Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Oecumenische opzet

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Oecumenische opzet

Wat staat er in 1563 op het spel?

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De opzet van de Heidelbergse Catechismus is drievoudig: het bieden van eenheid in de leer, toerusting voor kinderen, en een leidraad voor de prediking. Maar waarom heeft keurvorst Frederik III destijds eigenlijk behoefte aan zon geschrift?

Nadat Luther er al in 1518 indruk maakt met een optreden, vindt het reformatorisch gedachtegoed relatief snel ingang in de altijd al wat vooruitstrevend ingestelde Palts. Onder Frederiks voorganger Otto Hendrik wordt het gebied officieel luthers.
Vol overtuiging neemt Otto Hendrik de reformatie van zijn gebied ter hand. Hij voert een lutherse kerkorde in, laat de beelden uit de kerken verwijderen, tracht (tevergeefs) Melanchthon naar Heidelberg te halen en benoemt reformatorisch gezinde hoogleraren aan de Heidelbergse universiteit.

Avondmaalsstrijd
Bij dat laatste is hij niet eenkennig, want hij trekt zowel zwinglianen, gereformeerden als overtuigde lutheranen aan.
Die ruimhartigheid blijkt achteraf niet helemaal gelukkig. Otto Hendrik legt daarmee namelijk de kiemen voor theologische twisten, vooral over de juiste interpretatie van het heilig avondmaal: betekenden de instellingswoorden van Christus (‘dit is Mijn lichaam’) dat Hij lichamelijk in brood en wijn aanwezig is, of moeten ze meer geestelijk verstaan worden?
Wanneer Frederik III in 1559 keurvorst wordt, komt hij middenin deze avondmaalsstrijd terecht. Hij besluit dan de voornaamste kemphaan, de lutheraanse theoloog Heshusius, uit zijn functies te ontslaan, een beslissing waar Melanchthon het mee eens is. Enkele andere lutheranen zien daarop evenmin nog ruimte voor zich weggelegd in Heidelberg en besluiten te vertrekken. Goed beschouwd zijn er in de Palts dus minstens drie reformatorische stromingen aanwezig: de hard-line lutheranen, die nu in de minderheid raken; de melanchthonianen, meestal naar Melanchthons voornaam philippisten genoemd; en daarnaast de gereformeerden, die nog weer onderverdeeld kunnen worden in calvinisten en volgelingen van Zwingli en vooral diens opvolger Bullinger.

Theologische faculteit
Frederik zelf, die niet voor niets ‘de Vrome’ als bijnaam heeft en theologisch zeer geïnteresseerd is, raakt er intussen van overtuigd dat de gereformeerde avondmaalsopvatting de meest bijbelse is. Hoewel hij de andere protestantse stromingen niet van zich wil vervreemden, besluit hij daarom – als eerste Duitse vorst – gereformeerd te worden.
Dat werkt door in allerlei maatregelen die hij neemt. Eén van de eerste is om de gereformeerde Caspar Olevianus uit Trier aan te trekken voor de theologische faculteit. Aangezien diens talenten echter meer op organisatorisch dan op academisch vlak blijken te liggen, wordt Olevianus het jaar daarop dominee van de Heilige Geestkerk in Heidelberg.
Nu is er dus behoefte aan een nieuw theologisch zwaargewicht, en wel aan iemand die in staat is om de zich in de Palts ontwikkelende geloofsoriëntatie te verwoorden en verdedigen. Eigenlijk is men al sinds de jaren veertig, als Otto Hendrik tevergeefs een beroep doet op Melanchthon, naar zo iemand op zoek. In de zomer van 1561 lukt het eindelijk iemand te vinden die in alle opzichten aan het gewenste profiel voldoet: Zacharias Ursinus.

Verbindend
Het is vanwege de intern-protestantse verschillen dat Frederik III behoefte heeft aan een eenheidscheppende samenvatting van de christelijke leer zoals die in Palts geldt. Het is deze taak waarmee nu in het bijzonder Ursinus belast wordt, als hoofdauteur van de op te stellen catechismus. Ursinus werkt daarbij nauw samen met een team van andere theologen en kerkleiders.
Olevianus wordt tegenwoordig niet meer zoals in het verleden als tweede hoofdauteur gezien, maar zijn invloed valt nog altijd niet te onderschatten. Daarnaast blijkt uit recent onderzoek dat ook de rol van de zwingliaan Erastus bepalend is. Wanneer we letten op de theologische achtergronden van dit drietal, dan hebben we te maken met een philippist (Ursinus), een calvinist (Olevianus) en een zwingliaan (Erastus).
Nu moeten deze etiketten wel gerelativeerd worden, want alle drie deze hoofdrolspelers (en zeker Ursinus) hebben van uiteenlopende reformatorische ‘vaderen’ invloed ondergaan. Toch moet de nieuwe catechismus inderdaad een accolade slaan rond de op Melanchthon, Calvijn en Zwingli (of eigenlijk vooral diens opvolger Bullinger) georiënteerde stromingen. En al wilde men ook de ‘echte’ lutheranen niet voor het hoofd stoten, op de gevoelige thema’s (vooral de avondmaalsleer) komt het toch tot een afgrenzing naar hun kant.
Daarom kan de Heidelbergse Catechismus getypeerd worden als een in de kern gereformeerd geschrift, maar met een nadrukkelijk oecumenische intentie. De catechismus moet immers antwoord geven op de vraag waar Frederik voor staat: hoe kan ik de voornaamste protestantse modaliteiten in mijn vorstendom (philippisten, calvinisten en zwinglianen) bijeenhouden?
Daarbij moet hij ook nog eens recht doen aan de Augsburgse Confessie, want dat is immers de enige protestantse leer die officieel toegestaan was.

Afgrenzing
In de catechismus wordt daarom niet één bepaalde variant van het protestantisme met zoveel woorden verdedigd. Scherpe afgrenzing vindt wel plaats in de richting van rooms-katholieken en dopersen, maar voor het overige verwoordt de Heidelberger het gemeenschappelijke geloofsgoed van calvinisten, philippisten en zwinglianen.
Daar waar deze groeperingen onderling van mening verschillen, doet de catechismus er meestal het zwijgen toe. Dat verklaart bijvoorbeeld waarom de verkiezingsleer niet op de spits gedreven wordt; in de uitwerking hiervan gaat iemand als Bullinger immers wat andere wegen dan Calvijn, terwijl ook bij Melanchthon minder behoefte was deze verregaand te doordenken.
Iets soortgelijks geldt voor de notie van het verbond. In de catechismus komt dit begrip slechts vijfmaal voor, en meestal en passant, zonder nadere toelichting. Al weten we niet zeker waarom de Heidelberger op dit punt zoveel terughoudender is dan Ursinus eerder in zijn Grote Catechismus was geweest, het laat zich verklaren vanuit het feit dat de zestiende-eeuwse lutheranen er niet vertrouwd mee zijn; verbondstaal gaat vaak gepaard met spreken over de tékenen van het verbond, waarbij in hun ogen gemakkelijk ook brood en wijn bij het avondmaal als ‘slechts’ tekenen worden afgedaan. Ook rondom dit thema hebben de opstellers dus voorzichtig geopereerd.

Geen compromistekst
Daarmee is niet gezegd dat de catechismus een slappe compromistekst zou zijn. Integendeel, het is juist opmerkelijk hoe goed men erin slaagt binnen de aangegeven kaders een samenhangende en consistente weergave van het christelijk geloof te bieden. Net als Calvijn in zijn oecumenische arbeid was men niet zozeer uit op het smeden van compromissen, als wel op het zoeken van zoveel mogelijk helderheid vanuit de Schrift.
Dat men daarbij in kwesties die onderling gevoelig lagen geen keuze maakte, getuigt van een theologische bescheidenheid die christenen siert. Juist die kwesties doen ons immers beseffen dat we slechts ‘ten dele’ kennen.

Brede verspreiding
Dat de catechismus erin slaagt een toegankelijke en als zuiver ervaren weergave van het geloof te bieden, blijkt wel uit de snelle verspreiding die hem ten deel viel. Vooral in het Nederlandse taalgebied vindt het boekje gretig aftrek, hetgeen mede te danken is aan de betrokkenheid van Petrus Datheen bij de opstelling en vertaling ervan. De Heidelberger verdrong in ons land al gauw allerlei andere catechismussen die een zekere bekendheid hadden gekregen.
Maar ook in andere talen kwam de catechismus beschikbaar, zoals het Engels (vanaf 1572), Hongaars (1577), Frans (1590), Tsjechisch (1619), Maleis (1623!) en Roemeens (1648).

Kritiek
Naast waardering valt de catechismus van meet af aan echter ook forse kritiek ten deel. Van lutherse zijde wordt onmiddellijk een hetze tegen het geschrift ontketend. Het zal niet verbazen dat de te Heidelberg ontslagen theoloog Heshusius daarbij het voortouw neemt. Een andere vooraanstaande lutheraan, Flacius Illyricus, sprak over een ‘giftig werk vol dwalingen’. Ursinus ontpopt zich nu als de voornaamste verdediger van de Heidelberger; maar ook Frederik III zelf slaagt er met een moedig pleidooi op de Rijksdag van Augsburg in zijn catechismus aanvaard te krijgen als een legitieme uitleg van de Augsburgse Confessie.

Identiteitskenmerk
Het gevolg van de kritiek was intussen wel dat de catechismus zich ontwikkelt tot een document waarin vooral gereformeerden hun geloof herkenden. Dat is jammer wanneer je bedenkt dat de catechismus er toch ook in slaagt de wijze waarop andere protestanten het geloof beleefden adequaat te vertolken.
De Heidelberger is dan ook nooit bedoeld als identiteitskenmerk van één specifieke groep protestanten. Dat is het in de loop der eeuwen echter wel geworden: vooral de calvinistische tak van de Reformatie blijft er een onovertroffen weergave in zien van de hoofdzaken van het geloof. Dat laatste is het ook inderdaad tot op de dag van vandaag.
Laten we echter hopen dat het huidige jubileum ertoe leidt dat de grensoverschrijdende en blijvende betekenis van de Heidelbergse Catechismus niet alleen binnen maar ook buiten de gereformeerde kerkfamilie weer meer onderkend zal worden.


Dr. G. van den Brink uit Woerden is docent dogmatiek aan de VU in Amsterdam en bijzonder hoogleraar theologie van het gereformeerd protestantisme vanwege de Gereformeerde Bond aan de PThU (vestiging Amsterdam).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 januari 2013

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Oecumenische opzet

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 januari 2013

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's