Christelijk leraarschap

Het lectoraat christelijk leraarschap wil de hogeschool het christelijk onderwijs in een internationale context dienen en de identiteit en het vak van leraar dichter bij elkaar brengen. De rede van De Muynck start met het verschil tussen leraarschap in een westerse context en leraarschap in ontwikkelingslanden. Ondanks de verschillen willen christenleraren in beide situaties hun leerlingen richtingbesef meegeven. Het feit dat je als christen en dus ook als christelijk leraar steeds meer in een minderheidspositie verkeert en daar ook je leerlingen op moet voorbereiden, kan tot spanning leiden.
Op ‘zuilscholen’ (reformatorische, gereformeerde en behoudende protestants-christelijke scholen) hebben leraren juist weer te kampen met het imago dat hun school een onnodig luxeartikel is, dat een orthodoxe gemeenschap in stand houdt. ‘Waar je ook werkt, leraren die het geloof serieus nemen, hebben een toenemend besef tot een minderheidsgroep te behoren. Belijdend staan in een seculiere samenleving is niet vanzelfsprekend, ook niet wanneer je tot een hechte christelijke gemeenschap behoort.’ Daarom is vuur, enthousiasme en bezieling nodig, is De Muyncks conclusie.
Als christen zijn per definitie tegen de stroom oproeien betekent, dan is dat uiteraard een speerpunt van christelijk leraarschap. Zijn we dat besef in reformatorische scholen misschien een beetje kwijt geraakt? Wat verstaan we onder christelijk leraarschap? De Muynck gebruikt het beeld van een gids. Een gids is betrokken met hart, hoofd en handen. De Muynck beschrijft waarom nieuw elan nodig is, zonder afbreuk te doen aan het al aanwezige. Hij raakt daarbij een pijnpunt aan: ondanks alle dagopeningen, bezinningsmomenten en moraal geven juist directies van zuilscholen voor voortgezet onderwijs aan dat het elan eraf is. Hoe komt dat? Op de een of andere manier lukt het leraren slecht om de bijbelse boodschap in verband te brengen met de inhoud van hun vak. De Muynck noemt als kern van christelijk leraarschap het diepe verlangen om de Naam van Christus een centrale plaats te geven. Niet omdat we alle antwoorden hebben, maar omdat Hij onze enige Hoop is.

PRAKTIJK
De vraag is natuurlijk hoe dat er concreet uitziet. De Munyck beschrijft dit uitgebreid.
1. Pas als een leraar veel kennis heeft, kan hij kiezen waar hij het accent op legt en hoe hij betekenis kan geven aan de lesstof. Ken je vak!
2. Een leraar kenmerkt zich door de bronnen waaruit hij zich laat inspireren.
3. De christenleraar kenmerkt zich door zijn manier van denken en toetst zijn overtuiging steeds weer kritisch aan de Schrift.
4. Hij handelt volgens een christelijke beroepsethiek, die een schat aan vaardigheden veronderstelt die hij kan inzetten voor zijn leerlingen.
5. Een christenleraar leeft uit het geloof en weet zich het eigendom van Jezus Christus . Juist die wetenschap brengt ontspanning ontspanning en vertrouwen teweeg. En: wie zelf weet wat vergeving is, vergeeft ook zijn leerlingen... Hier legt de Muynck de vinger opnieuw op een zere plek. Leeft een christelijk leraar wel vanuit die wetenschap of accepteren we juist heilsonzekerheid? En wat heeft dat dan voor gevolgen voor onze betekenis als identificatiefiguur?

Reflectie
De Muynck gaat in op de grondhouding van de christelijke leraar: het nemen van verantwoordelijkheid voor de toekomst van de leerling. Boeiend zijn de concrete voorbeelden die hij noemt. Het begrip roeping komt uitgebreid aan bod. Ook het belang van goed leiderschap en reflectie werkt hij uit. Door de druk op het leraarschap staat er ook druk op reflectietijd. Voor nieuw elan in christelijk leraarschap is gezamenlijke reflectie in teams nodig. Scholen die alle vergadertijd aan regelzaken spenderen, vergeten hun bijl te slijpen en dan is hakken zwaar werk. Om verder te komen met reflectie is ook het spiegelen aan andere situaties en culturen nodig. Dat maakt kritisch op eigen zwakke punten en helpt om het doel van christelijk onderwijs scherper in beeld te krijgen. Alleen al de vraag ‘Waarom doen we de dingen zoals we ze doen, en is dit de beste manier?’ kan verfrissend zijn. Zelfs al blijf je dicht bij huis.
Het lectoraat wil de komende jaren praktijkgericht onderzoek direct verbinden met het ontwikkelen van praktijkmateriaal. Het streeft ook naar meer internationale contacten om zich zo dienstbaar op te stellen ‘ten behoeve van de opbouw van het lichaam van Christus en tot welzijn van allen.’

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen