nog.
Wil je weten wie Jezus is, dan moet je ook op Zijn handen, op Zijn handelen letten. Het zijn de handen, waarmee Hij mensen oprichtte, gehoorzaam vasthield aan Zijn Vader en aan de mensen. Beiden wilde en moest Hij bijeenbrengen en -houden. Daaraan is Jezus herkenbaar.

Wonden
In Jezus’ handen zijn diepe wonden te zien, want dat raken aan de aarde en het bijeenbrengen en -houden van Zijn Vader en de mensen heeft wonden geslagen, heeft lijden gekost. Die wonden zijn zo diep dat ze door de opstanding niet ongedaan zijn gemaakt.
De Opgestane schaamt zich daar blijkbaar niet voor. Hij wil herkend worden aan Zijn onuitwisbare littekens. Ze getuigen voor Hem. Niet ondanks het kruis was Jezus de Messias of afgezien van het lijden en de wonden was Hij de Zoon van God, maar juist in het lijden en aan het kruis is Jezus de Messias. Als Degene die de zonde verzoende is Hij bij ons.
Dat betekent ook dat ons geloof nooit een triomfantelijk geloof kan zijn.

Omslag
Het Zich openbaren door Zijn handen en voeten te tonen doet de stemming omslaan. Angst wordt vreugde, onzekerheid verandert in blijdschap. Dit betekent niet dat de gemeente plotseling een loflied aanheft. Ze konden het van blijdschap niet geloven. Dat ongeloof was geen onwil, geen cynisme.
Wat hen ten deel is gevallen, is veel groter dan ze durfden dromen. Hun verstand en hart konden dit niet aan, het is te groot om te verwerken.
Even tevoren keken we in verbijsterde, angstige ogen. Dat is herkenbaar wanneer de aarde de hemel raakt, de eeuwigheid neerdaalt in de tijd. Nu kijken we in stralende ogen van verwondering.
Hebt u zich wel eens zo intens verwonderd over het evangelie, dat u het van blijdschap niet kon geloven? Ik zal niet snel een pleidooi voeren voor ongeloof. Maar voor dit heilige ongeloof wel. De ervaring dat iets te overweldigend vreugdevol is. Je hart is te klein.

Gebakken vis
Jezus laat hen daar overigens ook niet in. Hij vraagt: ‘Hebben jullie hier iets te eten?’ Ze reiken Hem een stuk gebakken vis aan. Hij at dit op voor hun ogen. Is dat om extra te beklemtonen dat Hij het Zelf is? Dat ook wel, maar niet alleen. In het van blijdschap niet kunnen geloven, mogen ze niet blijven.
Door die nuchtere vraag om een stuk gebakken vis en dat voor hun ogen eten, heft Jezus de vreugde niet op, maar maakt deze vruchtbaar. Het is mooi wanneer mensen sprakeloos zijn van verwondering. Dat mogen ze ook best even blijven. Maar niet altijd. Want in Christus’ naam moet bekering tot vergeving van zonden verkondigd worden, aan alle volken.
Om in vergeving te geloven, je aan Gods genade toe te vertrouwen, moet je inderdaad bekeerd worden, want de wereld is vaak een wereld zonder pardon. Wanneer die twee Emmaüsgangers de openbaring van de Opgestane ten deel gevallen is, kunnen ze het niet voor zich houden. Ze moeten het de gemeente in Jeruzalem vertellen. De vreugde van het evangelie is wel persoonlijk maar niet individualistisch.
Wanneer de gemeente de openbaring van de Opgestane ten deel gevallen is, moeten ze na eerst lang stil te zijn geweest van verwondering, een tijd die Jezus hun gunde, het evangelie bekend maken aan alle volken. Vanuit Jeruzalem, want vanuit Emmaüs valt er niet zoveel te melden. Met hun voeten de weg naar de ander gaan, met hun handen aan God en mensen vasthouden. Ook als dat littekens oplevert.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 mei 2012

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Herkenningstekens

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 mei 2012

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's