Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ambt is op eenheid gericht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ambt is op eenheid gericht

De katholiciteit van de kerk [1]

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij geloven in één heilige, katholieke (of: algemeen christelijke), apostolische kerk. De vier eigenschappen van de kerk zijn haar eenheid, heiligheid, katholiciteit en apostoliciteit. Die zijn niet gemakkelijk te onderscheiden; ze lopen in elkaar over en grijpen op elkaar in.

De katholiciteit kan zowel in kwantitatieve als in kwalitatieve zin worden verstaan. Bij de kwantitatieve betekenis gaat het om de uitgebreidheid van de kerk in tijd en ruimte. De kerk is van alle tijden (‘van het begin der wereld tot aan het einde’) en van alle plaatsen (‘uit de gehele mensheid’, zondag 21 Heid. Cat.).
Wij zijn niet de eersten die geloven, we staan in ons belijden op de schouders van het voorgeslacht, van apostelen en profeten, van patres en reformatoren. De kerk is niet beperkt tot één generatie.
Wij zijn ook niet de enigen die geloven. Dat doen we ‘samen met alle heiligen’: met christelijk gereformeerden en herstelden, met lutheranen en pentecostals, met Rome en Oosters-orthodoxen. Samen met die allen belijden we het Nicaenum: wij geloven in één God ... en in één Heere Jezus Christus en in de Heilige Geest.
We zijn als westerse kerk in het geloof ook verbonden met kerken uit andere culturen en andere talen: met de kerk in China en Korea, met zwarte kerken in Nigeria en Zuid-Afrika, met migrantengemeenten in de Bijlmer en in Rotterdam. De kerk is veelkleurig, ook dat behoort tot haar katholiciteit.

Deelwaarheden
Naast de kwantitatieve betekenis (tijd en ruimte) is er de kwalitatieve betekenis van de katholiciteit. Als we zeggen dat de kerk ‘het geheel omvat’ bedoelen we ook dat ze deelheeft aan de volle waarheid, aan het geheel van de heilsgoederen, de sacramenten, de gaven van de Geest, aan het ambt.
Hier nadert de aanduiding katholiciteit het begrip orthodoxie. De nadruk ligt er in dit geval op dat de kerk niet meedoet aan het verabsoluteren van deelwaarheden. Specifieke kenmerken, zoals tongentaal of de macht tot genezen, een liturgie of bijbelvertaling, een visie op het ambt of op de orde des heils, kunnen niet allesbepalend zijn voor het
kerk-zijn.
De kwalitatieve betekenis van de katholiciteit is in de tijd van de Reformatie sterk naar voren gekomen in het verweer tegen Rome. Rome stelde: jullie zijn niet katholiek want jullie zijn niet over de hele wereld verspreid, je deelt niet in de apostolische successie, je hebt gebroken met de traditie dus je bent een scheurkerk, een sekte.
De Reformatie heeft daar tegenover volgehouden: wij zijn ook katholiek, wij staan voluit in de traditie van de Schrift en de Oude Kerk. Wij willen die juist weer in ere herstellen door terug te gaan naar de bronnen. We breken niet met de kerk, we willen haar slechts reformeren. Wij laten de Schriften voluit gelden (tota Scriptura). Zo zijn wij voluit kerk van Christus, delen in de volheid van Christus en zijn daarom katholiek.
Calvijn benadrukt in zijn catechismus de eenheid van de kerk: het woord katholiek ‘duidt aan dat er slechts één Hoofd is van de gelovigen en dat daarom ook allen verenigd moeten zijn in één lichaam, zodat er niet verscheidene kerken zijn, maar slechts één Kerk is, verbreid over de gehele wereld’.
Christus is het Hoofd van de kerk en de Heer der wereld. In de katholiciteit van de kerk gaat het om Zijn heerschappij, de kerk staat in de Missio Dei, is gericht op de wereld in zijn volle breedte, in dienstbaarheid aan Zijn rijk.

Protestantse Kerk
Na de vereniging van de drie kerken is als zorg uitgesproken: is de Protestantse Kerk niet té protestants, is ze niet te weinig katholiek?
Een eerste verkenning in de kerkorde lijkt aan te geven dat het daarmee wel goed zit. Artikel I maakt een goede start: de Protestantse Kerk in Nederland is overeenkomstig haar belijden ‘gestalte van de ene heilige apostolische en katholieke of algemene christelijke kerk’.
Die formulering is zorgvuldig gekozen: ze is ‘gestalte van’, niet dé gestalte van de katholieke kerk.
Dan zouden we ons verbeelden dat ze de enige ware kerk is. Maar ze is ook niet ‘een’ gestalte van de katholieke kerk. Dan verklaren we ons tot een deelkerk, die een stukje van de ware kerk vertegenwoordigt. We zijn gestalte van...

Israël
Essentieel in die katholiciteit is ook dat in lid 1 verwezen wordt naar de verbondenheid met Israël: we delen in de aan Israël geschonken verwachting. ‘Zonder Israël niet volgroeid’, om met dr. H. Vreekamp te spreken.
De concentratie op de persoon en het werk van Christus komt in het tweede lid aan de orde. ‘Levend uit Gods genade in Jezus Christus vervult de kerk de opdracht van haar Heer om het Woord te horen en te verkondigen’. Daarin is ze betrokken in de Missio Dei (lid 3): ‘Betrokken in Gods toewending tot de wereld, belijdt de kerk in gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift als enige bron en norm van de kerkelijke verkondiging en dienst, de drie-enige God, Vader, Zoon en Heilige Geest.’ Het belijden van de drie-eenheid is altijd een centraal motief in de katholiciteit.

Oecumenisch
Daarbij staat de kerk op de schouders van het voorgeslacht: in lid 4 en 5 wordt verwoord dat het belijden geschiedt in gemeenschap met het klassieke belijden van de Oude Kerk en met de Reformatie. In lid 8 komt de wereldwijde zending aan de orde: de bediening van de verzoening aan alle mensen en aan alle volkeren. Het oecumenisch perspectief ontbreekt niet: de kerk weet zich ‘geroepen om de eenheid, de gemeenschap en de samenwerking met andere kerken van Jezus Christus te zoeken en te bevorderen’ (art. XVI-1). In de samenhang van al deze aspecten verstaat de kerk zich als gestalte van de ene heilige apostolische en katholieke of algemene christelijke kerk.
Tegelijk doemen in artikel I ook de vragen op. Niet zozeer over wat er staat, maar vooral over wat er niet staat. Ik hoor namelijk in artikel I niets over het ambt, terwijl voor tal van kerken juist dat apostolische ambt een van de centrale kenmerken voor de katholiciteit van de kerk is.

Ambt en gemeente
Bij het thema katholiciteit en ambt denken mensen direct aan het ambt van de bisschop. Ik ben daar zelf om een aantal redenen geen groot voorstander van. Maar er is één aspect van het episcopale ambt dat wij missen, zeer tot onze schade. Het behoort voor mij tot de katholieke visie op het ambt dat het voortdurend gericht is op de eenheid van kerk en gemeente.
Dat geldt voor alle ambten, ook voor ouderlingen en diakenen, maar in het bijzonder voor de predikanten. Ze zijn ‘predikanten van de kerk’, door de kerk opgeleid en toegelaten om te staan naar het ambt. Ze zijn weliswaar beroepen door een bepaalde gemeente en daaraan verbonden. Maar in hun ambtelijke bediening houden ze (als het goed is) altijd zicht op het bredere geheel. Dat is van essentieel belang.
Juist de predikanten dragen grote verantwoordelijkheid als het gaat om het bewaren van de eenheid.
Wanneer bij hen dat zicht ontbreekt, is dat tot grote schade voor de gemeente. Waar bij het ontstaan van de Protestantse Kerk een hersteld hervormde gemeente ontstond, was dat doorgaans het gevolg van het optreden van de plaatselijke predikant. En omgekeerd: veel gemeenten met bezwaren tegen de vereniging, zijn juist door hun predikanten ervoor behoed de weg van de afscheiding te gaan.

Voorkeurgemeenten
De Nederlandse Hervormde Kerk verstond zich van oudsher als volkskerk, de gemeenten wisten zich verantwoordelijk voor allen die tot haar ressort behoorden.
Dat was niet altijd eenvoudig, zo’n gemeente vormde doorgaans een zeer gemengd gezelschap, ook wat betreft de modaliteiten.
Vandaag de dag worden gemeenten steeds meer voorkeurgemeenten. Het besef dat wij – met alle verschillen die er kunnen zijn – één gemeente van Christus vormen, staat sterk onder druk. Ik zie het als een primaire roeping van het ambt om dat besef levend te houden. Allen zijn ons even lief, ook als men wellicht andere accenten in de prediking zou willen leggen, als men aan een andere liturgische vormgeving de voorkeur zou geven, als men een andere sfeer zoekt.
Een predikant moet in het bijzonder oog en hart hebben voor minderheden in de gemeente, omdat zij gemakkelijk in de verdrukking kunnen geraken. Natuurlijk kunnen niet alle verlangens gehonoreerd worden, maar het moet zonneklaar zijn dat gemeenteleden met andere opvattingen volwaardige en onmisbare leden van het lichaam van Christus zijn.
Dat besef van katholiciteit bewaart ons ervoor anderen (collega’s, andere modaliteiten, andere kerken) af te schrijven: misschien verschillen we hartgrondig van mening, maar tegelijk zijn ook zij geliefde kinderen Gods.
Ook zij zijn aangewezen op Gods ontferming, niet minder dan wijzelf.
Het besef van katholiciteit bewaart ons voor zelfgenoegzaamheid en hokjesgeest, voor verabsolutering van het eigen gelijk.
Toch betekent dat niet dat ik kies voor de veelgeroemde pluriformiteit in de zin van vrijblijvendheid.

Over twee weken gaat dr. P. van den Heuvel in op kerkelijke pluriformiteit en tucht.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 augustus 2012

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Ambt is op eenheid gericht

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 augustus 2012

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's