Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De vreemdeling in ons midden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De vreemdeling in ons midden

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Weinig mensen in ons land kwamen nooit in aanraking met allochtonen: mensen die als asielzoeker naar Nederland kwamen en een verblijfsvergunning kregen. Ze namen hun eigen cultuur en godsdienst mee. Hoe staan we als christenen tegenover vreemdelingen? Hoe gaan we met hen om?

Rond de onafhankelijkheid van Suriname, in de jaren zeventig van de vorige eeuw, kwamen mensen van de Nederlandse Antillen of uit Suriname naar Nederland. Zij behoorden tot het Koninkrijk der Nederlanden en hadden alle recht om naar ons land te komen. Bij Turken en Marokkanen ligt dat anders; zij werden als gastarbeider aangetrokken, meestal voor het zware werk. De meesten van hen behoren inmiddels tot de tweede of derde generatie. Eerder kwamen veel Chinezen naar ons land, als goedkope arbeidskrachten in de scheepvaart. Zij vestigden zich later voor een groot deel in de horeca.
In latere jaren kwamen daar, onder andere uit Afrika, Azië en het Midden- Oosten, de vele vluchtelingen bij, die door oorlogsomstandigheden of ander grof geweld of gedreven door de honger gedwongen waren hun land te verlaten. Wereldwijd waren er in 2000 dertien miljoen mensen op de vlucht, een aantal dat sindsdien eerder meer dan minder is geworden.

Eén miljoen moslims
De komst van allochtonen betekent een grote religieuze en culturele verscheidenheid in ons land.
Een groot deel van hen is moslim, naar schatting één miljoen, een even groot deel, eveneens ongeveer één miljoen, is christen. Anderen zijn boeddhist of hindoe, van beiden zo’n honderdduizend. Dat betekent dat ons land binnen een tijdsbestek van ongeveer een halve eeuw, met name in de steden, een ander gezicht heeft gekregen. Hoe staan we daar als christenen en christelijke gemeente tegenover?

Oude Testament
Het is verbazend om te ontdekken hoe dikwijls de Bijbel spreekt over vreemdelingen, zowel in het Oude Testament als in het Nieuwe Testament. Veelzeggend daarbij is dat de vreemdeling het in Israël goed had. Talrijk zijn de voorschriften om de vreemdeling goed te behandelen: ‘Wanneer een vreemdeling bij u in uw land verblijft, mag u hem niet uitbuiten. De vreemdeling die bij u verblijft, moet voor u zijn als een ingezetene onder u. U moet hem liefhebben als uzelf, want u bent vreemdeling geweest in Egypte. Ik ben de Heere, uw God’ (Lev.19:33-34). Israël had zich het lot van de vreemdeling aan te trekken zoals de Heere Zich het lot van Israël had aangetrokken. Van de twaalf vervloekingen bij de verbondsvernieuwing op de berg Ebal en Gerizim is er een gewijd aan de vreemdeling: ‘Vervloekt is wie het recht van de vreemdeling, de wees en de weduwe buigt’ (Deut.27:19). Veelzeggend is de volgorde ‘de vreemdeling, de wees en de weduwe’, een volgorde die we negen keer in het boek Deuteronomium tegenkomen en driemaal bij de profeten (Jer.7:6; 22:3, Mal.3:5). De zorg voor de vreemdeling is bepaald niet minder dan de zorg voor de wees en de weduwe. De Heere neemt het gebod om voor de vreemdeling zorg te dragen hoog op. De profeten spreken het volk er verschillende keren scherp op aan als het de vreemdeling verdrukte. Als Israël voor de vreemdeling zorg draagt, zal het hem goed gaan; als het dat niet doet, zal de Heere oordelen (Mal.3:5). Psalm 146 zegt: ‘De Heere bewaart de vreemdelingen’. In Deuteronomium 10:18 lezen we zelfs dat de Heere de vreemdeling liefheeft door hem brood en kleding te geven.

Kanaän
Ook de aartsvaders waren vreemdeling. Abraham verkeerde in Kanaän als vreemdeling in een vreemd land (Gen. 23:4; Hebr.11:9). Toen er honger in het land was, vertoefden Abraham, Izak, Elimelech en Naomi respectievelijk in Egypte, Gerar of Moab. Jakob en zijn zonen trekken vanwege de honger naar Egypte. Ruth komt als ze met Naomi meegaat als vreemdeling in Bethlehem. David verkeerde verschillende malen als vluchteling in het buitenland. Tijdens de vervolging door Saul bracht hij zijn ouders naar Moab, waar ze als vreemdeling verblijven. Ook Job weet van zorg voor de vreemdeling: de vreemdeling overnachtte bij hem niet op de straat en hij opende zijn deuren voor de reiziger (31:32).
Bij dit alles moeten we bedenken dat Israël gewaarschuwd werd niet de goden van de vreemdeling over te nemen en geen gemengd huwelijk met hen aan te gaan. Dikwijls betekende dat een geweldige spanning. Israël diende vaak toch andere goden. Zo deden uitheemse vrouwen het hart van koning Salomo ‘afwijken achter andere goden, zodat zijn hart niet volkomen was met de Heere, zijn God’ (1 Kon.11:15). Ezra en Nehemia zonden de uitheemse vrouwen met wie het volk zich vermengd had weg (Ezra 9 en 10; Neh.13:23-30). Toch blijft door alles heen het gebod van God gelden: de vreemdeling lief te hebben als zichzelf.

Nieuwe Testament
Ook in het Nieuwe Testament zien we deze lijn. Het Griekse woord voor gastvrijheid, filoxenia, betekent letterlijk: liefde voor vreemdelingen. Verschillende keren worden we er in het Nieuwe Testament op gewezen om gastvrij te zijn (Rom.12: 13; 1 Tim.5:10). Jezus zegt dat het al of niet ontvangen van de vreemdeling in rekening gebracht zal worden in het laatste oordeel (Mat.25:35,43). Als Jezus de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan verteld heeft en de toepassing maakt, klinken Zijn woorden ‘Doet u evenzo’ als: Doe als die buitenlander (Luk.10:37). Veelzeggend is ook dat de enige twee mensen van wie Jezus zegt dat ze een groot geloof hebben buitenlanders zijn: de hoofdman over honderd (Luk.7:9) en de Kananese vrouw (Mat.15:28).
De eerste christenen bevonden zich in steden met een bevolking uit allerlei culturen. Te midden van die culturen beleden ze Jezus Christus en hadden naar het gebod van God hun multiculturele en multireligieuze naasten lief als zichzelf.

Onze houding
Ook al zijn er van deze bijbelse gegevens geen rechte lijnen te trekken naar onze tijd, zij geven ons voldoende aanwijzingen hoe onze houding ten opzichte van allochtonen dient te zijn. Veel christenen hebben zich ingezet en zetten zich nog in voor een goede opvang van en omgang met allochtonen. Onder andere kunnen we denken aan het werk van Stichting Gave, die christenen bij het werk onder asielzoekers begeleidt en Nederlandse christenen en asielzoekers helpt in het leggen van contacten. Of aan de interkerkelijke stichting Evangelie & Moslims, die christenen wil toerusten in het bouwen van ‘respectvolle relaties met moslims en in woorden en daden wil laten zien dat Jezus Christus het waard is om geëerd en gediend te worden’, bij welke stichting ook de IZB is betrokken. Er is ook de algemene stichting Vluchtelingenwerk Nederland, die voor de rechten van vluchtelingen opkomt en hen helpt bij het opbouwen van een nieuw bestaan in ons land. Het is goed als we ons positief tegenover al dat werk opstellen.
Bijbels gezien moeten we zeggen dat het de taak van de christelijke gemeente en van iedere christen persoonlijk is om de liefde van Christus uit te dragen naar deze mensen, die alles achter moesten laten en kwamen in een voor hen volkomen vreemd land. Misschien kunnen we ook meer doen: de allochtone naaste een helpende hand bieden en als christelijke gemeente een stukje zorg van hen meedragen, naar de woorden van Paulus: ‘Laten wij, terwijl wij gelegenheid hebben, goed doen aan allen, maar vooral aan de huisgenoten van het geloof’ (Gal.6:10), waarbij we, denkend aan de allochtone naaste, het woord allen onderstrepen. We mogen dat uitdrukkelijk doen in de Naam van Jezus Christus en in de navolging van Hem.

Islamisering?
Als het gaat om de islam, is er bij velen een houding die gevoed wordt door angst voor toenemende invloed van de islam en voor moslimterrorisme. Angst is een slechte raadgever. Het is ook niet juist om te spreken van islamisering van ons land en West-Europa. Het aantal moslims in ons land is naar schatting 5½ procent, wat de komende jaren met enkele procenten kan toenemen. Is het aantal seculieren in ons land niet vele malen groter? We zouden van veel moslims wel eens bijval kunnen verwachten tegen de toenemende intolerantie van seculiere denkers, zoals dr. G. van den Brink enkele jaren geleden stelde, omdat we met hen, naast de wezenlijke (!) verschillen, meer gemeen hebben dan met het denken van veel seculiere Nederlanders, zoals diep ontzag voor de Schepper van hemel en aarde en voor de normen en waarden die Hij stelt. Hij werd daarin bijgevallen door onder anderen ds. W. Visscher, predikant van de Gereformeerde Gemeenten, en Jenö Sebök, hoofd publiciteit van Open Doors in ons land.
We kunnen onder andere denken aan het gezamenlijke pleidooi eerder dit jaar van joden en moslims in Brussel om in de wet vast te leggen dat het om religieuze redenen besnijden van jongetjes is toegestaan en aan het opkomen van moslims en christenen voor de verworvenheden van het bijzonder onderwijs. Het ver doorgevoerde gelijkheidsbeginsel van seculieren raakt zowel christenen als moslims.
Christenen in extreme moslimlanden hebben het zeer moeilijk. Op zijn best worden zij als tweederangs burgers beschouwd. Wordt een moslim christen, dan loopt hij of zij gevaar dat met de dood te moeten bekopen of in minder extreme landen verstoten te worden door zijn familie of ontslagen te worden van zijn werk. Bekend is het werk van Open Doors ten behoeve van christenen in vele landen in de wereld die om hun geloof worden vervolgd en verdrukt en het werk van de GZB, die actief is in vele landen waar vervolging plaatsvindt.
Het is goed om te weten dat er in ons land ook enkele duizenden ex-moslims zijn die christen werden. Sinds mei van dit jaar hebben zij een eigen website, www.IsaRuhAllah.nl, met getuigenissen waarom zij christen werden. De website belijdt uitdrukkelijke de drie-enige God en het Middelaarswerk van Christus en wil informatie geven aan moslims en andere niet-christenen over het christelijke geloof.

Migrantenkerken
In ons land wonen naar schatting een kleine miljoen christenen uit andere landen en culturen. Vanwege de culturele verschillen geven zij er de voorkeur aan samen te komen in eigen gemeenten. Sommige daarvan tellen niet meer dan vijftig leden, andere hebben meerdere plaatselijke gemeenten, waarvan de grootste meer dan 20.000 leden heeft. Totaal behoren zij tot ongeveer 1200 kerken of geloofsgemeenschappen, waarvan er 73 lid zijn van Samen Kerk in Nederland (SKIN). Het kantoor van SKIN bevindt zich in Amersfoort. SKIN behartigt hun belangen, geeft praktische informatie en probeert een brugfunctie te vervullen tussen migrantenkerken onderling en tussen migranten- en autochtone kerken en de samenleving. Veel van deze migranten komen uit landen waar christenen worden vervolgd. Contact met hen en met deze kerken en geloofsgemeenschappen kan verrijkend zijn en is in ieder geval bemoedigend voor deze christenen, die dikwijls veel moeite en zorg achter de rug hebben.

Vooroordelen
Het is goed om vooroordelen die er kunnen zijn ten aanzien van allochtonen te ontzenuwen. Veel allochtonen zouden crimineel zijn, weinig bereid om te werken, misbruik maken van de sociale voorzieningen enzovoort. Wat horen kinderen in de gezinnen als het over deze zaken gaat en hoe praten jongeren over allochtonen? Dat geldt ook ten aanzien van de meer dan 30.000 adoptiekinderen die uit het buitenland in een Nederlands gezin kwamen. De christelijke gemeente mag bijzondere aandacht voor hen en deze gezinnen hebben.
Het geldt in het bijzonder ons spreken over moslims. We zullen moslims niet aanzien op moslimgeweld elders in de wereld. Nog minder zullen we onze houding ten aanzien van moslims daardoor laten bepalen. Harde woorden kunnen polariserend werken en juist verharding en extremisme in de hand werken. Dat geldt ook als er sprake is van (straat)criminaliteit of storend gedrag, waarbij wij zijn soms geneigd zijn misstanden van allochtonen uit te vergroten. We moeten echter bedenken dat allochtonen, ook van de tweede en derde generatie, dikwijls de eersten zijn die getroffen worden door werkloosheid.
Samen met het wonen in achterstandwijken kan dat een klimaat van criminaliteit in de hand werken. Ook bij autochtone Nederlanders kan soms heel wat aan de hand zijn. Juist als christenen mogen we proberen mensen tegemoet te komen en waar nodig de helpende hand te bieden. Allochtone jongeren hebben om begrijpelijke redenen een onderwijsachterstand.
Deze wordt echter snel ingelopen.
Meer dan 12 procent van hen volgt hoger onderwijs.

Toerusting
Leven in een multireligieuze en multiculturele samenleving betekent in aanraking komen met mensen die een andere religie aanhangen. Heel belangrijk is daarom dat in het bijzonder jongeren toegerust worden in wat wij als reformatorische christenen belijden. Gemakkelijk kan het komen tot een nivellering van de wezenlijke verschillen. Die toerusting kan gebeuren in de catechese, het kringwerk, de zondagse prediking en in het christelijk onderwijs. Daarin zal als het goed is, doorklinken dat wij geloven en belijden dat Jezus Christus de Weg, de Waarheid en het Leven is en niemand tot de Vader komt dan door Hem (Joh.14:6; Hand.4:12). Voor dat getuigenis hoeven we ons niet te schamen, ook niet in een respectvolle ontmoeting met mensen die een andere religie aanhangen. We mogen bedenken dat allochtonen die in hun land van herkomst niet of nauwelijks van het christelijke geloof konden kennisnemen mede door ons getuigenis en onze houding in aanraking kunnen komen met het evangelie. Zoals de eerste christenen die leefden in een multireligieuze en multiculturele samenleving en in die wereld hebben gestaan met de boodschap van de gekruisigde en opgestane Christus. De vraag komt naar ons toe of wij als christenen geloof, hoop en liefde uitstralen en vanuit een levend geloof de allochtone naaste ontmoeten met de bewogenheid en liefde van Christus.

Een vreemdeling op aarde
De dichter van Psalm 119 weet zich een vreemdeling (vers 19), zij het in een ander opzicht dan de vreemdeling binnen onze poorten. Hij strekt zich uit naar de hogere waarden van het leven. Veelbetekenend is daarbij zijn gebed: ‘Verberg Uw geboden niet voor mij.’ Dat is, als het goed is, ook de gestalte van een christen als het gaat om het gebod om de (allochtone) naaste lief te hebben als zichzelf en de vreemdeling gastvrij te onthalen (Mat. 25:35).


Afrikaanse tienden
‘Huizer Kerkblad’, januari 2000
Tot mijn grote verrassing kwam een asielzoeker, die met onze gemeente meeleeft, zijn ‘tienden’ brengen, d.w.z. 10% van zijn inkomen. Dat was men gewend in zijn geboorteland Afrika en dat wilde hij ook nu doen. Hij mag, omdat hij geen officiële status heeft, niet werken (zo zijn de regels in ons land nu eenmaal), maar hij had toch wat verdiensten gehad. Hij overhandigde mij ƒ 204,50, die we als volgt hebben verdeeld: ƒ104,50 voor de zending en ƒ100,- voor de kerk. Een beschamend voorbeeld, temeer omdat asielzoekers en allochtonen (ten onrechte) niet altijd zo’n beste naam hebben in ons land.
Laat ik ook meteen vermelden dat er vanuit onze gemeente in het asielzoekerscentrum Crailo heel wat goede contacten met asielzoekers zijn en er ook bijvoorbeeld een bijbelkring is. God zegene dat werk en Hij zegene onze Afrikaanse vriend.


Asielzoekers in Wapenveld
In 2001 kwam in Wapenveld een asielzoekerscentrum (AZC): 600 asielzoekers uit Afrika, Afghanistan, Iran, Syrië, Armenië en andere landen in een dorp van 6000 inwoners. Vragen en onzekerheid waren er bij veel Wapenvelders.
Zou het niet te veel onrust geven, criminaliteit misschien? Het leek alsof asielzoekers absoluut niet welkom waren. Veel anderen stelden zich echter positief op. Uit de zes gezamenlijke kerken werd een commissie gevormd.
Ongeveer 45 mensen volgden een cursus van de stichting Gave. Toen het AZC werd geopend, ontving ieder asielzoekergezin namens de kerken een welkomstpakket, versierd door leerlingen van de basisscholen, met daarin een aantal eerste levensbehoeften, wat spelen, en een uitnodiging in zes talen voor een ontmoetingsmiddag in het verenigingsgebouw van de hervormde gemeente. Veel contacten werden er gelegd, er kwamen activiteiten voor ouderen en kinderen en ieder asielzoekergezin kreeg, als het dat wilde, een bezoekzuster of -broeder toegewezen. Toen het AZC vijf jaar later gesloten werd, bleven met velen goede contacten. Wapenveld ziet terug op vijf goede jaren.


Gespreksvragen

1 Vindt u de houding in ons land ten aanzien van allochtonen in het algemeen positief of niet positief? Hoe zou u deze houding verklaren?

2 Vindt u dat er in uw gemeente voldoende aandacht is voor allochtonen? Wat is goed, wat kan eventueel beter?

3 Vindt u dat er in uw gemeente voldoende toerusting is als het gaat om het leven in een multireligieuze en multiculturele samenleving? Motiveer uw antwoord.

4 Is de zorg voor vreemdelingen ook een diaconale en/of pastorale taak voor de kerkenraad? Zo ja, hoe kan die plaatsvinden?

5 Wat zou uw antwoord zijn op vraag: Zou het een van Gods bedoelingen zijn dat bijvoorbeeld moslims in ons land kwamen opdat zij hier in aanraking zouden komen met het christelijke geloof, wat in hun land niet mogelijk was?


Verder lezen
- Jaap Beukema, Een kerk bekent kleur. Gemeente-zijn te midden van minima, moslims en migrantenkerken. Zoetermeer 2002
- Brochures van Stichting Evangelie & Moslims, Amersfoort, diverse jaren
- J. van der Graaf, Een land van minderheden. Tolerantie, vraagstuk en waagstuk, Heerenveen 2008
- Gert-Jan Segers & Marten de Vries, Wat christenen geloven & moslims niet begrijpen, Zoetermeer, 2012
- Stichting Gave, Cursusmap Kerk & Vluchteling, Harderwijk 2001
- Ds. H. Veldhuizen, Christenen ontmoeten moslims. Wat hebben moslims ons te zeggen? Wat hebben wij hun te zeggen? Heerenveen, 2007
- P.J. Vergunst (red.), Vervolgd om Jezus’ wil, Heerenveen 2008


De auteur van deze brochure is ds. H. Veldhuizen, emeritus predikant te Wapenveld en auteur van onder andere ‘Christenen ontmoeten moslims’ (2007).


Uitgave van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk
Bijlage bij De Waarheidsvriend, 20 september 2012

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 september 2012

De Waarheidsvriend | 6 Pagina's

De vreemdeling in ons midden

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 september 2012

De Waarheidsvriend | 6 Pagina's