Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Aansluiting bij cultuur

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aansluiting bij cultuur

Hervormd én evangelisch [1]

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bij de overgang van hervormde gemeenteleden naar evangelische gemeenten speelt een aantal ontwikkelingen in cultuur en kerk een rol. Het evangelisch gedachtegoed sluit hierbij aan.

Het is een grondthese dat cultuur en theologie altijd op elkaar inwerken. Wat er in onze cultuur aan de hand is, weerspiegelt zich in kerk en theologie. Het evangelische gedachtegoed lijkt aan te sluiten op wat er in de cultuur aan de hand is.
Tegelijk lijkt het klassiek hervormde gedachtegoed, dat het in de vorige eeuw tussen de jaren ’30 en ’80 zo goed deed, niet meer aan te slaan. Het dreigt zelfs mensen van zich te vervreemden.

Verzuiling
Maar wat is er nu precies aan de hand?
De Canadese filosoof Charles Taylor laat in zijn boek A Secular Age zien dat protestantse kerken – en zeker die van de gereformeerde familie – goed floreerden in de tijd van het mobilisatiechristendom, in ons land de tijd van de verzuiling.
Als antwoord op de opkomende secularisatie en de moderniteit, al in gang gezet door Renaissance en Verlichting, mobiliseerden geloofsgemeenschappen in de tweede helft van de negentiende eeuw hun leden in kerken met een heldere confessie, een duidelijke structuur, liturgie en ethiek.
In een tijd van emancipatie gaven deze kerkelijke gemeenschappen structuur aan het denken, leven en samenleven van de groep en daarbinnen aan het geestelijk leven.
Kerk-school-gezin – of: geloven (beginselen), ethiek (handelen) en liturgie (vormgeving van de vroomheid in kerk en gezin) – vormden een herkenbare samenhang.
Daarbinnen ervoeren gelovigen de relatie tot God en tot het ‘heil dat buiten onszelf ligt’.
‘Maar,’ schrijft dr. H. de Leede in het artikel ‘Een waar geloof onder veranderde condities’ in Kontekstueel (maart 2011): ‘De grote risico’s van dit christendom van de verzuiling waren/zijn – zoals we weten – de objectivering van de geloofsinhoud (het Woord werd leer), de verburgerlijking van de ethiek (het christelijke leven werd tot ‘regels’), en de veruiterlijking van de vroomheid (de vorm werd norm)’.
Anders gezegd: de erváring van de relatie tot God verdween.
Dat is ook de oorzaak dat het christendom van de verzuiling zo snel kon verdampen in ontkerkelijking en secularisatie. Een leven dat enkel lijkt te bestaan uit regels en vormen, trekt niet aan en doet verlangen naar vrijheid en vooral beleving.

Dienstenmaatschappij
Een andere ontwikkeling is de overgang van een agrarische samenleving naar een dienstenmaatschappij in de twee eeuwen die achter ons liggen. In de dienstenmaatschappij van vandaag geldt: ‘ik vraag, u draait’, ‘wij willen, u geeft’.
Die houding komen we ook tegen in de kerk. Dat gemeenteleden zeggen: ‘Kerkenraad, kom over de brug, dit willen wij graag.’
Een kerk die van bovenaf dingen regelt, met een hiërarchische structuur van synode, classis, kerkenraad, ambten, een dominante plek van de predikant (de domineeskerk), een liturgie die nagenoeg vastligt – de kerk van de verzuiling – ervaren twintigers en dertigers in mijn omgeving als strak.
Er is sprake van vervreemding van de kerk als instituut, van de kerkelijke belijdenissen en van de kerkelijke liedcultuur: van psalmen én gezangen. Mensen verlangen naar lossere vormen, met meer ruimte voor eigen inbreng en talenten.

Nieuwe leren
Een derde element. In het onderwijs kennen we het nieuwe leren. Dat is interactief en minder gericht op het overdragen van informatie en het onthouden ervan. Het gaat erom dat je leert door het delen van de lesstof met elkaar, door ervaringen uit te wisselen. In de traditionele kerkdienst is het allesbehalve interactief. De dominee doet alles en jij moet stil zijn en gaan zitten. De preek, zo ervaren velen, is een monoloog met veel uitleg over de tekst die niet relevant is. En de toepassing blijft vaak steken in algemeenheden. Mensen missen de aandacht voor het concrete, alledaagse leven als christen – we willen wat doen, actie, er maandag iets mee kunnen. Er is een verlangen naar samenkomsten waarin God beleefd wordt in getuigenis, aanbidding en liederen waarin de eigen beleving volop de ruimte krijgt.

Taalveld
Hiermee hangt samen dat ons taalveld veranderd is onder invloed van de internetmaatschappij waarin wij leven. Internetboodschappen zijn over het algemeen kort, krachtig en aansprekend, populair.
Het gevolg is dat aan onze leesen spreektaal ook andere eisen worden gesteld: het moet kort en krachtig zijn, eenvoudig te begrijpen, aansprekend, met voorbeelden. Met als vaak onbedoeld gevolg: versimpeling, infantilisering van de taal.
De taal die in de kerk gesproken wordt, ervaren gemeenteleden als taal uit een verleden tijd, een verheven taal, met moeilijke woorden en lange zinnen. Het gevolg is onder andere dat je je steeds moeilijker kunt concentreren tijdens een preek, zeker als niet gezegd wordt wat je graag wilt dat gezegd wordt.
En onze oude psalmen worden niet meer begrepen. ‘Met de psalmen heb ik niets, dominee,’ zei pasgeleden een jongere tegen mij. Ik merkte dat ik zelf gelijk in de verdediging schoot en zei: ‘Hoe kan dat nou?’ Maar hij bedoelde niet de psalmen an sich, maar de berijming die wij zingen.

Ontmoeting
In onze internetmaatschappij, waarin iedereen achter zijn pc zit, wordt het ondertussen wel steeds killer en daarom zoeken veel van onze gemeenteleden juist warmte in de kerkelijke gemeente. Men ervaart eenzaamheid, onzekerheid en juist daarom wil men elkaar graag ontmoeten. Zingen, lezen, praten, ervaringen uitwisselen aan de hand van de Bijbel.
Mensen willen opgewekt worden en weer op toonhoogte komen.
In dat kader zie ik ook de afname van het aantal traditionele preekbesprekingen en de toename van de jaarlijkse gemeentedagen en barbecues. Over deze laatste wil ik geen kwaad woord zeggen, maar het is mij wel opgevallen hoe in tien jaar tijd in allerlei soorten gemeenten, in de breedte van de hervormd- gereformeerde beweging, het fenomeen gemeentedagen als een paddenstoel uit de grond is geschoten. Over het algemeen worden deze dagen gevuld met ontspanning en creatieve workshops, maar weinig met een inleiding over een bijbelgedeelte en een bijbelstudie, voor zover ik kan overzien.

Zelfontplooiing
In deze individualistische diensten- en internetmaatschappij worden alle kaarten gezet op het unieke zelf van de mens, op zijn eigenheid, en op zijn beleving. Een optimistisch mensbeeld is de bron daarvan. Je moet vooral jezelf zien te ontplooien en je daarbij niet laten hinderen door de ballast van opvoeding, medemensen of instanties en instituten. De toegenomen nadruk op de gaven van de Geest in de kerk is niet zo onschuldig als het lijkt en sluit ook aan bij deze zelfontplooiing. Theologisch leggen we dan de nadruk op de schepselkant van de mens: in Gods oog ben ik oké, en daarom mag ik me ontwikkelen volgens Zijn plan en mijn eigen gaven ontdekken en inzetten.
Schokkend vond ik wat ik onlangs las in kerkblad De Bazuin onder de gemeenteberichten van een hervormde gemeente. Een groot aantal broeders had bedankt, met daarbij de mededeling dat sommigen zich wel geroepen wisten iets op zich te nemen, maar dat ze voor de verkeerde taak waren verkozen of benoemd.
Toen ik dat las, vroeg ik me af: weten we nog wat roeping inhoudt en dat God je soms eerst roept en je pas dan bekwaamheid geeft?

Onze cultuur
Dat hervormde gemeenteleden overgaan naar evangelische gemeenten, heeft alles te maken met het geschetste postmoderne denken en beleven van onze cultuur. Wij ademen er allemaal in.

Ds. P. Nobel is hervormd predikant te Waddinxveen.


Toeschouwer
Om te kunnen beoordelen of hervormd en evangelisch goed te combineren zijn, moet je zelf een dienst in een evangelische gemeente bezocht hebben. Daarom ben ik vorig jaar een keer naar de baptistengemeente Ichthus in Waddinxveen geweest
.
Elke zondag gaat hier een gastvoorganger voor die van elders wordt ingevlogen. De keer dat ik er was, was dat iemand die als baptist, samen met zijn vrouw en kinderen, gastlid is van de hervormde gemeente Linschoten. Ik zou hem willen typeren als een behoudende, bijbelgetrouwe evangelische voorganger. Zijn enige taak was het houden van de preek. De diensten zelf worden namelijk afwisselend geleid door verschillende oudsten.

Oppervlakkig
Ik merkte bij mijzelf dat het me niet lukte om deelnemer te worden van deze dienst. Ik bleef toeschouwer en nam de volgende dingen waar:
• de preek over Prediker 1, die ik zeer inhoudelijk en gedegen vond, stond haaks op de andere onderdelen van de dienst. De preek was een weerbarstige boodschap, overeenkomend met het karakter van het bijbelboek Prediker, maar het leek wel of die boodschap door de andere onderdelen van de dienst moest worden overstemd. Opdat maar vooral het goede gevoel zou overheersen.
• het tweede dat me opviel was de theologische oppervlakkigheid in de praatjes van de aanbiddingsleidster en de leidinggevende oudste. Eenzijdig werd de schepselkant benaderd: God houdt van u, God vindt kinderen geweldig. Besef van schuld tegenover een heilige God was afwezig. Het werd niet eens benoemd, ook niet in de gebeden, of de liederen.
• De bediening van het avondmaal dat plaatsvond, miste de prediking die onlosmakelijk bij het avondmaal hoort. Het stond er helemaal los van. Toen de Heere Jezus het brood nam in de nacht waarin Hij verraden werd, gaf Hij er uitleg bij. Dit gebeurde hier niet en het gevolg was dat zelfonderzoek en een peiling van de diepte van het lijden van Christus ontbraken.

Postmodern
Hoe komt het dat ik toeschouwer bleef bij deze dienst en geen deelnemer werd? Was dat het evangelische gedachtegoed als zodanig?
Nee, dat niet in de eerste plaats. Het was vooral het overduidelijke postmoderne levensklimaat waarvan deze dienst een uiting was, dat mij schokte. Dit klimaat kenmerkt zich door grote nadruk op het individu, zijn ontplooiing en beleving of emotie. Ik voel, dus ben ik.


Volgende keer: theologische verschillen tussen het hervormde en het evangelische denken.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 maart 2013

De Waarheidsvriend | 28 Pagina's

Aansluiting bij cultuur

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 maart 2013

De Waarheidsvriend | 28 Pagina's