Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Globaal bekeken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Globaal bekeken

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eind 2009 legde ds. J. Maasland de pen voor de veertiendaagse Persschouw in deze kolommen neer. In Fonteinnieuws (Nijkerk) schrijft hij nog wel zogeheten ‘cursiefjes’. Een daarvan, over name dropping, geef ik hier door.

U kent ze misschien ook wel in uw omgeving. Collega’s of vrienden die om de haverklap dure woorden gebruiken of schermen met interessante namen. Ze proberen kennelijk zo hun imago op te krikken en hun marktwaarde te verhogen. ‘Name dropping’ noemen we dat. Namen droppen als druppels op een spiegel. En dan zie je in die spiegel een respectabele mijnheer of mevrouw voor u.
Je bedoelt: ‘Kijkt u maar goed en vergis u niet in wie ik ben’. De net afgetreden president Sarkozy van Frankrijk kwam elke kabinetsvergadering binnen met een beroemde roman onder zijn armen: de ene keer van Stendhal, de andere keer van Proust en dan weer van Verlaine, alle drie beroemde Franse schrijvers. Om maar te laten ziend at hij niet van de domme was, maar van de hoed en de rand wist.
Namen laten vallen. Als beginnend predikant gaf ik in een preek soms een citaat van Luther of Calvijn door. U hoort dat misschien nog weleens een dominee doen: “Gemeente, ik las deze week bij Kohlbrugge of bij Henri Nouwen” en dan volgt er een citaat. Waarom doen dominees dat, waarom deed ik dat? Soms was mijn overweging: als ik het Calvijn laat zeggen, durft niemand mij tegen te spreken. Want ja, de man uit Genève is (of was?) toch wel zo’n beetje het einde van alle tegenspraak onder ons. Ik weet niet welke motieven andere collega’s drijft om beroemdheden te citeren op de kansel.
Soms leek het mij weleens een beetje op interessant willen doen. Zo van: Er staat vanmorgen niet zomaar een of ander domineetje voor u op de preekstoel, maar iemand die zijn zaakjes kent. Of iemand die van onverdacht gehalte is qua orthodoxie want wie leest er nog zulke oude schrijvers als ik hier citeer? Of: Ik heb mijn preek grondig bestudeerd want ik las dat en dat commentaar en als u er niets aan vindt, dan ligt dat aan u en niet aan mij.
De dichter C. Buddingh’ (1918-1985) schreef eens een gedicht over dit gedrag:


De goudopsneevink
De goudopsneevink bolt haar krop,
En spreidt haar staart tot waaier.
Zij stijgt zichzelf vaak naar haar kop,
En dan vindt zij zich nóg fraaier.

Zij smukt een veer en schikt een pen
En flipflapt met haar vleugel,
En zegt dan langzaam: Ja ik ben
Een heel bijzondere veugel.

Hilarisch wordt het als mensen geleerde woorden of uitdrukkingen gebruiken waarop het bekende spreekwoord van de klok en de klepel van toepassing is. In een column in een alom gerespecteerd dagblad trof ik onlangs deze lachwekkende verschrijving aan: het kabinet zal binnenkort de ‘gregoriaanse knoop’ moeten doorhakken. Hij bedoelde natuurlijk de ‘gordiaanse knoop’. Gregoriaans zing je maar gordiaans knoop je. En kabinetten zingen meestal niet, maar zitten wel vaak in de knoop door, naar het soms lijkt, onoplosbare problemen.
Het doet me denken aan een grap van Wim Kan: ‘Me buurman zegt: “Ik lees een mooi boek van Karl May: Das Kapital!” Ik zeg: “Màn, dat is helemaal niet van Karl May, dat is van Karl Marx”. Hij zegt: “Ik dacht al, wat komen er weinig indianen in voor!”
Laat ik dan nog maar een onder kerkgangers bekende naam ‘droppen’: Paulus.
Hij schrijft: Kennis maakt opgeblazen. Verwaand, vertaalt de nieuwe bijbelvertaling. Opgeblazen. Dat doen sommige verliefde mannetjes in het dierenrijk. Vrouwtjes imponeren in paringstijd. Je groter voordoen dan je in het echt bent. Dikdoenerij, snobisme, kouwe kak. Maar wie echt veel weet, wordt al bescheidener. Eenvoud is nu eenmaal nog altijd een kenmerk van het ware.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 juni 2012

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Globaal bekeken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 juni 2012

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's