Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tillen is meer dan tellen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tillen is meer dan tellen

Ramp gedenken in geest van piëteit en kwetsbaarheid

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als de dag van gisteren herinner ik me de schrikbarende berichten die mijn ouderlijk huis in die winterse Rampnacht zestig jaar geleden bereikten. Ik was op een paar dagen na elf jaar en woonde in Zeeuws-Vlaanderen.

De omvang van de ramp konden we aanvankelijk nog niet vermoeden. Maar voor ieder die storm en kou trotseerde en aan de haven constateerde dat het water van de Schelde bij eb al zo hoog stond alsof het vloed was, werd het duidelijk dat de situatie uiterst hachelijk was. Dijken braken door. Polders liepen onder. Lager gelegen gedeelten van ons stadje raakten overspoeld. Mensen en dieren waren in nood. Schokkend. En we wisten niet hoe veel erger het was op Tholen, Flakkee, Schouwen-Duiveland.

Zee-land
Water. Wat een geweld! En dan te bedenken dat het oppervlak van onze planeet voor twee derde uit water bestaat, zoals ik ergens las. Ieder continent is omgeven door onmetelijke massa’s water. Zeeuwen weten ervan mee te praten. Ze wonen niet voor niets in Zee-land. Zee en land. Gaat dat tweetal vredig samen? Of leven ze in onmin? De geschiedenis leert hoe vaak dat laatste het geval was. Onlangs heb ik de nieuwste Geschiedenis van Zeeland aangeschaft. Als daarin één ding naar voren springt, is het dat de Zeeuwen de eeuwen door een bittere strijd hebben gevoerd om stukken land op de zee te veroveren. Soms met blijvend succes. Soms met tijdelijk succes. Want bij hoge vloeden werd het land dan weer door het water heroverd.
Wellicht waande de moderne mens zich veilig in een eeuw van opbouw, groei, vooruitgang. Maar toen was daar opeens die februarinacht van ’53. Meer dan 1800 slachtoffers. Vele duizenden gewonden. Gewond niet alleen in lijfelijke zin, maar mentaal: levenslang beschadigd door verlies en gemis en soms alleen al door de herinnering. Ik heb een vrouw ontmoet die bij elke storm de tragedie weer opnieuw beleefde.
Nu had ik het over honderd- en duizendtallen. Maar dat is slechts het resultaat van tellen. Je moet er eens aan tillen. Een poging doen om het je in te leven. Echt eraan tillen kan denk ik alleen als je het aan den lijve hebt meegemaakt. De duisternis, de snijdende kou, de vliegende storm, de ziedende zee. Angst! Voor velen de laatste nacht. Zaterdagavond leefden al die mensen nog. ‘De zondagse kleren en het kerkboek lagen voor morgen al klaar. Ze zijn nooit meer naar de kerk gegaan. Ze zijn… het water ingegaan’ (Gabe van Duinen).

Vader
Aangrijpend zijn de verhalen van mensen die er na jaren van stilzwijgen eindelijk over gingen vertellen. Zo herinner ik mij het verslag van een man die destijds in Nieuwerkerk op Duiveland woonachtig was, hoe hij voor het water op de vlucht moest. Maar bij hem in huis woonde zijn oude, invalide vader. Die kon hij onmogelijk achterlaten. Hij nam hem dus op zijn schouders. De last was zwaar. Te zwaar, dacht hij. ‘Dat red ik niet. Het wordt mijn dood.’ Het water steeg. Hoger en hoger. Tot boven kniehoogte. Maar door de druk van de vracht die hij droeg bleef hij op de been. En hij redde het.
Maar het kon ook anders. Ik denk aan het relaas van een vrouw, toen nog een jong meisje, die het weliswaar weliswaar zelf ook redde, maar niet in staat was om haar zusje te redden, die ze net buiten bereik van haar handen door de golfslag zag meegesleurd. Om nooit te vergeten!

Gedenken
Ja, om nooit te vergeten. We gedenken. En dat doen we in een geest van piëteit, dankbaarheid, weerbaarheid en kwetsbaarheid. Piëteit jegens al die kinderen, mannen en vrouwen die in die nacht de dood vonden, voor al diegenen die onherstelbare verliezen leden, en voor allen ook die als redders hun leven waagden.
Dankbaarheid voor de (betrekkelijke) veiligheid die we genieten achter duinen, dijken en dammen. Weerbaarheid, in verantwoordelijkheidsbesef voor milieu en medemens, met het oog ook op de komende generatie.
Kwetsbaarheid en bescheidenheid vooral. Geen Deltawerk, geen technologie, geen instantie is bestand tegen een extreme stormvloed. Geen? Ja, toch. Ik ken er Een. Die kan ik aanbevelen. Het is God, die juist als we reddeloos dreigen te verdrinken zegt: ‘Vrees niet. Als ge door het water gaat, ben Ik erbij. Geen golven zullen u overstromen. Ik laat wel zinken, maar niet verdrinken.’
Maar wat moeten we dan denken van al die mensen die tot God riepen in die februarinacht en op Hem vertrouwden? Ze zonken en verdronken. Die zijn toch omgekomen? Ja. En nochtans nee. Ze zijn aangekomen. In de haven van behoud. Misschien wel met flarden van een lied in hun bange hart: ‘Ruwe stormen, nacht, maar God, mijn God… Door een nacht, hoe zwart, hoe dicht, voert Hij mij in ’t eeuwig licht.’


Dit is een enigszins ingekorte weergave van de toespraak die prof. dr. A. de Reuver op 1 februari tijdens de herdenking van de watersnood te Serooskerke houdt.


Prof.dr. A. de Reuver is hervormd predikant te Serooskerke.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 januari 2013

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Tillen is meer dan tellen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 januari 2013

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's