Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

globaal bekeken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

globaal bekeken

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het boek ter gedachtenis aan prof.dr. A.Th. van Deursen staat voorin een gedicht onder de titel ‘Mensen’, dat hij zelf uit het Russisch vertaalde.

Geen mens verdient dat men zijn lot vergeet.
Elk volgt zijn eigen baan als een planeet.
Ied’re planeet vormt zich een eigen rijk.
Geen enkel andere is haar gelijk.

Als iemand stil en onopvallend leeft,
En in dat kleurloos leven vreugde heeft,
Maakt juist zijn eenvoud hem het kennen waard.
In die gewoonheid ligt zijn eigen aard.

Want ieder mens heeft zijn geheim bestaan.
Voor elk breekt eens zijn schoonste stonde aan.
Eenmaal treft hem zijn allerdroefste leed.
En geen van ons, die daar maar iets van weet.

Wie sterft, onttrekt zijn leven aan de tijd.
De eerste sneeuw, de eerste kus, de eerste strijd
En alles, wat het leven hem maar gaf,
Wordt het geheim van zijn vergeten graf.

O zeker, soms blijft nog een brug,
een boek, Een auto, of een fraai geschilderd doek.
Ach ja, zo blijft van hem veel om ons heen.
Toch is er iets, dat nu voorgoed verdween.

Dit is de wet van ’t onbarmhartig spel.
Een mens verdwijnt niet, maar zijn wereld wel.
De fouten en de zonden die hij deed,
Dat blijft – maar of ik dan de waarheid weet?

Wat weet ik van mijn vriend of van mijn broer,
Of van de vrouw, die mij haar trouw bezwoer,
Of van mijn vader en zijn lotsgeval?
Ja, alles weet ik, en toch niets met al.

De mensen gaan en niemand geeft hen weer,
En hun geheime wereld is niet meer.
Maar telkens is het of het in mij schreit
Uit onwil om die onomkeerbaarheid.

Jevgeij Aleksandrovitsj Jevtoesjenko, 1960


In de Gezinsgids geeft Menno de Bruyne aandacht aan zwanenzangen van Tweede Kamerleden bij hun afscheid. Over ds. H.G. Abma (SGP):

De SGP-dominee mocht bij zijn vertrek in 1986 het woord voeren namens de zes vertrekkende leden die tezelfdertijd ‘adieu’ zeiden. Maar Abma’s zwanenzang was een écht à Dieu. Hij eindigde met de woorden: “Dát heb ik al die jaren door bij alles, in alles en onder alles willen zijn: minister. Het was uiteindelijk toch een lange ministeriële loopbaan. Minister van het Woord dat richtsnoer is voor Gods daden en eeuwig zal bestaan. Daarom, mijnheer de Voorzitter, heb ik het in al die 23 jaar nooit goed kunnen begrijpen dat mensen, in dit geval vertegenwoordigers van deze en gene zijde van het Binnenhof, dát Woord niet, of niet in veel hogere mate, hebben gekozen tot richtsnoer van hun daden, die geboekstaafd worden in de Handelingen van de Staten-Generaal. Ik dank u.”

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 januari 2013

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

globaal bekeken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 januari 2013

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's