Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Rouwende kinderen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rouwende kinderen

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

In mijn jeugd en binnen mijn leefwereld werd soms heel geheimzinnig gedaan over ziekte en sterven. Als kind werd je maar al te gemakkelijk op een dwaalspoor gezet. Weggehouden van verdriet en afgeschermd voor al te heftige emoties. Inmiddels is dit veranderd.

Gelukkig is er in deze tijd duidelijk meer aandacht voor het kind dat verdrietig is vanwege het overlijden van iemand in zijn onmiddellijke omgeving.
Ieder mens reageert op zijn eigen wijze op verlies. Niettemin zijn er een aantal karakteristieken die mensen gemeenschappelijk hebben. Lettend op rouwreacties is het mogelijk enkele globale indelingen te maken. Kinderen reageren anders op verlies dan volwassenen.
Daarnaast zijn er aanmerkelijke verschillen tussen peuters en kleuters, tieners en pubers in de wijze waarop verlies ‘verwerkt’ wordt.

Taal van verdriet
Verdriet van een ander doet wat met je. Zeker intens kinderverdriet.
Wie blijft onbewogen bij de aanblik van (jonge) kinderen bij het sterfbed en aan het graf van hun moeder of vader? Maar ook het overlijden van een grootouder kan hun wereld op zijn kop zetten. Of het verlies van een broer(tje), zus(je), vriend(je), vriendin(netje) of klasgenoot.
Een overlijden dat voorafgegaan werd door een langdurig ziekbed komt op een andere manier bij je binnen dan de plotselinge dood van iemand in je onmiddellijke omgeving. De schok en de verslagenheid zijn navenant aan de plaats die de ander in jouw leven innam. Niet onbelangrijk is wie jou het slechte nieuws vertelde en de wijze waarop dat gebeurde.
Om bij het kind te blijven: hoe jonger het is, des te minder realiteitsbesef. Dat geldt zeker voor een abstract begrip als de ‘dood’. Gevoelens en emoties op dramatische gebeurtenissen worden vooral lichamelijk geuit. Non-verbaal dus.
Jonge kinderen zijn heel sfeergevoelig. Ze voelen vaak feilloos aan dat er iets mis is in hun omgeving.

Kleuterleeftijd
Tijdens de kleuterleeftijd (3-5 jaar) ontwikkelt zich de begripsvorming. Kinderen leren dat er onderscheid is tussen hoog en laag, lang en kort. Zo ook tussen dood en leven, maar de dood is voor hen nog omkeerbaar. Dat blijkt wel uit hun spel voor zover de dood daarin meedoet. Wie dood is, is dat niet definitief. De dood is voor hen een soort slaap, waaruit je weer terug kunt komen.
Maar hoe te doen wanneer de dood geen spel maar barre werkelijkheid is? Hen confronteren met een stervend gezins- of familielid? Wat moet je vertellen en hoe pak je dat aan? Voordat het komt tot confrontatie met de stervende of overledene is enige voorbereiding gewenst. Het gebeurt nog weleens dat het kind door het stellen van vragen het ijs voor de volwassenen breekt. Vragenderwijs proberen ze ‘grip’ te krijgen op de vreemde situatie. Op eenvoudige, maar wel eerlijke wijze kun je vertellen wat er mis is.

Samen verdrietig
Al mist het jonge kind nog het vermogen de dood werkelijk te doorgronden, het voelt wel aan dat er samenhang is tussen de dood en verdriet. Het verlies van een ouder kan een jong kind angstig maken ook de andere kwijt te raken. Een kind zoekt geborgenheid en veiligheid. Tijdelijke afwezigheid van de overgebleven ouder kan paniek veroorzaken. Laat papa mij nu ook in de steek...?
In de leeftijd van zes tot negen jaar hebben kinderen al duidelijk meer besef van dood en leven. Hun veilige wereld is ingestort. Zij stellen vragen. Soms aan de lopende band. Niet op iedere vraag weten we het antwoord. Ga daar niet krampachtig mee om. Geef toe dat je het ook niet weet. Dat zorgt alleen maar voor meer openheid in de communicatie. Gebrekkige of nietszeggende informatie zal het kind aanvullen vanuit de eigen fantasie. Dat kan leiden tot angst en irrationele schuldgevoelens, die het rouwproces stagneren.
Een kind hunkert naar begrijpende mensen om hem heen. Mensen die aandacht voor hem hebben en zijn vragen serieus nemen. Waarom vraagt hij dat? Welke emotie zit hierachter?
Ouders die hun partner verloren, hebben een dubbele taak. Ze verkeren zelf in de doolhof van verdriet en hebben daarnaast ook nog een taak voor hun kind(eren). Ze zijn hen tot steun of obstakel.
Evenals ouderen kunnen ook kinderen boos reageren, zij het op een wijze die bij hun ontwikkelingsniveau hoort. Ze zijn boos op God, op de dokter of op degene die hen ‘in de steek liet’. Een kind reageert vaak via een omweg door druk of teruggetrokken gedrag. Het lijkt al weer snel de draad van het leven op te pakken. Laat je echter niet misleiden. Kinderverdriet heeft een eigen taal. Daar ook hoort ook wisselend gedrag bij. Of gedrag dat wij volwassenen op dat moment ongepast of zelfs gênant vinden.

Pijnlijke werkelijkheid
Wat ik eerder schreef met het oog op kleuters geldt zeker de wat oudere kinderen: betrek ze bij het verdriet door hun gelegenheid te geven afscheid te nemen van de ongeneeslijk zieke, stervende of gestorven bloedverwant. Bereid hen wel voor op wat hun te wachten staat. Natuurlijk op een niveau dat bij hun leeftijd past, zonder in vaag en versluierend taalgebruik te vervallen; dat schept alleen maar onduidelijkheid. Soms is enige stimulans nodig om goed afscheid te nemen.
Het kind mag best zien dat je als volwassene (erg) verdrietig bent.
Rouwen is de pijnlijke werkelijkheid onder ogen willen zien. Wegstoppen van verdriet werkt contraproductief. Kinderen kunnen hier uit afleiden dat tranen onbetamelijk zijn. Wellicht dat het deze houding overneemt. De leedverwerking wordt dan geblokkeerd. Dat gebeurt ook wanneer het kind steeds maar te horen krijgt dat het flink moet zijn. En dat het de overgebleven ouder niet nog verdrietiger moet maken.
Vast blijven zitten in schuldgevoelens of boosheid stagneert je rouwarbeid eveneens. Je zit erin gevangen. Een kind moet in geen geval belast worden met de emoties van de ouder die in de slachtofferrol vlucht, zielig en hulpeloos is.
Een kind alleen maar afleiden is niet minder funest dan zwijgen.
Rouwen is afscheid nemen, dat doe je door het ophalen, bewaren en koesteren van herinneringen.
Het kan nodig zijn ook de pijnlijke en onaangename gebeurtenissen onder ogen te zien. Rouwen is ook nadenken over (de zin van) het leven. Dat betekent perspectief bieden. Perspectief naar God. Laten merken dat het leven ook nog zonnige kanten heeft.

Ouders
Verlies van een ouder betekent verlies van veel vanzelfsprekendheden. Degene die veiligheid gaf, hen bevestigde, hen hielp en stimuleerde viel weg. Een goede relatie met ouders is een van de bouwstenen om veilig op te groeien en een eigen identiteit te ontwikkelen.
Kinderen gaan zich vanaf de basisschoolleeftijd steeds meer identificeren met de ouder van het eigen geslacht. Jongens ‘kijken’ van vader ‘af ’ hoe hij omgaat met de andere sekse. Meisjes identificeren zich sterk met hun moeder.
Ouders zijn in een goede relatie ‘oefenpersonen’, rolmodellen.
Hoewel dat in de tienerleeftijd allemaal anders wordt, blijven moeders hun zonen bevestigen in hun man zijn en bevestigen vaders hun dochters in het vrouw zijn.
Verlies van een ouder heeft dan ook een grote impact op het eigen ontwikkelingsproces van het kind of de jongere. De overgebleven ouder is nu extra belangrijk geworden.

Tieners
Tieners denken weliswaar steeds logischer, maar schamen zich daarentegen al snel voor hun emoties. Zij willen vooral niet de indruk wekken ‘kinderachtig’ te zijn.
Vaak houden ze hun gevoelens krampachtig voor anderen verborgen. Het is niet ‘stoer’ te laten merken hoe moeilijk je het hebt. Dat maakt het voor de omgeving lastig. Doet het hem dan niets dat zijn moeder er niet meer is? En heeft ‘lastig’ gedrag te maken met puberteit of met rouw en verdriet?
Pubers hebben de handen al vol aan zichzelf. De verhouding tot ouders verandert. Zij verkeren volop in de worsteling van het losmakingsproces om een zelfstandig mens te worden. Dat verloopt over en weer niet steeds van een leien dakje. Het verlies van een ouder – zeker als dat heel abrupt gebeurde – kan hen bezetten met jarenlange schuldgevoelens. Die laatste ruzie werd niet bijgelegd. Je kunt het niet meer goed maken...
De pubertijd is een woelige periode. Daar moet dan niet nog eens het drama overheen komen van het verlies van een ouder, broer of zus. Waar moet je heen met je verdriet, je vragen en je boosheid? Je schreeuwt om geborgenheid, terwijl je het tegendeel uitstraalt. Je houdt de schijn van zelfredzaamheid op, terwijl het van binnen kreunt om steun en warmte.
Soms veroorzaakt een diep ingrijpend verdriet een ‘groeispurt’ naar volwassen gedrag, op het gevaar af dat jongeren taken en verantwoordelijkheden krijgen toegeschoven, meer dan goed voor hen is.
Anderen vervallen tot ‘lastig gedrag’. Er ontstaan leerproblemen en spanningen thuis en in hun directe omgeving. Gebruik van drugs en alcohol lijkt een uitweg te bieden aan hun emoties. Ook tieners en pubers kunnen boos op God zijn. Hun vertrouwen is geschokt. Wat is de zin ervan dat vader, moeder, broer of zus stierf ? Had God niet...?!

Valkuil
Een valkuil voor omstanders – en dat geldt niet in de laatste plaats dominees, ouderlingen, onderwijzers en docenten – is dat je God gaat verdedigen.
Wie van ons deed dat nooit? Of voelde de neiging daartoe in zich opkomen? Het is goed je te realiseren dat de Heere geen advocaten nodig heeft.
Neem jongeren serieus in hun emoties en laat ze uitpraten. Aanvaard hen zoals zij zijn en wees vooral jezelf en niet ‘de hulpverlener’ of ‘de deskundige’ die op elke vraag een pasklaar antwoord heeft. Dan zijn we er echt voor die ‘lastige’ knul of meid. Maar ook voor dat kind dat hunkert naar warmte en geborgenheid.

---
Aan het eind van de middag heb ik zelf Björn opgehaald van de crèche. Dat wilde ik graag. Ik had behoefte aan een knuffel. Ik kwam huilend binnen en heb hem gelijk vertelde dat zijn mama was overleden. Dat was een afspraak van Cynthia en mij. We vertelden Björn altijd alles. Hij was rustig en liet zich knuffelen.

In de eerste maanden na Irmgards dood stelde Jon veel vragen als we de begraafplaats bezochten. Hij wilde het graf weer openmaken, mama een dekentje geven of ‘slaap kindje slaap’ voor haar zingen. Zwaar of dramatisch was het echter nooit. Langzaamaan ontwikkelt hij een eigen band met zijn overleden moeder. Hij heeft periodes dat hij over haar praat, maar net zo veel periodes dat ze in zijn beleving vrijwel niet voorkomt.

‘Papa! Hier woont mama’, roept Jon vanuit het zitje achter op de fiets. We rijden over de lange laan met oude eiken die leidt naar de gietijzeren entree van de begraafplaats.
Kinderen (2011), 72 en 82

‘Je moet goed voor Björn zorgen’, had Cynthia gezegd. Als ik hem niet had gehad, was het veel slechter met me gegaan. Ik móést wel uit bed komen, voor hem.
Onlangs zijn we voor het eerst met zijn tweeën op vakantie gegaan. Dat had ik lang voor me uitgeschoven. Ik vond het te confronterend. Maar uiteindelijk was het een heel goede week.’
Kinderen (2011), 73

Jon groeit op bij één ouder. Dat is anders dan een kind dat opgroeit met twee ouders met hun eigen sterke en zwakke kanten. Ouders die elkaar aanvullen en die taken van zorg en huishouden verdelen.
Ik ben vaak twee in één. Zo voelt Jon het ook. Hij noemt me soms ‘mama-papa’.
Kinderen (2011), 85

---
Handvatten
• Lastig gedrag? Wat gaat er achter schuil? Probeer de taal die het kind uitzendt te ontcijferen.
• Gebruik geen versluierend taalgebruik, zoals: ‘Mama is op reis gegaan’, of ‘slaapt’. Dat schept onduidelijkheid en verwarring bij kinderen.
• Erken en aanvaard dat kinderen en tieners soms opstandige gevoelens hebben na een ingrijpend verlies. Geef daar ook ruimte voor.
• Troosten is geborgenheid, veiligheid bieden, een haven zijn waar iemand terecht kan met zijn (verwarde) emoties.
• Mensen die schokkende gebeurtenissen meemaken kunnen machteloze woede ervaren die zij op een willekeurig persoon richten. Dat kan de dominee, de ouderling of de arts zijn. Ga dan vooral niet in de verdediging.
• Veroordeel iemand in een irrationele boosheid niet, het lost niets op. Probeer te begrijpen dat dit een uiting is van diepe emotie.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 juni 2012

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Rouwende kinderen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 juni 2012

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's