Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kleur bekennen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kleur bekennen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De ooit vermaarde kerknieuwsjournalist van dagblad Trouw, Bert Klei werd niet moede te zeggen dat een kerkblad grauw moest zijn: ingetogen, sober. De kerk kon toch niet concurreren met glanzende magazines van de wereld en moest dat ook niet willen. Welnu, grauw, grijs ofwel zwart-wit is De Waarheidsvriend qua uitvoering vanaf het begin geweest. Daar komt nog bij dat het formaat de jaren door sterk varieerde. Soms kon de uitgave een heel tafelblad bedekken. Dat was mooi meegenomen voor het pellen van de olienoten door het gezin op zondagavond. Maar voor het oog was het één grijze letterzee.

Naam
En dan de naam: De Waarheidsvriend. Een kwetsbare naam. Echt betrouwbaar bij het weergeven van of onderbouwen door ‘feiten’ bij principiële stellingnamen? Zwart-wit kan bezijden de waarheid zijn.
Toen ik ds. J.T. Doornenbal een keer om artikelen vroeg, was zijn reactie: ‘Ach mijnheer, bent u zelf een waarheidsvriend?’ Ik antwoordde dat ik voortdurend probeerde het te worden.

Geen grijze muizen
Maar de kleur wordt natuurlijk ten diepste bepaald door de producenten van die letters, door de schrijvers. En dat waren geen grijze muizen. De Waarheidsvriend was nooit kleurloos. Zonder de hoofdredacteuren tekort te doen – ds. Van Grieken, prof. Severijn en ds. Boer, om over de overigen maar te zwijgen, als u begrijpt wat ik bedoel – noem ik drie personen die extra kleur gaven aan het blad.
Ik begin met de heer J.C. Fliehe, de eerste penningmeester van de Gereformeerde Bond. In geuren en kleuren prees hij het blad aan – de enige vriend die hij zei te hebben – en bedelde kapitalen bij elkaar voor het Leerstoelfonds. Hij behoorde tot het genre scribenten dat ook als er niets te melden was genoeg had aan een dikke duim.
De tweede is de generaal ofwel luitenant generaal Lodewijk Duymaer van Twist, medeoprichter van de Gereformeerde Bond en lid van de Tweede Kamer. Hij was een vurig propagandist voor de Anti-Revolutionaire Partij en kon bij Kamerverkiezingen steevast in geuren en kleuren zijn partij als de partij voor het
hervormd-gereformeerde volk krachtig aanbevelen. De Christelijk Historische Unie was voor de confessionelen, de Staatkundig Gereformeerde Partij voor de afgescheidenen.
Tot slot ds. J.J. Timmer, jarenlang secretaris van de Gereformeerde Bond. In zijn pennenvruchten keerde hij zich onvermoeibaar tegen wat hij noemde ‘onkerkelijk gescharrel’ in kleine afgescheiden groepjes, of tegen zonderlinge toestanden op het kerkelijk erf (bijvoorbeeld het verbod in bepaalde kringen om de kinderwagen op zondag te gebruiken voor de doop), of tegen de censuur die in bepaalde gemeenten werd uitgeoefend bij het uitnodigen van predikanten, omdat ze wel of omdat ze niet van de SGP waren. Hij hield het volk soms ook wekenlang op de hoogte van vorderingen die hij bij predikanten signaleerde om lid van de Gereformeerde Bond te worden. En hij ontpopte zich als grossier in bondsafdelingen.

Felle tinten
Altijd weer moest De Waarheidsvriend kleur bekennen. Soms waren er felle tinten. Bijvoorbeeld in verweer tegen de al even felle dolerenden en afgescheidenen. Ook inzake controversen in hervormd- gereformeerde kring met betrekking tot het altijd weer terugkerende thema ‘verbond en verkiezing’ of over het zicht op de kerk en het noodzakelijke geachte kerkherstel. Beschamend waren de gevechten in de vooroorlogse jaren tussen het Gereformeerd Weekblad in De Waarheidsvriend.
Maar ook als het ging om positiekeuze in binnenkerkelijke breed hervormde vragen ging het soms scherp toe.
De tijden zijn veranderd. Als we niet mee veranderen, veranderen we. Zelf was ik uitsluitend bij het nog grijze blad betrokken. Vandaag staat ook De Waarheidsvriend er gekleurd op. In vergelijking met vroeger zijn de felle tinten er soms af. Dat is breed kerkelijk gedacht winst. Het moet namelijk niet al te bont dan wel te bonds worden en zeker niet zwart-wit. Ik citeer ook hier een woord dat mijn voorganger als hoofdredacteur, ds. G. Boer, mij bij mijn start toevoegde: ‘De bond mag sterven, maar de kerk zal leven.’ Maar daarom temeer zal in echt principiële kerkelijke aangelegenheden De Waarheidsvriend duidelijk kleur moeten bekennen. Zakelijk scherp, persoonlijk mild.

Kleurbestendig
Ik spreek daarom tot slot de wens uit dat De Waarheidsvriend kleurbestendig mag blijven: hervormd in gereformeerde zin, gericht op heel de kerk en heel het volk, om het bekende woord van ds. Hoedemaker te gebruiken, weersprekend wat het belijden der kerk weerspreekt, gaande met de Schrift als gids en zingend het lied van het dogma.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 oktober 2012

De Waarheidsvriend | 32 Pagina's

Kleur bekennen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 oktober 2012

De Waarheidsvriend | 32 Pagina's