Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Globaal bekeken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Globaal bekeken

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uit De Waarheidsvriend van 13 augustus 1936 een bericht over ‘beroepingswerk in den ouden tijd’.

Een dezer dagen kwam ons onder oogen een oude rekening uit 1610, die de onkosten bevat, verbonden aan het beroepingswerk van een predikant. (…)
De rekening draagt tot opschrift: “Verteringen ende reyscosten, uutgelegd bij den burgemeester Joost van Reidt ende doctor Jacob van Wetten, als gecommitteerden van mijn heeren van de magistraat ende kerckenraet binnen Arnhem, te bevorderen die beroepinge Ds Hemlei Meilingii, staande tot Husum buten Leeuwarden, tot derden kerckendiener”.
In dien tijd was het heel wat, om de reis van Arnhem naar Huizum in Friesland te ondernemen en de diverse rekeningsposten vertellen ons op origineele wijze hoe het den heeren gecommitteerden op hun reis verging.
Den 1en Augustus ging men op reis van Arnhem naar Harderwijk, waar men, na proviand te hebben ingeslagen, benevens ’n voorraad Spaansche wijn, een schip aannam om naar “de Vriesche custe” te varen. Men kwam echter niet verder dan Urk, omdat de windstilte intrad. Men huurde den volgenden dag een visschersschuit en een paar mannen, die het vaartuig naar Lemmer roeiden.
Hier moest men weer een schuit huren, om naar Sneek te worden gebracht en vandaar trok men per diligence naar Leeuwarden. Van daaruit werd Huizum bezocht. Men deed er den tijd over, want de rekening geeft aan een bedrag “vereert aan het dochterken, knecht ende maegt van doctor Johan van den Sande”, waar de heeren “omtrent 7 dagen thuys hebben gelegen”.
De terugreis ging per nachtschuit naar Harlingen, waar men een schip huurde voor den overtocht naar Amsterdam, in welke stad men een paar dagen logeerde.
Per diligence werd van Amsterdam naar Utrecht gereist en verder ging de tocht over Rhenen, waar men overnachtte, naar Arnhem.
In totaal was men 14 dagen op reis geweest en men had 81 gulden, 1 stuiver en 6 penningen uitgegeven.
Deze tocht had succes. Ds. Meylingius, een man van groote gaven, werd beroepen en deze kwam in October 1610 naar Arnhem, waar hij vele jaren als een “naerstig ende godtsalig kerckendiener” is werkzaam geweest.


***

De Waarheidsvriend van 7 december 1933 schrijft over ‘strijd bij kerkeraadsverkiezingen’.

(…) de Wieringermeer doet ons eigenlijk naar de pen grijpen. Want daar, in dat nieuwe land, pas op de zee veroverd, is een nieuwe Hervormde gemeente gesticht, saamgesteld uit menschen, die uit alle deelen van ons land “nieuw” daar aangekomen zijn en in die nieuwe gemeente moest nu voor het eerst een kerkelijke verkiezing plaats grijpen, om Kerkeraadsleden en Notabelen te kiezen en toen is daar de uitslag geweest, dat de vrijzinnigen met 2 stemmen meerderheid gekozen zijn en de rechtzinnigen met 2 stemmen minderheid zijn verslagen. (…)

“Er moest dus worden gestemd, en alle beschikbare auto’s en chauffeurs werden in actie gezet: paganistische chauffeurs, protestantsche chauffeurs, roomsche chauffeurs. Zoo geviel het dat een roomsche chauffeur werd aangehouden door een paar boeren, die op weg waren voor de stemming. De boeren zeiden: We moeten stemmen, maar we kwamen bij de Gereformeerde Kerk terecht. De Hervormde Kerk konden we niet vinden. Waar ligt die toch? De roomsche chauffeur wist gelukkig waar de Hervormde Kerk lag en kon de beide Hervormde lidmaten terecht helpen. Hij schudde zijn roomsche hoofd over zooveel belangstelling voor de kerkelijke stemming bij menschen, die, zoolang ze in de Wieringermeer wonen, niet wisten waar hun kerk lag. En ditmaal zijn geen booze tongen aan het woord, want zooals een Drentsche boer zei, toen hij iets heel sterk wou bevestigen: “dat zijn nou geen feiten, maar ’t is wáár gebeurd”

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 juli 2012

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Globaal bekeken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 juli 2012

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's