Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Roos zonder doorn

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Roos zonder doorn

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Veel kerstgedichten beperken zich tot het gebeuren in Bethlehem, andere daarentegen trekken de lijn door van Bethlehem naar Golgotha. Tot die laatste categorie behoort het gedicht Tweespraak van Martinus Nijhoff.

Martinus Nijhoff (1894- 1953), een van de belangrijkste Nederlandse dichters uit de twintigste eeuw, stamt uit een Haagse uitgeversfamilie. Zijn moeder speelde bij zijn opvoeding een grote rol. Zij was werkzaam bij het Leger des Heils. De grote kennis van de Bijbel die Nijhoff bezat, heeft hij voor een groot deel via haar meegekregen. Haar geloofsovertuiging en de praktisering daarvan hebben diepe indruk op hem gemaakt. In hoeverre dit alles ook bij Nijhoff zelf een innerlijke verworvenheid is geworden, is een vraag die literatuurbeschouwers niet eensluidend beantwoorden. Nijhoff blijft iets ongrijpbaars houden. Een veel geciteerde dichtregel van hem is in dit verband: ‘Lees maar, er staat niet wat er staat.’

Christelijke noties
Maar één ding is zeker: de poëzie van Nijhoff is doordrenkt van bijbelse, christelijke noties. Zo treedt in zijn lange gedicht ‘Awater’ een heilssoldate op – geen toevalligheid – die het publiek op straat als volgt toespreekt: Wij leven … heel ons leven fout.’
Heel bekend is ook het gedicht ‘De moeder de vrouw’ waarin beschreven wordt dat een vrouw op een passerend schip psalmen zingt: En wat zij zong hoorde ik dat psalmen waren.
O, dacht ik, o, dat daar mijn moeder voer. Prijs God, zong zij, Zijn hand zal u bewaren.


Tweespraak
Het gedicht ‘Tweespraak’, opgenogemen in de bundel Vormen (1924), luidt als volgt:

Waarom waren het herders
Die hun kudde en veld
Verlieten toen de boodschap
In Bethlehem werd verteld?


Omdat er een Lam
En een Herder kwam.

Waarom waren het vissers
Die van schip en net
Werden weggeroepen
Bij ’t meer van Genesareth?

Omdat Hij een Vis
En een Visser is.

Weet jij waarom de krijgsknecht
Bloem en blad afrukt
En een kroon van stelen
Op ’t droevig voorhoofd drukt?

O Roos zonder doorn
Uit doornen geboren!

Ach, dat Hem de vijand
Kende met een kus,
En dat Hij zijn vrienden
Vreemd bleef tot Emmaüs?


Tweespraak’ valt op door eenvoud en is opgezet als een dialoog – in vraag- en antwoordvorm – die ook typografisch zichtbaar is. De opbouw is vrijwel geheel chronologisch. Na Bethlehem – de herders – volgen enkele hoofdmomenten uit Jezus’ leven: de discipelkring, de bespotting van Jezus, het verraad door Judas – chronologisch niet helemaal juist– en ten slotte de Emmaüsgangers.

Vis en Roos
Een eenvoudig gedicht dus. Maar dat geldt beslist niet voor alle antwoorden op de gestelde vragen. Driemaal komen we daarin omschrijvingen voor Jezus tegen: Hij is een Lam en Herder, Hij is een Vis en Visser en Hij is een Roos zonder doorn. Met name ‘Vis’ en ‘Roos’ vragen om nadere uitleg. Beide hebben vanouds een symbolische betekenis. ‘Vis’ moeten we verbinden met het Griekse woord ichthys, dat ‘vis’ betekent. Bij de vroege christenen was dit een codewoord, verwijzend naar Christus, omdat het is samengesteld uit de beginletters van Iesous Christos Theou Hyios Soter (Jezus Christus, Gods Zoon, Heiland). Met het teken van de vis in het zand of op de muur kon je jezelf kenbaar maken als volgeling van Jezus.
Ook ‘Roos’ zit vol symboliek. De rode roos verwijst naar liefde, bloed en martelaarschap en is in dit gedicht een heenwijzing naar Christus. Opmerkelijk is de toevoeging ‘zonder doorn’. De Bijbel staat vol teksten met ‘doornen’, al in Genesis 3:18, direct na de zondeval die de mens in het verderf stortte. Dat geldt niet voor Jezus: Hij is aan ons mensen gelijk geworden, uitgezonderd de zonde. Hij is de ‘Roos zonder doorn’. Maar wel is Hij geboren ‘uit doornen’, dat wil zeggen: uit de maagd Maria die net als iedereen een zondig mens was en deel uitmaakte van onze wereld vol ‘doornen en distels’.

Indringend
Het gedicht eindigt met enkele indringende vragen. Judas verried Jezus en de Emmaüsgangers (her)kenden Hem niet, maar zijn wij zoveel beter? Zijn wij niet evenzeer verraders en blijft Hij ook niet voor ons ‘vreemd’? De kern is: Hoe staan ‘wij’ – ‘ik’ en ‘jij’ – tegenover Jezus, die Zijn aardse leven begon als Kind in de kribbe? Ook Jezus stelde herhaaldelijk zulke indringende vragen. Wat denkt u of hoe denkt u over de Christus.
(Matt.22:42)? Wie zegt u dat ik ben ( Luk.9:20)? Deze vragen raken de kern van ons geloof en ze zijn het waard om te overdenken, zeker ook in de weken van advent.

J. de Gier

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 december 2012

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Roos zonder doorn

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 december 2012

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's