Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geef het brood aan elkaar

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geef het brood aan elkaar

Avondmaalspoëzie [3, slot, Willem Barnard]

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Willem Barnard (1920-2010) was dichter, theoloog en gemeentepredikant, onder meer in Hardenberg en Nijmegen. Hij was zonder twijfel een van onze meest begaafde christelijke dichters van na de Tweede Wereldoorlog. Hij schreef ook een avondmaalsgedicht.

De mogelijkheden van de taal heeft Barnard uitgebuit, zowel in zijn poëzie als in zijn diepzinnige theologische beschouwingen. Steeds weer vallen in zijn publicaties – zowel poëzie als proza – zijn taalvondsten op, de verrassende beeldspraak en associaties, het spel met verschillende betekenislagen in de gebruikte woorden. Hij hanteerde het dichterspseudoniem Guillaume van der Graft, een symbolische naam: ‘graft’, het oude woord voor ‘gracht’, hangt samen met ‘graven’ en verwijst weer naar water, voor de dichter een woord vol symboliek: vruchtwater, doodswater, doopwater. Als kerkelijk dichter bleef het gewoon Willem Barnard.

Liturgisch
Barnard was zeer liturgisch ingesteld. En binnen die liturgie nam voor hem het avondmaal een zeer belangrijke plaats in. In zijn Verzamelde gedichten komt een reeks van vijf verzen voor onder de titel ‘Op zondag naar de kerk’. Het vijfde daarvan is een avondmaalsgedicht en als we dit vergelijken met de eerder besproken avondmaalsgedichten van Constantijn Huygens en Willem de Mérode – zie de vorige nummers van dit blad – valt op dat Barnard nog weer een ander aspect van het avondmaal accentueert (zie kader).

Diepe gedachten
Het is een cyclisch gedicht: regels uit de beginstrofe keren in de slotstrofe terug. Wat in de eerste regel meteen opvalt, is het woord ‘elkaar’ en dit geeft direct al een bepaald accent aan dat voor de dichter zeer wezenlijk is: avondmaal vier je niet alleen, maar met elkaar, er is sprake van een gemeenschap. Brood en wijn worden aan elkaar, aan de leden van de gemeenschap doorgegeven. En dit aspect keert terug in de laatste woorden van het gedicht – ‘niet alleen’ –, wat de relevantie ervan onderstreept.
Die leden van de gemeenschap zijn beslist niet ‘heilig’ – zondeloos –, ze blijven mens. Dit bedoelt Barnard met: ‘je leeft alleen maar’. Drinken uit de beker is niet zomaar drinken, maar is drinken in diepere zin: ‘uit de diepte’. Wijn en brood hebben beide een stem, spreken een bijzondere taal. De wijn ‘roept’: een roep om gehoor (een ‘oor’) te krijgen, een roep met een grote reikwijdte (zowel dichtbij als veraf ). Ook het gebroken brood heeft een stem: het is ‘welsprekend’. Beide spreken op diepzinnige wijze, omdat ze op nadrukkelijke wijze verwijzen naar Jezus’ lijden en sterven, naar Zijn lichaam en bloed.
Om die diepere betekenis gaat het. Brood en wijn bij het avondmaal hebben een meerwaarde en de dichter geeft dit nogmaals aan in een uiterst simpel zinnetje, waar je haast overheen leest: ‘Ze weten er meer van’. Het is gewone spreektaal, maar met een diepe lading.

Niet alleen
De slotstrofe herhaalt enkele regels van de eerste strofe. Maar … met een prachtige aanvulling, een fraai voorbeeld van de taalvondsten die de dichter toepast. Na ‘je leeft alleen maar’ volgt nu, met behulp van een omkering en toevoeging: ‘maar je leeft niet alleen’.
De woorden ‘niet alleen’ sluiten het gedicht af. In al hun eenvoud zijn het gelaagde woorden, woorden met diepte. De eerste betekenislaag is – hiervoor al vermeld – dat ze benadrukken dat het avondmaal gezamenlijk, met ‘elkaar’ wordt gevierd. Maar ‘niet alleen’ verwijst ook – de tweede betekenislaag – naar Hem die Zijn bloed vergoot aan het kruis, naar Hem die Zijn kerk in stand houdt: ‘Ik zal u niet als wezen achterlaten’ (Joh.14:18).
Een prachtige afsluiting van een diepzinnig gedicht.

Dr. J. de Gier uit Ede is neerlandicus.


Geef het brood aan elkaar
en denk niet dat je heilig bent,
je leeft alleen maar.

Warm de beker
tussen de palmen
van je twee handen
en drink uit de diepte.

De wijn roept
om een oor
verder weg dan de morgen,

dichter bij dan mijn tong.
Het brood wordt welsprekend
als het gebroken is.

Ze weten er meer van,
dat brood en die bekervol,
dan mijn vlees en bloed.
Denk niet dat je heilig bent
als je dat doet,
je leeft alleen maar,
maar je leeft niet alleen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 maart 2013

De Waarheidsvriend | 28 Pagina's

Geef het brood aan elkaar

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 maart 2013

De Waarheidsvriend | 28 Pagina's